* Door Janaki Nath Das
Omdat ik er als karmische reactie van mijn eigen misdaden toch regelmatig mee geconfronteerd wordt, vind ik dat dit onderwerp het verdient om keer op keer herhaald te worden,al is het alleen maar voor mezelf. Vandaar dat ik nog maar een stukje heb vertaald. Hier komt ie:
In zijn commentaar op Chaitanya Bhagavata (Madhya 13.311-312) zegt Srila Bhaktisiddhanta Saraswati Prabhupada het volgende:
“Als we de fout begaan ons bezig te houden met het fouten zoeken in- en het bekritiseren van anderen, waarmee we ons inlaten met onze lagere instincten, dan slepen we onze ziel naar beneden. Als we niet vrij zijn van nijd kan niemand uit deze ongunstige, bodemloze put klimmen. Mahaprabhu bevrijdde dronkaards en losbandigen, maar wees iedereen die overtredingen beging tegen Zijn toegewijden af. Het zoeken naar fouten kan nooit iemands toewijding of spirituele realisatie bevorderen; het brengt enkel ernstig zware consequenties met zich mee. Dit is één van de redenen waarom grote zielen vermijden iemand te bekritiseren, vooral toegewijden.”
Srila Bhakti Promode Puri Goswami Maharaj gaat daarna als volgt verder:
“Een oprechte toegewijde zal zich zeer oplettend onthouden van het zich inlaten met allerlei minachtende gedachten over de externe kenmerken van een Vaisnava. Dit is vooral belangrijk met betrekking tot verheven personen die de echte redders der mensheid zijn, maar zelfs een beginnende toegewijde die pas net zijn beschutting heeft gezocht bij een Vaisnava guru dient gerespecteerd te worden, en moet niet met een wereldse standaard beoordeeld worden. Vrindavan Das Thakur schrijft dat als zelfs een oudgediende Vaisnava dit wel zou doen, hij nog de zware consequenties van het gebrek hebben aan respect voor een andere Vaisnava zal moeten ondergaan.
Zo’n overtreder mag dan wel chanten en allerhande devotionele zaken in de praktijk brengen, maar dat is slechts toneelspel: zelfs in het tijdsbestek van een miljoen levens zullen deze daden niet de vruchten van toewijding opleveren. Wat is het nut van zulk soort bhajan en sadhana wanneer het enige medium waardoor Krishna’s genade neerdaalt belasterd wordt? Het is onmogelijk de genade van de Allerhoogste Heer te ontvangen als de zegeningen van Guru en Vaisnava worden verwaarloosd.
De Allerhoogste Heer is Bhakta Vatsala, de beschermheer van de toegewijden. Hij schenkt nog niet het geringste beetje aandacht aan de gebeden van zulke overtreders. Verstoken van genade van de Heer vallen zij ten prooi aan de demonische en atheïstische mentaliteit die langzaam maar zeker hun aard zal ontaarden; en zo worden zij een last voor de wereld.”
Vertaald uit “The Heart of Krishna”, van Srila Bhakti Promode Puri Goswami Maharaj