Srila Bhaktivinoda Thakur heeft in zijn lied gezegd,
‘Hari He! Prapance pariya, agati hayiya, na dekhi upaya ara..’
– ‘O Allerhoogste Heer Sri Hari! Hulpeloos als ik ben, doordat ik in de bodemloze put van overweldigend werelds leed ben gevallen, weet ik niet wat ik moet doen om er uit te komen. Ik zoek mijn beschutting bij Jouw Lotusvoeten omdat Jij de enige toevlucht bent voor een miserabel en hulpeloos persoon als ik. Ik bezit geen goede eigenschappen die Jouw zegen zou kunnen opwekken. Ik heb geen goede daden verricht, heb geen kennis en ontbeer de eigenschappen van het uitvoeren van toegewijde dienst en het aanbidden van Jou. Ik ben verstoken van alle goede eigenschappen; mijn enige hoop is dat Jij genadevol en aardig tot mij zal zijn. Ik ben berooid.
Mij rest slechts nog te bidden voor Jouw oorzaakloze genade. Ik ben verzonken in de oceaan van geboortes, dood en drie soorten kwellingen en wordt hulpeloos meegesleurd door de krachten van kwaadwillende woorden, slechte gedachten, woede, het genieten van heerlijk eten alsmede de krachten van de verlangens om de maag te vullen met heerlijke gerechten en het verlangen om van seks te genieten. Ik wordt enorm gekweld door deze kwade verlangens.
Ik doe mijn uiterste best om deze slechte neigingen onder controle te houden maar het lukt me niet, ik ben geruïneerd en heb alle hoop verloren. Jij bent de Heer van de hulpeloze, dus ik roep Jou. Ik kan slechts op Jou vertrouwen, aangezien er niemand anders is die me kan redden.’ Deze woorden van Srila Bhaktivinode Thakur zijn van toepassing op mij en ook op andere oprechte zielen die gered willen worden.
– Srila Bhakti Ballabh Tirtha Goswami Maharaj
Vertaling: Janaki Nath Das