Het is jammer dat er jaarlijks zo veel mensen zelfmoord plegen of een poging daartoe doen. Waren deze mensen in aanraking gekomen met het Krishna Bewustzijn en zouden ze vertrouwen hebben in de veda’s dan zouden ze voorzeker zijn gered van hun helse lijden na hun zelfmoord. De pijn die iemand voelt als de ziel het lichaam verlaat is te vergelijken met niet één beet van één schorpioen maar met één beet van 42.000 schorpioenen tegelijkertijd. Iemand die zelfmoord pleegt handelt uit onwetendheid. God heeft de wereld geschapen. De veda’s heeft Hij aan ons gegeven als handleiding. Willen we succesvol worden in ons leven dan moeten we de veda’s raadplegen. Alle antwoorden op onze vragen zijn daarin te vinden.
In onderstaand artikel vindt u wat de veda’s zeggen over geesten en hun leven.
In het Shrimad-Bhagavatam staat geschreven dat de geesten in Bhuvarloka wonen, het planetenstelsel tussen Svargaloka, waar de halfgoden leven, en de aardse wereld. Bhuvarloka wordt geleid door Shiva. Hij geeft hun de mogelijkheid om een grofstoffelijk lichaam aan te nemen in de baarmoeder van een vrouw die vrije seks heeft gehad. In dit artikel wordt besproken waarom iemand een geest wordt, wat geesten eten, waarom ze vereerd worden en wat het lot van een toegewijde is.
Waarom wordt iemand een geest?
Volgens de Garuda Purana wordt een zondig mens die de volgende zonden heeft begaan, in zijn volgende leven een geest:
Hij die de heilige bronnen schendt —de reservoirs, de meren, parken, tempels, waterscheidingen, armenhuizen enz. — en die mensen misleidt uit winstbejag. Zo iemand zal zeker een geest worden en in die toestand blijven tot de uiteindelijke vernietiging van het universum (nog zo’n 150 miljard jaar).
Als men uit hebzucht de grenzen van dorpen wijzigt en weilanden, reservoirs, parken, ondergrondse afwateringssystemen enz. vernietigt.
Een zondig persoon die sterft aan de hand van candala’s (hondeneters), woedende brahmanen, slangen, dieren met slagtanden, door woeste golven of door de bliksem.
Zij die een onreine dood hebben, zoals zelfmoord door ophanging aan een boom, door gif of door een wapen; zij die doodgaan aan cholera of die levend verbrand worden; zij die overlijden aan onreine, weerzinwekkende ziekten of door overvallers; zij die niet fatsoenlijk zijn gecremeerd na het overlijden; zij die niet de heilige rituelen volgen en zich niet aan de heilige gedragsregels houden; zij die geen Vrishotsarga en geen maandelijkse pinda-riten [offeringen aan de voorouders] uitvoeren; zij die shudra’s toestaan om geheiligd gras, takjes en andere delen van de Agni-homa-yajiia [bepaald offer] te brengen; zij die zich van een berg storten en zij die gedood worden door instortende muren; zij die bezoedeld zijn door menstruerende vrouwen; zij die overlijden in de lucht (het firmament), en zij die Vishnu vergeten; zij die omgang hebben met personen die bezoedeld zijn ofwel door geboorte, ofwel door de dood; zij die worden doodgebeten door een hond of op een andere onreine manier komen te overlijden, worden geesten en zwerven zo over de wereld.
Hij die zijn eigen moeder, zuster, vrouw, dochter of schoonzuster afwijst, terwijl er in hen geen onreinheid te bespeuren valt, zal zeker een geestenbestaan krijgen.
Hij die zijn eigen broer bedriegt, een brahmaan of een koe doodt, alcohol drinkt, het bed van de spiritueel leraar bezoedelt, goud en zijden kleding steelt.
Hij die zich onrechtmatig aanbetalingen toeeigent, een vriend bedriegt, gemeenschap heeft met de vrouw van een ander, iemands geloof ontneemt of wreed is.
Hij die geen respect toont voor de familiegewoonten, andere gewoonten aanneemt, of zonder kennis of goed karakter is.
Hij die voedsel aanneemt dat is geofferd door een verdorven persoon en die sterft met dat voedsel nog steeds in zijn maag.
Een priester de offerande van een onwaardig persoon uitvoert en de offerande van een waardig persoon negeert.
