Voorbereidingen treffen voor Srila Gurudeva’s Verschijningsdag
[Dit jaar, 2020, valt de verschijningsdag van Srila Bhaktivedanta Narayana Gosvami Maharaja op vrijdag 24 januari 2020. We hebben vernomen dat door aan zuivere toegewijden te denken op hun verschijnings- en verdwijningsdagen, zij ons speciale zegeningen zullen schenken ter vordering van Krsna bewustzijn. We geven daarom al onze energie aan hun verheerlijking op die dagen.
Maar we willen niet alleen de verschijningsdag van Srila Gurudeva vieren; we willen dat elke dag zijn verschijningsdag is, in de harten van miljoenen menselijke wezens. Srila Gurudeva heeft ons verteld dat het verspreiden van zijn boeken een krachtige manier is om hem daar te plaatsen. Hij heeft gezegd dat zijn boeken zijn grootste erfenis zijn.
In de volgende passages afkomstig van het boek “The Soul of Book Distribution”, toont Srila Gurudeva hoe alle grootste persoonlijkheden, God en Zijn persoonlijke metgezellen, ook deelnemen aan deze goddelijke onderneming.
Indien u meer van zulke passages wenst te lezen, ga dan alstublieft naar: http://www.gvpbookdistribution.com]
Is boekverspreiding zuivere bhakti? Het hangt van iemands motief af
Sri Caitanya Mahaprabhu verspreidde persoonlijk boeken aan anderen, dus denk niet dat boekverspreiding aropa-siddha-bhakti is. Denk nooit zo; nooit. Srila Vyasadeva stelde eerst Srimad-Bhagavatam samen, en daarna gaf hij Sri Sukadeva Gosvami de instructie om het overal te gaan prediken. Als boekverspreiding aropa-siddha bhakti is, waarom gaf Krsna dan een bevel in de Bhagavad-gita dat deze kennis aan iedereen gegeven dient te worden?
ya idam paramam guhyam mad bhaktesv abhidhasyati
bhaktim mayi param krtva mam evaiayaty asamsayah
na ca tasman manusyesu kascin me priya-krttamah
bhavita na ca me tasmad anyah priyataro bhuvi
(Bhagavad-gita 18.68-69)
[Degene die deze meest vertrouwelijke kennis van de Bhagavad-gita onderwijst aan Mijn toegewijden zal de allerhoogste transcendentale toewijding voor Mij verkrijgen, en zal nadat hij verlost is geraakt van alle twijfel uiteindelijk Mij bereiken. Er is niemand in de menselijke samenleving die Mij meer dierbaar is dan iemand die dit bericht van de Gita aan anderen uitlegt, noch zal er in de hele wereld iemand zijn de Mij meer dierbaar is dan hem.]
Hoe kunnen we prediken zonder Bhagavad-gita in de vorm van een boek? Denk niet dat boekverspreiding aropa-siddha bhakti is. Heb hier sterk vertrouwen in. Als er een ander motief is dan het plezieren van Sri Krsna—als het gedaan wordt om geld te verdienen teneinde zichzelf in zinsbevrediging te kunnen voorzien—dan is het vals, zwendel, aropa-siddha bhakti. Echter, als een boek verspreid wordt om Gurudeva en Krsna te plezieren, ten gunste van de hele mensheid en het hele universum, dan is het geen aropa-siddha bhakti; dan is het svarupa-siddha bhakti, ofwel zuivere bhakti.
Om maar te zwijgen van boekverspreiding, zelfs iemand die de ontlasting van een andere toegewijde schoonmaakt is beter gesitueerd dan iemand die chant en herinnert maar anderen bekritiseert. Vele Mayavadi’s (impersonalisten) en sahajiya’s (degenen die het wereldse seksleven gelijkstellen aan Krsna’s liefdevolle spel en vermaak) chanten de heilige naam, die over het algemeen in de categorie van svarupa-siddha bhakti valt, maar wat is het resultaat van hun gechant? Ze willen opgaan in Krsna, en dit is beledigend. Laat het alsjeblieft duidelijk zijn in je geest; wanneer het boek verspreid wordt ten bate van de mensheid, om Gurudeva te plezieren, is het bhakti.
