De verschijning van Sri Govardhana in Braja
Volgens de Adi Varaha Purana, brachten de apen en beren in het tijdperk van Ramacandra, grote rotsblokken en stenen vanuit vele plaatsen om een brug te bouwen over de oceaan heen. In opdracht van Ramacandraji, bracht Hanumanji de Govardhana vanuit Uttarancala naar de oceaan. Plots hoorde hij een goddelijke stem die het volgende zei: “De brug in de oceaan is klaar; er zijn daarom geen rotsen meer nodig”
Toen Hanuman dit hoorde werd hij verdrietig en zette Sri Giri-rajaji neer, waar hij nu nog staat. Girirajji was heel ongelukkig en zei tegen Hanumanji: ” Je hebt mij de aanraking van Rama’s lotusvoeten ontnomen. Ik zal je vervloeken” Hanumanji antwoordde:” vergeef me alstublieft. In het aankomende Dvapara-tijdperk zal jouw wens in vervulling gaan. Indertijd zal de Allerhoogste Godspersoon Sri Krishna de verering van de hemelkoning Indra stoppen en jouw aanbidden. Uit woede zal Indra door middel van zijn werpschijf en stortregen proberen braja te vernietigen. Op dat moment zal Sri Krishna jouw in zijn hand vasthouden en jouw wens in vervulling laten gaan”. Na dit te hebben gezegd sprong Hanumanji in de lucht en kwam bij Ramacandraji aan.
Na het hele voorval aan hem verteld te hebben, zei Ramacandraji, “al deze rotsen die bijeengebracht zijn om de brug te bouwen, zijn door de aanraking met mijn lotusvoeten reeds bevrijd. Maar ik zal de wens van de Govardhana vervullen door hem met mijn hand en mijn hele lichaam aan te raken. Aan het eind van het Dvapara-tijdperk zal ik geboorte nemen in de dynastie van de Yadu’s en zal Govardhana beroemd maken als de beste dienaar van Hari door het hoeden van de koeien samen met mijn vrienden op zijn hellingen en door te genieten met mijn geliefde gopi’s in zijn kunja’s”.