Uitnodiging zeer bijzondere Bhagavad Gita Jayanti en Moksada Ekadasi viering op zaterdag 10 december 2016 met Swami Bhaki Kinkar Damodar Maharaja uit Govardhan, India.
Lieve toegewijden en geïnteresseerden,
Op zaterdag 10 december 2016 vieren we Gita Jayanti en tevens ook Moksada Ekadasi samen met Swami Bhaki Kinkar Damodar Maharaja.
AANVANG 17:00 – 20:00
Programma: Kirtan, Lezing, Aartie en Prasadam
Bhakti Yoga Center
Sigrid Undsetweg 300
3069 BV ROTTERDAM
De Bhagavad-gita (Het lied van God) is niet alleen een van de grootste spirituele en filosofische klassiekers ter wereld, maar ook de essentie van de vedische wijsheid van India over het spirituele wezen van de mens, zijn gebondenheid in de cyclus van geboorte en dood, en uiteindelijk zijn relatie met God. In deze dialoog van zevenhonderd verzen onderwijst Sri Krsna, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, die kennis aan Arjuna, Zijn vriend en toegewijde. Maar hoewel hun gesprek plaatsvond in een ander tijdperk en te midden van vijandige legers op het slagveld van Kuruksetra, richt Sri Krsna Zijn boodschap tot alle tijden en mensen.
ya idam paramam guhyam mad bhaktesv abhidhasyati
bhaktim mayi param krtva mam evaiayaty asamsayah
na ca tasman manusyesu kascin me priya-krttamah
bhavita na ca me tasmad anyah priyataro bhuvi
(Bhagavad-gita 18.68-69)
[Degene die deze meest vertrouwelijke kennis van de Bhagavad-gita onderwijst aan Mijn toegewijden zal de allerhoogste transcendentale toewijding voor Mij verkrijgen, en zal nadat hij verlost is geraakt van alle twijfel uiteindelijk Mij bereiken. Er is niemand in de menselijke samenleving die Mij meer dierbaar is dan iemand die dit bericht van de Gita aan anderen uitlegt, noch zal er in de hele wereld iemand zijn de Mij meer dierbaar is dan hem.]
In de Bhagavad-gita (18.65) treffen we het volgende vers aan :
man-mana bhava mad-bhakto mad-yaji mam namaskuru
mam evaisyasi satyam te pratijane priyo ‘si me
‘Laat je geest en hart in Mij opgaan, word Mij toegewijd, vereer Me, breng Me je pranama en zeker zal je tot Me komen. Dat beloof Ik je omdat je Me zeer dierbaar bent.’
Dat is het beste van alle verzen van Bhagavad-gita. We moeten niet denken dat het daaropvolgende vers het beste is (18.66):
sarva-dharman parityajya mam ekam saranam vraja
aham tvam sarva-papebhyo moksayisyami ma sucah
‘Laat alle vormen van religiositeit varen – werelds, bovenwerelds, fysiek, mentaal, varnasrama-dharma, verering van goden en godinnen, zelfs de verering van Narayana en Dvarakadhisa – en zoek je toevlucht alleen bij Mij.’
Hoewel dat het laatste vers is en Krsna ons voorhoudt onze dharma te verzaken, kunnen we nog denken dat er een negatieve terugslag op volgen kan. Maar Krsna zegt: ‘Ik neem de verantwoordelijkheid op Me. Ik vergeef je al je zonden.’ Wanneer we onze ouders laten huilen, onze broers en zusters en verdere familie, wanneer een vrouw haar man laat huilen, een man zijn vrouw, wanneer we onze plicht tegenover de samenleving niet nakomen en ons niet aan de varnasrama-dharma houden, is dat allemaal adharma, onreligieus, en iedereen die zo handelt krijgt er een negatieve terugslag van. Maar Krsna zegt: ‘Ik beloof je dat Ik je dadelijk van elke negatieve terugslag zal verlossen.’
Het vers dat we hier behandelen, man-mana bhava, is nog beter dan dit vers. Het vers sarva-dharman parityajya leert ons hoe we tot saranagati, devotionele overgave, moeten komen, maar man-mana bhava toont ons de vrucht van die overgave en is daarom nog verhevener.
Gita Mahatmya – heer Shiva’s verheerlijking van de Bhagavad-Gita in de Padma Purana.
Parvati (de vrouw van heer Shiva) zei eens tegen haar man: “Mijn beste echtgenoot, jij kent de volledige transcendentale waarheid. Door jouw genade heb ik gehoord over de roem van Heer Krishna, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Wees nu zo goed om me te vertellen over de roem van de Bhagavad-gita die door Heer Krishna gesproken werd, want ik weet dat iemands toewijding toeneemt wanneer hij over zulke onderwerpen hoort.
Heer Shiva antwoordde: “Die persoon van wie het lichaam de kleur heeft van een donkere regenwolk, die gedragen wordt door Garuda, de koning van alle vogels, en die op Ananta Sesa ligt, de duizendkoppige slang die Heer Vishnu of Krishna, die oneindige roem bezit, is degene die ik altijd vereer.”
