Van Śrīla Gour Govinda Svāmi Maharāja
Er is een uitdrukking, nyāya (logica) genaamd Gaḍḍalikā-srota-nyāya, het gedrag van een kudde schapen. Gaḍḍalikā betekent kudde schapen. Heeft u ooit een kudde schapen in beweging gezien, met een schaap voorin, de leider? Als de leider in een sloot springt, dan springt de hele kudde schapen in de sloot. Ze gaan nooit de andere kant op. Dit is de werkelijkheid. Niemand denkt voor zichzelf na. “O ja, iedereen aanvaardt hem als guru (geestelijk leraar).” Men zegt: “Hij is een eersteklas toegewijde, een paramahaḿsa (verheven toegewijde) enzovoort.” Men aanvaardt hem als guru, ik volg hen en ik aanvaard hem ook als guru.” Men gaat niet na of de veronderstellingen kloppen of niet. Ik vertel een mooi verhaal hierover. Veel ācārya’s (spirituele leiders) vertellen dit. Het is geen verzinsel, ācārya’s zijn onze bron. Śrīla Bhaktisiddhānta Sarasvatī Ṭhākura heeft dit verhaal verteld.
Er was eens een wasbaas en hij waste kleren. Hij was de wasser van de koning. Hij waste de kleren van de koning en hij had ook een ezel. Meestal heeft een wasbaas een ezel. Ezels zijn lastdieren en worden gebruikt om zware lasten te dragen. De wasbaas gebruikte de ezel om de vuile was af te voeren en gewassen te worden. De ezel werkte vele jaren voor de wasbaas. De ezel werd oud en overleed ten slotte. De wasbaas noemde de ezel Sunanda Gandharva.
Hij dacht toen: “O Sunanda Gandharva is vandaag overleden en ik dien mijn hoofd kaal te scheren en een bad te nemen in heilig water.” Hij schoor zijn hoofd kaal en nam een bad. De priester van de koning zag dat de wasbaas zijn hoofd kaal had geschoren. Hij vroeg: “Waarom heb jij je hoofd kaalgeschoren?” De wasbaas antwoordde: “Weet u het niet, Sunanda Gandharva is vandaag overleden?”
“Sunanda Gandharva is vandaag overleden?”
“ja!”
“Is het vandaag een heel gunstige… een gunstige dag?”
“Ja.”
“Ik ga me kaalscheren vandaag.”
“Akkoord, ga uw hoofd kaalscheren.”
De priester van de koning schoor zijn hoofd kaal. De minister van de koning zag dat de priester zijn hoofd kaal had geschoren. Hij vroeg aan de priester: “Waarom heb jij je hoofd kaalgeschoren?”
De priester zei, “Weet u het niet? Sunanda Gandharva is vandaag overleden. Het is heel gunstige dag, daarom heb ik mijn hoofd kaalgeschoren.”
“O, is dat zo? Een gunstige dag . . .”
“O ja!”
“Ik ga ook mijn hoofd kaalscheren”, zei de minister.
“Akkoord, ga uw hoofd kaalscheren.”
Dus de minister schoor zijn hoofd kaal. De koning zag dat de minister zijn hoofd kaal had geschoren. De koning vroeg: “Waarom heb jij je hoofd kaalgeschoren?”
“Weet u het niet? Sunanda Gandharva is vandaag overleden. Vandaag is een heel gunstige gedag.”
De koning zei: “O, zal ik mijn hoofd kaalscheren?’
“Akkoord, ga uw hoofd kaalscheren.” De koning ging zijn hoofd kaalscheren.
De koningin zag dat de koning zijn hoofd kaal had geschoren, de koningin vroeg: “Waarom heb jij je hoofd kaalgeschoren? Wat is er gebeurd? Waarom heb jij je kaalgeschoren?”
De koning zei: “Weet je het niet? Sunanda Gandharva is vandaag overleden. Het is vandaag een gunstige dag.”
De koningin vroeg: “Wie heeft dat gezegd?”
De koning zei: “De minister.”
“Vraag de minister hier te komen.” De minister kwam en de koningin vroeg: “Waarom heb jij je hoofd kaalgeschoren?”
De minister antwoordde: “Sunanda Gandharva is vandaag overleden.”
“Wie heeft dat gezegd?”
“De priester.”
“Vraag de priester om hier te komen.”
De priester kwam en de koningin vroeg, “O priester, ik zie dat jij je hoofd heb kaalgeschoren, goed. Waarom heb jij je hoofd kaalgeschoren?”
De priester antwoordde: “Sunanda Gandharva is vandaag overleden.”
“Wie heeft dat gezegd?”
De priester antwoordde: “De wasbaas.”
“Roep de wasbaas.”
De wasbaas werd opgeroepen bij de koningin en zij vroeg, “Wasbaas wie is die Sunanda Gandharva die vandaag is overleden? Jij hebt je hoofd kaalgeschoren en anderen hebben ook hun hoofd kaalgeschoren voor Sunanda Gandharva. Wie is hij?”
Hij zei: “O koningin, ik had een ezel… zijn naam was Sunanda Gandharva, hij is vandaag overleden.” Ziet u een ezel was overleden en ze gingen allemaal hun hoofd kaalscheren. Niemand vroeg wie is Sunanda Gandharva? Waarom dienen we ons hoofd kaal te scheren? Begrijpt u? Dit noemen we gaḍḍalikā-srota-nyāya, kuddegedrag van schapen en als de leider in de sloot springt dan volgen de andere zonder na te denken. Dit is de werkelijkheid.
Een beoefenaar van het geestelijk leven volgt niet blindelings iemand. Het moet duidelijk zijn dat het raadzaam is om nooit blindelings iemand te volgen. Men dient oprecht te zijn in de beoefening van het geestelijk leven. Begrijpt u? En Kṛṣṇa zal intelligentie geven om Hem te bereiken dadāmi buddhi-yogaṁ taṁ. In de Bhagavad-gītā (10.10)* heeft Kṛṣṇa dit gezegd. Ik zal hem buddhi (intelligentie) geven. Zuivere intelligentie komt van Kṛṣṇa . We dienen oprecht te zijn in ons streven om Krsna te bereiken. Maar niemand was oprecht, en daarom is dit het gevolg. Begrijpt u? Wees nu oprecht. Bid tot Kṛṣṇa, Śri Caitanya Mahāprabhu en Śrīla Prabhupāda vanuit het diepst van uw hart en met volle overtuiging en onwankelbaar geloof. Ze moeten u dan helpen. Duidelijk? Ja. Ze moeten u dan helpen. Zij zullen u de intelligentie geven om de persoon die een bonafide guru is te herkennen, begrijpt u, Krsna zal u helpen, zeker, Mahāprabhu zal u helpen, Prabhupāda moet u helpen, hij is zo liefdevol, begrijpt u?
Het is een praktische aanwijzing uit de śāstra (geschriften), en het is heel praktisch. Het is niet verzonnen of een theoretisch aanwijzing. Ik spreek niet theoretisch, het is praktisch. Dit is mijn praktijkervaring. Zo heb ik ook mijn geestelijke leraar ontmoet. Wees dus oprecht en vermijd kuddegedrag.
*Bhagavad-gītā zoals ze is (10.10)
teṣāṁ satata-yuktānāṁ, bhajatāṁ prīti-pūrvakam
dadāmi buddhi-yogaṁ taṁ, yena mām upayānti te
Aan hen die Mij voortdurend met liefde en devotie dienen, geef Ik het verstand waarmee ze tot Mij kunnen komen.
Vertaling: Dāmodara dāsa