Iemand die omgaat met slechte mensen. Hij die met dronkaards omgaat of zich overgeeft aan seksuele omgang met een vrouw die verslaafd is aan wijn.
Iemand die onbewust vlees eet.
Hij die de rijkdom van een brahmaan, een tempel of zijn meester misbruikt.
Hij die geld neemt van zijn schoonzoon voordat het huwelijk heeft plaatsgevonden.
Hij die sluw en listig is ten opzichte van een vriend, de vrouw van een ander bemint, of ontrouw is en een bedrieglijke ellendeling.
Hij die zijn broer haat, hij die een brahmaan heeft gedood, een koe heeft geslacht of verslaafd is aan wijn, een leugenaar, een gouddief of hij die zich illegaal het land van een ander toeeigent — zij worden allen geesten.
Het verhaal van een tempel-pujari van Vishnu
Dit verhaal laat ons zien hoe niet alleen een materialistische mens een geest kan worden, maar zelfs een materialistische vaishnava-nieuweling, een prakrta-bhakta.
Op een dag, toen Bhaktivinoda Thakura met zijn zoon Bimala Prasad op reis was naar Purusottama Ksetra, gingen ze naar een tempel om te overnachten. Bhaktivinoda Thakura ging echter niet slapen, maar chantte de hele nacht Hare Krishna. Rond middernacht begonnen er stenen over de tempel heen te vliegen en begonnen de deuren dicht te slaan. Beng! Beng! Beng! Iedereen zou hier enorm van geschrokken zijn, maar Bhaktivinoda Thakura ging gewoon verder met het chanten van Hare Krishna. Aan het einde van de nacht werd alles weer rustig. Toen hij ‘s morgens de dorpe-lingen ontmoette, waren ze verbaasd dat hij in de spooktempel had kunnen verblijven, waar in het verleden een pujari leefde die puja deed en Hare Krishna chantte.
Uit de conversatie bleek dat de pujari, ondanks zijn uitstekende devotionele dienst en het chanten van de heilige namen, geen afstand kon nemen van de materiële verlangens om zijn zintuigen te bevredigen: het genieten van vrouwen, rijkdom, lekkere spijzen, de verering van anderen enz. Hij had de neiging boos te worden op anderen, hun fouten te belichten en hen te bekritiseren. Hij deed zijn devotionele dienst en chantte de heilige naam met overtredingen en moest daarom in zijn volgende leven als geest verschijnen.
Gelukkig werd de geest verlost dankzij het horen van de grote toegewijde Bhaktivinoda Thakura die de pure heilige naam bezong.
Wat eten de geesten?
In de Garuda Purana staat een lijst met de meest weerzinwekkende gerechten die geesten lekker vinden. Slijm, de verschillende stoffen die het lichaam afscheidt, ontlasting en urine, vermengd met zweet, vuil en etensres-ten enz., enz.
Waar is hun verblijfplaats?
Geesten drinken en hebben plezier in huizen die smerig zijn, waar afval onnadenkend wordt weggeslingerd. Ook bezoeken ze graag mensen die vies zijn. Ze verblijven in huizen van mensen die onrein, leugenachtig en zonder zelfbeheersing zijn, evenals in huizen van uitgestotenen en dieven. In zulke huizen ontmoeten ze elkaar en nemen er samen hun maaltijden.
Ze dwalen vooral graag in huizen waar geen mantra’s worden gereciteerd, waar geen offergaven worden gedaan, waar geen homa [vuuroffer] gehouden wordt, en waar de mensen niet regelmatig de veda’s bestuderen of godsdienstige riten uitvoeren. Ook hangen ze rond in huizen waar de goden niet worden vereerd, waar het gezinshoofd een onwaardige ellendeling is, waar geen schaamte is, waar men niet behoorlijk gekleed gaat en waar de arme echtgenoot onder de plak van zijn vrouw zit.
Ze zijn uitgelaten in de huizen waar hebzucht, woede, sufheid, zorgen, angsten, trots, lethargie, ruzies, bedrog en misleiding heersen. Ze komen terug in hun voormalige huis, waar ze tekens geven aan hun afstammelingen. Ze bezoeken ook de plaatsen waar hun kinderen, vrouw en overige familieleden slapen.
