We horen een aantal gemoedsgesteldheden te hebben tijdens arati. Het hoort niet verricht te worden zonder gevoel. Als je een offer maakt, dien je ook een gevoel te hebben. Het kan de gemoedsgesteldheid van Yasoda Ma zijn, die alles aan Krsna offert en daarna aan iedereen distribueert. Als je svarupa (constitutionele positie) het gemoed van gopi’s is en je bent heel erg gekwalificeerd hiervoor, als je een hebzucht hebt hiervoor, dan kan je zien dat Srimati Radhika alle offerandes aan Krsna geeft. We moeten proberen Srila Bhaktivinoda Thakura, Srila Narottama dasa Thakura en alle anderen zoals zij, te volgen. Srila Bhaktivinoda Thakura heeft ons de Bhoga Arati kirtana gegeven:
bhaja bhakata-vatsala sri-gaurahari
sri-gaurahari so hi gosta-bihari
nanda-yasomati-citta-hari
[“Aanbidt Sri Gaurahari, die altijd vol affectie is voor Zijn toegewijden. Hij is niemand anders dan Krsna, die rondtrekt met zijn koeien van bos naar bos en die de harten van Nanda en Yasoda stal.”]
Srila Narayana Maharaja leidt de toegewijden in het zingen van:
yasomati-nandana, vraja-varo-nagara
gokula-ranjana kana
gopi-parana dhana, mandana-manohara,
kaliya-damana-vidhana
[“Krsna is Yasoda Maiya’s geliefde zoon en beste minnaar in Brajabhumi. Als Kana (een geliefde naam van hem) geeft hij vreugde aan Gokula en is de rijkdom van het leven van de gopis. Hij is een ingeteerde dief, steelt de harten van iedereen en hij verbrijzelde de Kaliya slang.”]
Tijdens mangala arati zijn de gopis, vooral Lalita en Vishakha, arati aan het doen van Radha en Krsna. Yasoda Ma doet arati om acht of negen uur in de ochtend, vlak voordat Krsna naar het bos gaat om de koeien te grazen. Door haar arati neemt ze alle ziektes, leed dat kan komen en alle obstakels weg. Lalita en Visakha doen arati tijdens nisanta, het einde van de nacht en vertellen Radha en Krsna: “Jullie moeten naar jullie eigen huis gaan.” We dienen al deze waarheden te kennen.
Bron: www.purebhakti.com – “Moods While Chanting” door Srila Bhaktivedanta Narayana Maharaja