Srimad Bhagavatam Canto 5, Hoofdstuk 14 vers 2.
In het woud van het materiële bestaan zijn de onbeheerste zinnen als plunderaars. Soms verdient de geconditioneerde ziel wat geld, dat gebruikt zou moeten worden om vooruitgang te maken in Krsna bewustzijn, maar de onbeheerste zinnen beroven hem er helaas van door het op te eisen voor zinsbevrediging. De zinnen zijn plunderaars omdat zij er de oorzaak van zijn dat iemand zijn geld nodeloos uitgeeft aan zien, ruiken, proeven, aanraken, horen, het vervullen van verlangens en het volgen van zijn wil. Zo komt het dat de geconditioneerde ziel verplicht is om zijn zinnen te bevredigen, en op deze wijze geeft hij al zijn geld uit. Eigenlijk heeft hij dit geld verdiend om de religieuze principes ten uitvoer te brengen, maar de plunderende zinnen hebben het hem afgenomen.
Parva-jamnarjita vidya purva-janmarjitam dhanam agre dhavati dhavati
Door de principes van het varnasrama-dharma te volgen, kan men een betere positie in de materiële wereld krijgen. Iemand kan rijk, geleerd, mooi of van goede komaf zijn. Wie al deze kwaliteiten bezit, moet goed weten dat hij ze gekregen heeft om vooruitgang te maken in Krsna-bewustzijn. Wanneer iemand echter misleid is, misbruikt hij zijn hoge positie helaas om zijn zinnen te bevredigen. Daarom worden de onbeheerste zinnen als plunderaars beschouwd. De gunstige situatie waarin men terechtkomt door de religieuze principes na te leven, gaat verloren zodra de plunderende zinnen zich er meester van maken. Wanneer men gehoorzaam aan de wetten van het varnasrama-dharma de religieuze principes naleeft, komt men in een comfortabele situatie terecht. Men kan de voordelen die men in die situatie heeft heel gemakkelijk gebruiken om verder vooruitgang te maken in het Krsna-bewustzijn. Men moet goed begrijpen dat de rijkdom die men bezit en de speciale voordelen die men in deze materiële wereld heeft, niet verspild mogen worden voor zinsbevrediging; ze zijn bedoeld om vooruitgang te maken in Krsna-bewustzijn. In het Krsna-bewustzijn leren de mensen daarom hoe ze hun geest en de vijf kennisverwervende zinnen kunnen beheersen met behulp van een wel omschreven methode. Men moet een sober bestaan leiden en zijn geld aan niets anders uitgeven dan aan het gereguleerde leven der toegewijde dienst. De zinnen eisen mooie dingen om naar te kijken; daarom moet men zijn geld besteden voor de verfraaiing van de arca-vigraha in de tempel. Hetzelfde geldt voor de tong, die lekker eten wil proeven; men moet dit kopen en aan de arca-vigraha offeren. De neus kan gebruikt worden door aan de bloemen te ruiken die aan de arca-vigraha geofferd zijn, en we kunnen onze oren benutten door naar de Hare Krsna-mantra te luisteren. Op deze wijze kunnen de zinnen gereguleerd raken en gebruikt worden om vooruitgang te maken in Krsna-bewustzijn. Men mag zijn goede situatie dus niet bederven door zich over te geven aan materiële zinsbevrediging in de vorm van ongeoorloofde seks, het eten van vlees, het gebruik van bedwelmende en stimulerende middelen en gokken. Als we in auto’s rondrijden, onze tijd verdoen in nachtclubs en in restaurants waar we afschuwelijk voedsel voorgeschoteld krijgen, verkwisten we onze welgestelde positie in de materiële wereld. Op al deze manieren beroven de plunderende zinnen de geconditioneerde ziel van alle voordelen die hij met grote moeite verworven heeft.