Als iemand droomt van een paard, een olifant, een stier of een mens met een vervormd gezicht, of als iemand wakker wordt en zichzelf aan de andere kant van het bed ziet staan, dan zijn geesten aan het werk geweest. Als iemand in zijn droom vastgeketend is, als zijn overleden voorouders om voedsel vragen, als iemand zijn eten wegpakt in zijn droom, als de dromer dorstig is en water drinkt, als hij op een stier rijdt, een sprong in de lucht maakt, hongerig naar een heilige plaats gaat, luid praat tegen koeien, stieren, brahmanen, godheden, geesten en demonen, dan is dit allemaal het werk van de geesten. Vele tekens in dromen zijn afkomstig van geesten. Als men zijn vrouw, familielid, zoon of echtgenoot dood aantreft in zijn droom, is dat het werk van geesten. Als iemand in zijn droom zijn zoon, huisdier, vader, broer of vrouw het huis ziet verlaten, dan is dat ook het werk van een geest.
Het vereren van geesten
Vooral in India gebeurt het soms, dat mensen naar een boom gaan waarvan gezegd wordt dat er geesten in verblijven, en deze boom dan gaan vereren. Denk vooral niet dat het vereren van geesten hetzelfde is als het aanbidden van de vertrouwelingen van de Heer. Geesten en verwante wezens moeten niet vereerd worden, omdat ze niet de vertrouwelingen van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zijn. Het vereren van geesten is verboden.
In de Padma Purana staat dat het aanbidden van yaksa’s, pisaca’s, andere geesten en demonen die sterkedrank drinken en vlees eten, en zelfs het aanbidden van de halfgoden die op de hogere stoffelijke planeten leven, net zo zondig is als het drinken van sterkedrank. Het is het beste dat men helemaal niet aan geesten denkt, want ze worden er meteen door aangetrokken en zullen zeker voor problemen zorgen. Het ergste dat iemand die op zo’n manier zijn tijd verspilt kan overkomen, is dat hij op het moment van zijn overlijden aan een geest denkt en daardoor zelf een geest wordt en daar heel erg onder zal lijden. Hij heeft dan namelijk geen stoffelijk lichaam meer om zijn zintuigen mee te bevredigen. Wat valt er dan nog te zeggen over geestenaanbidders? Zij zullen geboren worden te midden van geesten en kunnen een van de volgende vormen krijgen: de lekha met een geitenbek, de rohaka met het gezicht als een berg, de shigh-raga met een koeienkop, de shuci-mukha met een mond van naalden of de prayushitam met de nek van een kraanvogel.
Om geen gevaar te lopen, zijn er verschillende dingen die je kunt doen. Denk altijd aan Krishna en vergeet Hem nooit. Geesten vinden de heilige naam onprettig en zullen daarom wegvluchten. In de Brhan Naradiya Purana staat geschreven dat demonen, geesten en duivels alle plaatsen waar heer Keshava in de vorm van Shalagram-shila aanwezig is mijden en dat ze de mensen en die plaats niet tot last kunnen zijn.
Het spreekt voor zich, dat het aanbrengen van tilaka niet alleen het lichaam reinigt, maar de drager ook beschermt tegen geesten, kwaadaardige invloeden, slechte dromen, ongelukken en vele andere zaken. Het houdt de geest kalm en maakt het mogelijk om altijd aan Heer Krishna te denken.
Nu rijst een vraag: ‘Hoe kan men een toegewijde helpen die zijn lichaam heeft verlaten en die nu, door enkele slechte activiteiten in het verleden, een geest is geworden?’ Het antwoord is: `Help eerst jezelf. Zorg dat je Krishna dierbaar wordt, en als je vooruitgang maakt, denk dan goedgunstig over die ziel. God zal hem of haar dan in ruime mate behulpzaam zijn.
In de Sri Caitanya-caritamrta legt Haridasa Thakura uit dat het chanten van de heilige naam in de fase van namabhasa (reinigingsfase, nog niet op het niveau van zuiver chanten), volledige bevrijding geeft van de invloed van geesten. En zoals in de zeer bekende tekst uit de Bhagavatam staat: hij die een toegewijde van Krishna is, kan zijn verwanten bevrijden van iedere slechte levensgesteldheid — of het nu een geestenbestaan is of een hels bestaan. Men hoeft dus niets anders te doen dan een zuivere toegewijde van Krishna worden, Hare Krishna te chanten en blij en tevreden te zijn. Iedereen die je kent of ooit zult kennen als vriend, bloedverwant enz. zal baat hebben bij je spirituele vooruitgang. Hare Krishna.