Als Gurudeva tegen een discipel zegt dat hij de ontlasting van een toegewijde moet opruimen, dan rent die oprechte discipel er onmiddellijk op af om dat te doen.
Er was eens een heel oprechte toegewijde van onze Guru Maharaja die hem zoveel dienst verleende; mrdanga spelen en uitmuntend zingen, koken, en zijn kleren wassen. Toen die jonge discipel ziek werd, had Guru Maharaja het erg druk voor hem te zorgen en te dienen, ook al was die jongen zijn discipel. Op dat moment zei ik persoonlijk tegen Guru Maharaja, “Ik wil u helpen, zodat u tijd overhoudt om te prediken. Ik zal voor mijn godbroeder zorgen.” Iedere dag veegde ik het bloed dat uit zijn mond kwam op, en ruimde zijn urine en ontlasting op. Als gevolg hiervan werd mijn Guru Maharaja erg geplezierd met mij, en dat is waarom ik gezegend ben om hier vandaag te komen prediken.
Heb alsjeblieft geen twijfels. Chant, herinner, doe aan nagar-sankirtana en boekverspreiding, en neem de boeken door; leer de essentie van de boeken en probeer het oprecht te volgen. Dan zal het geen aropa-siddha bhakti zijn. Anders moet het dat zijn.
Avondlezing
Los Angeles, Californië: 12 mei, 2002
Caitanya Mahaprabhu Verspreid boeken
Als boekverspreiding verricht wordt voor eigen doeleinden, zoals persoonlijk materieel gewin of reputatie, dan is het geen zuivere bhakti. Een oprechte toegewijde denkt, “Ik wil dat mensen dit boek nemen en het grondig lezen, zodat ze in staat zullen zijn om een diep begrip van bhakti binnen te gaan.” Sri Caitanya Mahaprabhu kwam terug uit Zuid-India met Sri Brahma-samhita en Sri Krsna-karnamrta, en Hij verzocht Zijn toegewijden om een ketting te maken van de leer die erin staat. Waarom? Omdat er immense beslissende filosofische waarheid in die boeken staat. Zonder alle onderwerpen die erin staan te begrijpen, kan men het rijk van bhakti niet betreden.
Wanneer boekverspreiding plaatsvindt op last van Sri Caitanya Mahaprabhu, om Guru en Krsna te plezieren, dan is het echte bhakti; anders niet. Let hier goed op. Tijdens het verspreiden van Jaiva Dharma denkt de toegewijde bijvoorbeeld, “Ik doe dit om mijn Gurudeva en Krsna te plezieren, zodat iedereen zal weten wat er geschreven staat in Jaiva Dharma.” Je kunt mensen vertellen, “Jaiva Dharma omvat alles van top tot bodem, van fundamentele filosofische waarheden tot esoterische vertrouwelijke waarheden, over hoe je bhakti te ontwikkelen. Als je slechts één boek wil lezen, dan zul je Jaiva Dharma door Srila Bhaktivinoda Thakura moeten lezen. alles vanaf de conclusies van Bhagavad-gita, beginnend met saranagati (de zes soorten overgave met betrekking tot de principes van bhakti) en doorgaand tot aan maha-bhava (de hoogste extatische liefde van de gopi’s), alles is uitgelegd in dit boek. Je zult er enorme baat bij hebben om het te lezen en te volgen.”
Weet dat boekverspreiding essentieel is. Sri Caitanya Mahaprabhu deed het Zelf, en wij moeten Zijn voorbeeld volgen. Maar wees er altijd voor op je hoede dat je boekverspreiding geen sanga-siddha of aropa-siddha-bhakti is.
