Wanneer de Heer ziet dat een toegewijde volkomen oprecht is in het verkrijgen van toegang tot de transcendentale dienst aan de Heer en dus gretig is om over Hem te horen, handelt de Heer van binnenin de toegewijde op zo’n manier dat de toegewijde gemakkelijk naar Hem terug kan gaan. De Heer verlangt er meer naar om ons terug te halen naar Zijn koninkrijk dan dat wij kunnen verlangen. De meesten van ons verlangen er helemaal niet naar om terug naar God te gaan. Slechts een handvol mensen willen teruggaan naar God. Maar Sri Krishna helpt iedereen die er naar verlangt om terug te gaan naar God in alle opzichten.
Men kan het koninkrijk van God niet betreden tenzij men volledig gezuiverd is van alle zondes. De materiële zondes zijn voortbrengsels van ons verlangen om over de materiële natuur te willen heersen. Het is erg moeilijk om van zulke verlangens af te komen. Vrouwen en rijkdom zijn erg moeilijke problemen voor de toegewijde die vooruitgang boekt op het pad terug naar God. Vele trouwe volgelingen in de devotionele lijn vielen ten prooi aan deze verleidingen en trokken zich zo terug van het pad van bevrijding. Maar wanneer men door de Heer Zelf geholpen wordt, wordt het hele proces zo gemakkelijk als iets, een peulenschil, door de goddelijke genade van de Heer.
Dat men rusteloos wordt wanneer men in contact komt met vrouwen of geld wekt geen verbazing, omdat ieder levend wezen sinds ver verwijderde tijden met zulke dingen verbonden is, praktisch sinds onheuglijke tijden, en het heeft tijd nodig om van die zich aangewende natuur te herstellen. Maar als men zich bezighoudt met het horen van de glories van de Heer, realiseert hij zich geleidelijk aan zijn werkelijke positie. Door de genade van God krijgt zo’n toegewijde voldoende kracht om zichzelf te verdedigen tegen de toestand van verstoringen, en geleidelijk aan worden alle verstorende elementen uit zijn geest verwijderd.
Bron: Srimad Bhagavatam – purport Sri Srimad BV A.C. Swami Maharaja