Daarop beschreef heer Shiva hoe Heer Krishna de bestuurder is van alles terwijl Hij tegelijkertijd afzijdig blijft. Daarnaast beschreef hij hoe Zijn grote toegewijden zich bevrijden van herhaaldelijke geboorte en dood door zich Zijn goddelijke activiteiten te herinneren en hoe zij daardoor Zijn eeuwige natuur bereiken, die vrij is van dualiteit. Heer Shiva beschreef verder hoe Heer Vishnu op de oceaan van melk drijft en de wonderbaarlijke werking van zijn energieën aanschouwt.
Op een keer vroeg Laksmi, de godin van het geluk, aan Heer Vishnu: “0 Heer, Jij bent de oorzaak, instandhouding en vernietiging van de materiële universa. Wees zo goed om mij te vertellen over de werkingen van Je wonderbaarlijke energieën, die zelfs Jou aantrekken.”
Daarop vertelde Heer Vishnu dat alleen iemand van wie de intelligentie gezuiverd is ertoe geneigd is om Hem te dienen en daarom in staat is om Zijn energieën te kennen en te begrijpen. Zo’n persoon leert hoe hij vrij kan raken van de gebondenheid aan geboorte en dood en hoe hij het goddelijke kan bereiken. Zulke transcendentale kennis, zo zei Hij, wordt volledig uitgelegd in de Bhagavad-gita.
Laksmi vroeg toen: “Mijn Heer, als Jijzelf al verbaasd bent over de werkingen van Je energieën, hoe is het dan mogelijk dat de Bhagavad-gita deze oneindige energieën beschrijft en aangeeft hoe ze kunnen worden overwonnen?”
Heer Vishnu zei: “Ik heb Mezelf geopenbaard in de vorm van de Bhagavad-gita. De eerste vijf hoofdstukken zijn Mijn vijf hoofden, de volgende tien hoofdstukken zijn Mijn tien armen, het zestiende hoofdstuk is Mijn maag en de laatste twee hoofdstukken zijn Mijn lotusvoeten. Deze Bhagavad-gita vernietigt alle zonden en een intelligent persoon die dagelijks één hoofdstuk reciteert, of één vers, of een half vers, of zelfs één regel, die zal hetzelfde bereiken als Susarma.” Nadat Hij dit gezegd had begon Hij het eerste hoofdstuk te verheerlijken.
Hoewel hij in een familie van brahmana’s geboorte had genomen, was Susarma een zondige, kwaad¬aardige man zonder een greintje vroomheid. Hij beleefde in het bijzonder plezier aan het pijnigen van anderen. Voor zijn levensonderhoud verkocht hij de bladeren die hij had verzameld en waarvan hij borden en kommen had gemaakt. Op een dag ging Susarma de tuin van een wijze binnen om bladeren te verzamelen toen er een slang aan kwam kronkelen die hem doodbeet. Vanwege al zijn zonden werd hij in vele hellen gesmeten en voor lange tijd moest hij vreselijk lijden.
Na verloop van tijd kreeg hij het lichaam van een stier en werd hij door een kreupele man gekocht, voor wie hij jarenlang zware lasten moest dragen. Op een dag viel de stier bewusteloos neer op de grond toen het een uitzonderlijke zware last droeg. Omstanders hadden medelijden met het dier en gaven het enkele van de vrome resultaten van hun activiteiten. Eén van de omstanders, een prostituee, vroeg zich echter af of ze eigenlijk ooit wel vrome activiteiten gedaan had. Maar omdat iedereen hun vrome resultaten aan de stier gaf, gaf ook zij de resultaten van de vrome daden die zij mogelijk begaan had.
Nadat de stier gestorven was en naar de planeet van Yamaraja, de god van de dood, gebracht was, sprak deze tot hem: “Je bent nu vrij van alle reacties op alle zonden die je begaan hebt, omdat een prostituee je al haar vrome resultaten heeft gegeven.”
In zijn volgende leven werd Susarma opnieuw als een voorname brahmana geboren, maar dit maal kon hij zich zijn voorgaande levens herinneren. Hij besloot op de prostituee die de oorzaak was van zijn bevrijding uit de hel, te zoeken. Toen hij haar gevonden had, vroeg hij haar wat de vrome activiteiten geweest waren die zij gedaan had en de prostituee antwoordde dat haar papegaai dagelijks verzen had gereciteerd die haar hart hadden gezuiverd.
Daarna vertelde de papegaai over deze verzen. In een vorig leven was de papegaai een trotse en afgunstige maar geleerde brahmana geweest die andere geleerde personen beledigd had. Hij had daarom nu het lichaam van een papegaai gekregen.
Maar als papegaai had hij vaak wijzen het eerste hoofdstuk van de Bhagavad-gita horen reciteren en was ook begonnen dit te doen. Op die manier werd hij gezuiverd. Na verkocht te zijn aan de prostituee zette de papegaai zijn recitaties voort en de prostituee had daardoor haar vrome resultaten gekregen.
Susarma werd uiteindelijk volkomen zuiver en binnen korte tijd ging hij naar Vaikuntha, de allerhoogste bestemming.
Sri Gaura Premanande Hari Hari bol!