Avondlezing
Los Angeles, Californië: 11 mei, 2003
Srimati Radhika Promoot Boekverspreiding
[Tijdens deze ochtendwandeling uitte Srila Gurudeva de gemoedsgesteldheden van Srimati Radhika en de linkse gopi’s. Door te zeggen dat de beschrijvingen van Krsna iemand laten huilen van ellendige gescheidenheid van Hem en dat gopi’s hier bewijs voor zijn, verheerlijkt Srimati Radhika hier de verspreiding van deze vertellingen.]
Jayanta dasa: Srila Gurudeva, terwijl we onze dienst aan het verrichten zijn, hoe kunnen we weten in onze harten dat we u werkelijk plezieren?
Srila Gurudeva: Je ziel zal gelukkig zijn. Je zult realiseren, “Ik ben gelukkig.” Als men waarlijk dienst levert aan Srila Gurudeva, dan zal hij dit realiseren. Door het gezicht van Gurudeva te zien, zul je zijn zegening en genade voelen. Aan de andere kant, als Guru of Vaisnava’s niet tevreden zijn met je, zul je het weten omdat je wat ongelukkig bent:
sa vai pumsam paro dharmo
yato bhakti adhoksaje
ahaituky apratihata
yayatma suprasidati
(Srimad-Bhagavatam 1.2.6)
[De allerhoogste bezigheid (dharma) voor de hele mensheid is die waardoor men liefdevolle toegewijde dienst aan de bovenzinnelijke Heer kan bereiken. Zulke toegewijde dienst moet zonder enige beweegreden en ononderbroken zijn om het zelf volledige voldoening te schenken.*]
Het symptoom van dienst zonder bijbedoelingen is dat men zeker gelukkig zal zijn.
[Tegen Atul-krsna dasa] Waarom schreef Valmiki het Ramayana, en waarom onderwees hij Ramayana aan Lava en Kusa (de zonen van Rama) zodat ze Rama’s hari katha overal konden verspreiden? Valmiki had simpelweg in zijn geest op het spel en vermaak van Rama kunnen mediteren. Waarom schreef hij Ramayana?
Atul-krsna dasa: Hij deed dit in opdracht van zijn Gurudeva, Narada.
Srila Gurudeva: Waarom gaf Narada zo’n opdracht?
Atul-krsna dasa: Narada wou dat iedereen deze hari-katha voor hun eigen welzijn zou horen. Valmiki zag al het spel en vermaak van Rama in zijn trance, en manifesteerde dat spel en vermaak voor de wereld. Narada wist dat het ’t verlangen was van Heer Sri Ramacandra dat iedereen Zijn hari-katha zou horen.
tava kathamrtam tapta-jivanam
kavibhir iditam kalmasapaham
sravana-mangalam srimad atatam
bhuvi grhanti ye bhuri-da janah
(Srimad-Bhagavatam 10.31.9)
[Nectargelijke discussies over U zijn hart en ziel van degenen die gekweld worden door gescheidenheid van U, en enorm geleerde persoonlijkheden zoals Brahma, Siva en de vier Kumara’s zingen erover. Die beschrijvingen overwinnen het leed van begane zondes [prarabdha (zondige reacties die ervaren worden in dit lichaam) en aprarabdha (zondige reacties die ervaren gaan worden in toekomstige lichamen)]. Onmiddellijk nadat ze gehoord worden, schenken ze de hoogste voorspoed, en vooral de rijkdom van prema. De nectar van Uw beschrijvingen wordt uitgebreid door degenen die Uw spel en vermaak verheerlijken, en daarom zijn zulke vertellers waarlijk de meest gulle weldoeners van de wereld.]
Srila Gurudeva: Ja, dat is waarom Srila Vyasadeva het Srimad-Bhagavatam schreef. Dat is waarom Srila Sukadeva Gosvami predikte, en zo dat overal verspreidde.
