Mathura, India: augustus, 1992
Srila Narayana Gosvami Maharaja: We moeten proberen om ons hart en onze geest te beteugelen. Sommige mensen hebben ons bedrogen, dat is waar; we zouden echter op de volgende manier moeten reageren, “Ik heb ze in een voorgaand leven bedrogen. Dat is waarom ze mij vandaag bedriegen.” Het zou ons niet boos moeten maken.
Vraag: Maar die mensen kunnen velen mensen in verwarring brengen.
Srila Narayana Gosvami Maharaja: Als je iemand slaat en hij slaat je twee keer zo hard terug, mag je niet klagen. Jij bent begonnen en daar reageerde hij op. Je zou moeten denken, “Ik heb hem in een vorig leven wat leed berokkend, en nu geeft hij mij de reactie daarop terug.” Wordt niet kwaad of afgunstig, anders zal je geest verontrust raken en zul je niet in staat zijn om bhakti te verrichten. Deze les is voor jullie allemaal.
Als iemand je beledigt met woorden, dien je te denken, “Zijn belediging deert me niet. Ik ben niet beledigd.” Als we niet aangedaan zijn, zal de overtreding zich keren tegen de persoon die hem begaan is. Het is niet nodig om kwaad te worden.
Uit het boek Harmonie, een voorproefje – vertaling door Janaki Natha Das.