De grootste Krishna tempel van India is in Sri Rangam in Zuid India. Krishna wordt daar vereerd in de vorm van Narayana. Pelgrims overbruggen vaak honderden kilometers om een glimps op te vangen van deze prachtige Deity, genaamd Ranganath Swami. Meer dan vijf eeuwen geleden woonden er in deze stad drie broers. Ze waren alle drie geleerde Brahmana’s. Een van hen heette Vyenkata Bhatta en hij had een zoon genaamd Gopal Bhatta. Iedereen in de familie diende de Deity.
Sri Caitanya bezocht Sri Rangam toen Gopal Bhatta zeven jaar oud was en bleef daar gedurende de vier maanden van het regenseizoen. Discussiërend over de geschriften bracht Hij dagenlang door met de drie broers. De kleine Gopal Bhatta mocht Hem dienen. Sri Caitanya legde de gebroeders uit, “Ondanks dat jullie verering van Laxmi en Narayana perfect is en vol toewijding, is de verering van Radha en Krishna nog altijd beter. Het beste voorbeeld wordt gegeven door de gopi’s van Vraja. De liefde van de gopi’s voor Krishna is zo intens, zo zoet, en zo compleet, dat het boven alle andere vormen van verering staat en dus niet te vergelijken is:’ Gedurende de weken die volgden haalde de Heer de gebroeders over om Radha en Krishna te vereren om zo meer spirituele vooruitgang te kunnen maken. Ze waren blij om Zijn instructies te volgen omdat ze begrepen dat Sri Caitanya niemand anders was dan Krishna Zelf.
Toen de tijd kwam dat de Heer zou vertrekken, huilde de jonge Gopal Bhatta zo klaaglijk, dat de Heer zo genadig was nog een paar extra dagen te blijven, alleen maar om hem te plezieren.
Kort daarna had Gopal Bhatta een droom waarin Chaitanya Mahaprabhu Zijn vorm als Krishna openbaarde. Hij instrueerde de jongen, “blijf thuis en zorg voor je ouders. Wanneer zij deze wereld verlaten, ga dan naar Vrindavan en assisteer Rupa en Sanatan Goswami.” Gopal Bhatta nam deze instructie ter harte.
OPLEIDING
Tijdens zijn jeugd studeerde Gopal Bhatta bij zijn oom Prabodhananda Saraswati, een zeer geleerd geestelijk leraar. Grondig leerde hij Gopal Bhatta de essentie van de Vedanta, poëtische compositie en de grammatica van het Sanskriet. Als meester in deze onderwerpen, raakte zijn roem wijd verspreid. Toen hij dertig was leed hij onder het verlies van zijn ouders, en hij vertrok naar Vrindaven zoals opgedragen door Sri Caitanya Mahaprabhu.
DE DAGEN IN VRINDAVAN
In Vrindavan bracht Gopal Bhatta zijn leven door als bedelmonnik. Hij leefde zonder enig comfort en bedelde voor zijn eten. Hij assisteerde Rupa en Sanatan in het schrijven van vele belangrijke geschriften. Hij bracht de toegewijden veel plezier door verhalen te vertellen over de activiteiten van Heer Caitanya in Zuid India.
De Heer verbleef in die tijd in Jagannath Puri. Hij ontving brieven van Rupa en Sanatan, waarin ze hun waardering voor Gopal Bhatta’s devotionele kwaliteiten en zijn onthechting uitten. De Heer was hiermee zo geplezierd dat hij een cadeau naar Gopal Bhatta stuurde: een houten stoel en een shawl, die hij persoonlijk gebruikt had. Gopal Bhatta vereerde deze heilige voorwerpen voor de rest van zijn leven.
DE TWAALF HEILIGE STENEN
Op een dag maakte Gopal Bhatta een lange en moeilijke tocht te voet ver voorbij India, naar de Gandaki rivier in Nepal. Daar vond hij twaalf shila’s, heilige stenen. Hij nam Ze mee naar Vrindavan met de bedoeling om Ze te vereren. Door Hun specifieke markeringen kunnen deze speciale stenen geïdentificeerd worden als een speciale incarnatie van Krishna. Een Nrsingha-shila verschijnt met een gapende mond met heel veel tanden.
Toen Gopal Bhatta terug kwam in Vrindavan, voelde hij zich, nederig als hij was, ongekwalificeerd om de shila’s te vereren. Daarom besloot hij terug te gaan naar Nepal en Ze naar de Gandavi Rivier terug te brengen.
Wadend in het heldere water van de heilige rivier sprak Gopal Bhatta respectvol de gepaste mantra’s en liet de stenen in het water. Tot zijn grote verbazing, sprongen de stenen TERUG in zijn handen. Hij probeerde het opnieuw en opnieuw, maar elke keer sprongen de shilas terug in zijn handen, alsof Ze weigerden zijn gezelschap op te geven. Hij begreep dat het Krishna’s verlangen was dat hij de shila’s zou houden en vereren, vanaf dat moment droeg hij Ze in een tas die aan zijn nek hing.
DE VERSCHIJNING VAN SRI RADHA RAMAN
Enkele jaren later ontdekte hij een wonder. Tot zijn grote verbazing had de Damodar Shila Zichzelf getransformeerd in een prachtige Deity van Krishna. Gopal Bhatta was buiten zinnen van geluk en viel op de grond. Uit dankbaarheid stortte hij hartverwarmende gebeden uit. Toen ze over deze wonderlijke gebeurtenis hoorden renden alle oudere Vaisnavas en Goswami’s naar de plek om getuige te zijn van het resultaat van deze wonderbaarlijke transformatie. Gopal Bhatta noemde de Deity “Radha Raman” wat betekent “Krishna, die plezier schenkt aan Radha”.
Er werd een indrukwekkende tempel gebouwd voor de verering van Radha Raman. Tot vandaag de dag bezoeken toegewijden van over de hele wereld Radha Raman om gebeden aan te bieden en zich te verwonderen over zijn wonderbaarlijke vorm. Hij is slechts dertig centimeter groot. Aan Zijn linker zijde staat een zilveren kroon, als vertegenwoordiging van Radha. Gopal Bhatta Goswami wordt geaccepteerd als een van de meest voorname autoriteiten in Vaisnavisme. Nadat hij zijn lichaam had verlaten werden zijn heilige overblijfselen begraven in de tempel van zijn geliefde Radha Raman.
In Krishna-lila is Gopal Bhatta Goswami Guna Manjari.