De gemoedsgesteldheden uitdrukkend van Sri Radha en andere linkse gopi’s die dit vers beginnend met tava kathamrtam opzeiden, hebben onze acarya’s als volgt gezegd: Sommige predikers dragen Srimad-Bhagavatam hier [Hij stopte zijn japa-mala zakje onder zijn oksel, alsof hij daar een boek stevig vasthield]. Zij prediken en verspreiden de Hari-katha van dat boek. Ze prediken dat het boek de autoriteit is betreffende die katha. In het gemoed van Srimati Radhika hebben onze acarya’s opgemerkt dat zulke predikers bedriegers en moordenaars (bhuri-dah) zijn. Waarom zijn het moordenaars?
Atul-krsna dasa: Zij hakken al iemands materiële verlangens, verwikkelingen en gehechtheden weg. Aldus is niemand in staat om in deze materiële wereld te blijven en gelukkig te zijn met familie, vrienden of huis. Ze moeten weggaan en als krankzinnigen worden.
Srila Gurudeva: Daarom zouden we boeken moeten verspreiden. Boekverspreiding is geen aropa-siddha bhakti of sanga-siddha bhakti. Als het één van de twee zou zijn, waarom schreven onze voorgaande acarya’s zoals Srila Visvanatha Cakravarti Thakura en Srila Rupa Gosvami dan boeken? Waarom zei Srila Rupa Gosvami tegen Srila Jiva Gosvami dat hij deze boeken moest drukken en verspreiden? En waarom deed Sri Caitanya Mahaprabhu het dan? Tijdens Zijn bezoek aan Zuid-India vond Mahaprabhu Brahma-samhita en Krsna-karnamrta in de vorm van handgeschreven teksten. Wetend dat ze gezaghebbend waren, nam Hij ze met Zich mee om aan de toegewijden te presenteren, en verzocht hen ze te kopiëren en verspreiden.
We zullen dus om het even welke schijnbare tegenstellingen betreffende de categorie van bhakti waar boekverspreiding onder valt met elkaar in overeenstemming moeten brengen. Als men boeken verkoopt om zelfzuchtige redenen, om winst te maken en daarmee zijn wereldse zaken te regelen, zouden zijn activiteiten aropa-siddha worden genoemd; anders niet.
Atula-krsna dasa: Srila Gurudeva, iemand zou kunnen zeggen, “Het is het verlangen van mijn Gurudeva dat zijn boeken verspreid worden, dus zal ik boeken verspreiden. Maar ik heb het horen van hari-katha of het lezen van die boeken niet nodig.”
Srila Gurudeva: Dat is aropa-siddha.
Je moet weten wat je aan het verspreiden bent, net zoals Srila Sukadeva Gosvami en Lava en Kusa wisten wat ze spraken en zongen. Je moet weten wat je aan anderen geeft.
[Tegen Prema-prayojana dasa (op dat moment Aranya Maharaja)] Begrijp je het?
Prema-prayojana dasa: Ja.
Srila Gurudeva: Wees niet zo brutaal. Zeg niets wat tegen mijn leer of de leer van onze guru-varga in gaat.
Prema-prayojana dasa: Ik heb alleen herhaald wat u vele malen gezegd heeft, maar niet alle details.
Srila Gurudeva: We moeten alle schijnbare tegenstellingen met elkaar in overeenstemming brengen; anders zullen vele toegewijden ontmoedigd raken en misleid worden. Waarom neem jij persoonlijk boeken onder je arm en gedraag je je als een ‘moordenaar’?
Prema-prayojana dasa: Voor guru-seva.
Srila Gurudeva: In het verleden heb ik gezegd wat jij afgelopen nacht zei (dat boekverspreiding aropa-siddha bhakti is), maar dat is alleen zo wanneer het voor persoonlijk materieel gewin wordt verricht. Je zult al mijn instructies wat betreft dit onderwerp met elkaar moeten harmoniseren.
Brajanatha dasa: Is boekverspreiding één van de vierenzestig takken van bhakti [zoals beschreven in Bhakti-rasamrta-sindhu]?
Srila Gurudeva: Srila Narottama Dasa Thakura ruimde de ontlasting van zijn gurudeva op. Waar staat geschreven dat dit een tak van bhakti is? Toch was zijn dienst de zuiverste bhakti.
