Als iemand je beledigt, als iemand je slaat of je op een of andere manier mishandelt, zie hem niet als een vijand. Jouw activiteiten zijn je vijand. Dus, wat zouden je activiteiten moeten zijn van nu af aan en in de toekomst? Bekritiseer niet, bega geen overtredingen, doe niets verkeerds. Anders zullen je activiteiten naar je terugkeren en leed veroorzaken. In deze wereld is niemand je vijand.
Śrī Nārada Gosvāmī ging naar Kamsa Mahārāja, en Kamsa dacht, “Hij is mijn guru.” Daarna ging Nārada naar Vasudeva Mahārāja, en ook hij dacht, “Hij is mijn guru.” Nārada rsi ging eens naar Kamsa en zei, “Oh, waarom ben je aan het wachten? Waarom ben je alle zoons van Vāsudeva niet aan het doden? Wanneer ze allemaal gezamenlijk komen, wat zul je dan doen? Ik ben naar Kailāsa gegaan, en was aanwezig bij de vergadering van alle halfgoden toen ze een samenzwering aan het plannen waren hoe jou te doden. De halfgoden hebben nu geboorte genomen in de Yadu en Vrsni dynastieën, en zij zullen jou doden als je niet oplet.” Hierna ging hij naar Vasudeva Mahārāja, hij zei, “Oh, maak je geen zorgen. Jouw tijden van tegenspoed zijn voorbij. Nu zal de achtste zoon van Devakī weldra Kamsa doden. Dus wacht nog even; wacht nog eventjes. Voel je niet zo zwak.” Nārada rsi wist alles. Dus, probeer altijd bhajana te doen, zonder te denken, “Hij heeft me beledigd. Hij is mijn vijand. Hij is mijn vriend.” Wees niet zoals dit. [Zie eind annotatie]
De enige vrienden zijn Krsna en guru. Het is erg moeilijk, erg zeldzaam, om een echte toegewijde te vinden, die een echte vriend is, en die, zonder enig verlangen naar persoonlijk gewin, goed voor je is en altijd aan jouw welzijn denkt. Je vrouw, zonen en vrienden zullen je altijd proberen te bluffen, en ze zullen proberen van hun eigen zingenot te genieten, niet voor jou; niet zodat jij gelukkig zal zijn. Probeer deze waarheden te kennen.
Rijkdom kan je ook niet redden. Wees volkomen gericht op Śrī Krsna, en tracht dan erg gelukkig te zijn, zonder enig probleem. Het enige probleem is, “Oh, hoe kan ik Krsna bereiken? Oh, waar is Vrajendra-nandana (Śrī Krsna, de zoon van de Koning van Vraja)? Waar is Vrajendra-nandana? Waar is Rādhikā?”
Eind annotatie: [ “Als er zich een voorval voordoet en ik beweer dat niemand met mij meewerkt of dat niet met mij wil samenwerken,dan is dat mijn tekortkoming, niet die van hun. De Vaisnava toegewijde moet op deze manier denken. We horen geen fouten te vinden in anderen en ze bekritiseren en weggaan, dat is niet het Vaisnava pad. We doen er beter aan om altijd klaar te staan om alle respect aan anderen te geven, en ze altijd als onze superieuren te beschouwen.”
Brief van Śrīla Bhaktivedānta Svāmī Mahārāja aan Gaurasundara. Los Angeles, 26 Augustus , 1972. ]