Prema-prayojana dasa: Is de categorie van bhakti die men verricht afhankelijk van de adhikara (kwalificatie) van de persoon die de activiteit verricht? Als zulke personen geen bhakti-adhikara hebben, geen sambandha-jnana (realisatie van iemands relatie met Krsna), hoe zal hun activiteit dan bhakti worden genoemd?
Srila Gurudeva: Zelfs zonder sambandha-jnana zijn de takken van bhakti zo krachtig dat ze je zeker zullen beïnvloeden, net zoals vuur. Ik hoorde dat een kind ondanks het protest van zijn moeder zijn hand in een vuur stopte, en zijn hand was verbrand; en daarna ging hij niet meer in de buurt van vuur. Evenzo zijn de takken van krsna-bhakti zo krachtig dat zelfs iemand als Ajamila veranderd werd door de uitvoering ervan. Ajamila was zo zondig dat er geen zonde was die hij niet begaan had. Valmiki beging ook ontelbare zondes, maar wat gebeurde er met hem? Hij werd aangeraakt door Narada en werd perfect.
Aan de andere kant, als iemand een Vaisnava bekritiseert of een overtreding tegen hem begaat, zal dit zijn bhakti vernietigen. Of iemand nu sambandha-jnana heeft of niet, zijn bhakti zal verdwijnen. Natuurlijk, als iemand werkelijk sambandha-jnana heeft, zou hij nooit zo’n overtreding begaan. Dit is één van de symptomen van iemand die gezegend is met sambandha-jnana.
Prema-prayojana dasa: Wanneer is iemand gekwalificeerd om visrambhena-guru-seva (intieme dienst aan guru) te leveren?
Srila Gurudeva: Wanneer iemand sambandha-jnana heeft van zijn relatie met Gurudeva, zal hij de overtuiging hebben: “Ik kan Krsna nu niet dienen, maar simpelweg door mijn Gurudeva te dienen zal ik zijn genade ontvangen om Krsna’s dienst te ontvangen. Er is geen andere manier.” Hij dient zijn Gurudeva met deze overtuiging.
Toen ik me in het begin bij de matha aansloot, had ik helemaal geen sambandha-jnana; maar ik schonk mijn hart en alle gehechtheid die ik had voor mijn vrouw, kinderen, vader, moeder en alle materiële bezittingen aan de lotusvoeten van mijn Gurudeva. Toen ik hem dit vertelde, begon hij te huilen, en daarna betrok hij me in zijn persoonlijke dienst. Ik zou op zijn bed zitten, hem masseren, zijn kleren wassen, en bereiden wat hij ook maar bereid wilde hebben. Op dat moment had ik geen sambandha-jnana, maar ik gaf me over aan hem, en door zijn genade eren jullie mij nu allemaal.
Toegewijde: Gurudeva, ik heb een vraag. Toen we in het verleden Srila Prabhupada’s boeken verspreidden, gooiden sommige mensen de boeken onmiddellijk weg omdat zij ze niet konden begrijpen. Zijn er bepaalde boeken waarvan u wilt dat wij ze verspreidden onder het publiek op een algemene basis?
Srila Gurudeva: Probeer te realiseren wat je verspreidt. Als je de Gita verspreid, moet je de betekenis kennen van de Gita. Kun je me vertellen wat zijn betekenis is?
Toegewijde: Het doel van de Gita is om hen Krsna te geven; ze in contact brengen met de spirituele meester.
Srila Gurudeva: Wat is de betekenis van de Gita? Wat is de essentie van Gita?
Toegewijde: Om zich over te geven aan Krsna via de spirituele meester, en om zuivere liefde voor Krsna te ontwikkelen.
Srila Gurudeva: Er is meer. De betekenis gaat veel, veel dieper dan dat; je kunt je zijn ware betekenis niet eens voorstellen. Man-mana bhava mad-bhakto. Wat maak je op uit deze sloka? Heb je hem gelezen?
Toegewijde: Probeer het gewoon te begrijpen, en geef je over aan de spirituele meester.
Srila Gurudeva: Heb je dit vers gehoord?
Toegewijde: Ja, ik heb hem gehoord, maar ik ben hem vergeten.
Srila Gurudeva: Er zijn twee belangrijke verzen: de eerste begint met man-mana bhava en daarna krijg je sarva-dharman parityajya. Welk gemoed van deze twee verzen is superieur? Ik weet dat je het niet kunt zeggen. Man-mana bhava is hoger.
Het chanten van harinama en aanbidden van de Deity is svarupa-siddha bhakti. Als iemand zich op die manier bezighoudt, maar tegelijkertijd anderen bekritiseert en overtredingen begaat, en een ander persoon houdt zich niet bezig met aanbidding maar ruimt alleen maar de ontlasting van zijn gurudeva op en masseert hem, wie is er dan superieur?
Prema-prayojana dasa: De tweede persoonlijkheid.
Srila Gurudeva: De ene persoon ruimt de ontlasting van zijn gurudeva op en wast de kleren van zijn gurudeva, en de andere persoon verricht de activiteiten van svarupa-sidddha bhakti zoals sravana (horen), kirtana (chanten) en smarana (denken aan Krsna), maar bekritiseert anderen en denkt, “Ik weet meer dan iedereen in de hele wereld.” Wie is er dan superieur? De eerste persoon.
Ochtendwandeling
13 mei, 2003, Los Angeles, Californië
Srila Gurudeva Verspreidt Boeken
[Srila Gurudeva inspireert zijn publiek vaak om zijn boeken te verzamelen en te lezen. Dat was één van de manieren waarop hij ze promootte en verspreidde:]
purnah pulindya urugaya-padabja-raga-
sri kunkumena dayita-stana-manditena
tad-darsana-smara-rujas trna-rusitena
limpantya anana-kucesu jahus tad-adhim
(Srimad-Bhagavatam 10.21.17)
De gopi’s weeklagen in gescheidenheid van Krsna, “O zie de woudmeisjes. Ze zijn geboren in een zeer lage kaste, met zwarte huidskleur. Hoewel ze Pulinda zijn, van de heuvelstammen, zijn ze toch zo fortuinlijk. Wanneer Krsna naar het woud gaat, komen Zijn voetafdrukken, gemengd met wat kunkuma poeder, op het gras terecht. Wanneer de Pulinda meisjes dit zien, nemen ze die kunkuma en smeren het op hun borsten. Wanneer ze dit doen, voelt het voor hen alsof ze Krsna ontmoeten. Maar wij kunnen zelfs dit nog niet doen.”
Er zijn hele goede verklaringen te vinden over deze sloka door Srila Jiva Gosvami, Srila Sanatana Gosvami en Srila Visvanatha Cakravarti Thakura. Ik heb er slechts een vleugje van gegeven. Ik heb niet zoveel uitgelegd. In India heb ik hun commentaren uitgelegd, en is er een boek uitgegeven dat Venu-gita heet. Als je meer wil weten, kun je dat boek lezen.
Ik denk dat al mijn boeken jullie enorm kunnen helpen. De uitleg van Gita door Srila Visvanatha Cakravarti Thakura zal jullie, meer, meer, meer en meer helpen. En de biografie van mijn Gurudeva zal jullie ook zoveel helpen. Al mijn boeken—ongeveer veertig boeken—zoals Upadesamrta, Manah-siksa, Siksastakam en Jaiva-dharma, zullen jullie zoveel helpen, zoveel. Probeer ze te lezen; dit zal jullie de omgang met Vaisnava’s geven.
Verhandeling over Venu-gita
Murwillumbah, Australië: 21 januari, 2001
Visakha dasi: Wij gaan terug naar Engeland. Wat zou onze specifieke dienst moeten zijn? Wat moeten we doen?
Srila Gurudeva: Chant op een erg hartgrondige manier, denk aan wat ik je geleerd heb, lees bhakti boeken, en aanbid Caitanya Mahaprabhu en Giriraja. Het is noodzakelijk om iets te doen voor je persoonlijke ontwikkeling; dit is je plicht.
Wijd meer en meer tijd toe aan toegewijde dienst; zoals chanten en horen. Wanneer je niet van mij hoort, kun je elkaar horen; met andere woorden, je kan een boek hardop lezen waarbij anderen zullen luisteren, en daarna kunnen jullie allemaal samen het onderwerp bespreken. Nu heb je vele boeken. Je hebt Vilapa-kusumanjali, Harinama-cintamani, Caitanya-Caritamrta, Bhakti-rasamrta-sindhu en zoveel andere boeken. Probeer alle onderwerpen die daarin behandeld worden te bespreken, en als er vragen zijn kun je mij schrijven en dan zal ik antwoorden.
Darsana
Mathura, India: 3 februari, 1995
Gurudeva Heeft Het Voor Elkaar Gekregen
Syamarani dasi: Srila Gurudeva, u zei tijdens uw lezing dat Brahma dacht dat hij de koeien had gestolen, maar dat het in werkelijkheid Yogamaya was die het gedaan had. En wij denken, “Ik ben iets aan het doen”, maar onze activiteiten worden eigenlijk uitgevoerd door maya. Dus, stel dat ik een boek verspreid en denk, “Oh, ik heb een boek verspreid”, wie heeft er dan werkelijk het boek verspreid?
Srila Guruddeva: Gurudeva heeft het gedaan. Hoe zal jij het doen? Jij kunt helemaal niets doen. Je kunt nog niet eens één droog grassprietje maken. Guru geeft zijn energie aan een discipel, maar soms raakt een discipel in de war en denkt, “Ik ben de doener.” Dit soort denken is fout, en het dwingt die discipel om ten val te komen. Jullie moeten allemaal heel erg op jullie hoede zijn.
Ramacandra dasa (Delhi): Guru schenkt de mogelijkheid en het vermogen.
Srila Gurudeva: Hij geeft beide. Hij geeft zowel de maaltijd als het vermogen het te verteren.
Avondlezing
Badger, Californië: 2 juli, 2002
Srila Gurudeva Promoot Boeken
Sri Jayadeva Gosvami was een zeer hoogwaardige maha-bhagavata, en hij schreef een boek dat Sri Gita-govinda, de glories van Govinda, heet. Toen Sri Caitanya Mahaprabhu dit boek zag, maakte Hij een kopie van dit boek en gaf Zijn volgelingen de opdracht om er ook een te bemachtigen. Op dat moment was een geen drukpers, boeken werden handmatig gereproduceerd. Mahaprabhu gaf Zijn volgelingen daarom het bevel om het boek handmatig te kopiëren, en het daarna te prediken. In Jagannatha Puri kopieerden alle Vaisnava’s en metgezellen van Sri Caitanya Mahaprabhu dat boek handmatig en vervaardigden dus voor henzelf een ketting van de prachtige liederen daarin.
Manjari dasi heeft het eerste lied in dat boek gezongen, namelijk ‘Srita Kamala’. De woorden en betekenis van het lied zijn zo erg dierbaar aan Krsna. Een devi-dasi was ooit eens ’s nachts in het bos dit lied aan het zingen. Toen Hij deze zoete kirtana hoorde, opende Krsna in de gedaante van Jagannatha-deva Zijn deur. Het kan zijn dat Hij voor sommige mensen een standbeeld van hout lijkt te zijn, maar dat is Hij niet. Hij verliet de tempel en begon heel hard door het bos te rennen in de richting van die zang, waardoor vele doornachtige struiken in dat bos Zijn lichaam bekrasten en Zijn kleding verscheurden. Voordat Hij die devi-dasi bereikt had, was ze al opgehouden met haar kirtana, maar Hij was al krankzinnig geworden.
Hij keerde op een of andere manier terug naar Zijn tempel en deed de deur dicht. ’s Ochtends, toen de pujari voor mangala-arati kwam, trof hij Jagannatha daar aan bedekt met krassen en Zijn kleding verscheurd. De pujari riep de hoofdpriester en de koning, die allebei erg ongerust werden, zich afvragend, “Wie kan dit gedaan hebben?” Ze wilden de boosdoener arresteren, maar uiteraard was Jagannatha Zelf de ‘boosdoener’.
Waarom rende Jagannatha achter een dame aan? Het was vanwege Zijn intense aantrekking tot dat lied. Jagannatha-deva verscheen voor de koning in een droom. Hij legde uit aan de koning dat Hij Zijn dienares van heel ver weg hoorde zingen, en voelde Zich zo aangetrokken dat Hij Zich gedwongen voelde naar haar toe te rennen. Hij zei tegen de koning dat de struiken en doorns van het bos Zijn lichaam hadden bekrast.
Na dit incident werd er uit voorzorg verordend dat dit lied alleen in de aanwezigheid van Jagannatha-deva gezongen mocht worden. Iedereen werd opgedragen erg op hun hoede te zijn het niet op een afgelegen plek te zingen.
Ooit op een nacht, toen Sri Caitanya Mahaprabhu naar Cataka-parvata ging, was er een dame op een heel mooie melodie zoet Srita Kamala aan het zingen. Mahaprabhu kon Zich niet inhouden. Hij was Zich niet bewust van wie er aan het zingen was en begon in de richting van waar het lied vandaan kwam te rennen. Zijn dienaar, Govinda, wist dat het lied van een dame, een hele jonge dame, afkwam. Hij rende achter Mahaprabhu aan, roepend, “Ga niet! Ga niet! Anders zult U Uw leven op willen geven vanwege het omhelzen van een dame!” hij kon niet zo hard rennen als Sri Caitanya Mahaprabhu, die erg snel rende, dus hij schreeuwde luidkeels, “O Prabhu, wat doet U? Dit lied is afkomstig van een heel mooie jonge dame! Ga haar niet omhelzen!” Toen Hij dit hoorde, werd Mahaprabhu alert en kreeg weer controle over Zijn externe zintuigen. Hij zei toen tegen Govinda, “Als jij Mij niet gestopt had en Ik had die dame aangeraakt, dan zou Ik in de oceaan zijn gesprongen en Mijn leven hebben opgegeven.” Dit lied zit zo vol rasa.
Gita-govinda is erg beroemd, en we hebben het nu vertaald vanuit het oorspronkelijke Sanskriet naar Hindi, met goede uitleg erbij. Het zal snel gereed zijn om verspreid te worden door heel India, en aan mensen over de hele wereld die Hindi spreken. De Engelstalige versie zal ook snel klaar zijn, en vele andere boeken zullen spoedig beschikbaar zijn.
Ik werk heel hard, en mijn metgezellen helpen mij. Sri Krsna en mijn parama-pujyapada Srila Bhaktivedanta Svami Maharaja hebben mij zoveel geleerde en gekwalificeerde bhakta’s gestuurd. Ik prijs me zeer gelukkig. Zij hebben alles geregeld; zij zijn mij aan het helpen. Sri Ujjvala-nilamani en andere erg goede boeken zullen ook spoedig gepubliceerd worden. Sri Bhakti-rasamrta-sindhu van Srila Rupa Gosvami en Sri Brhad Bhagavatamrta van Srila Sanatana, de guru van zelfs Srila Rupa Gosvami, zullen spoedig gedrukt worden. Het bestuderen van deze boeken zal jullie enorm helpen om bhakti te begrijpen.
Avondlezing,
Los Angeles, Californië: 12 mei, 2003
Srila Bhaktisiddhanta Sarasvati Thakura Promoot Boekdistributie
[De twee volgende stukjes zijn niet van Srila Gurudeva afkomstig, maar van Sri Srimad Bhaktisiddhanta Sarasvati Thakura Prabhupada, die het volgende schreef in Zijn Upadesavali (‘Bloemenketting van instructies’):]
Het opzetten van een drukpers om devotionele boeken te drukken, en het prediken middels het organiseren van nama-hatta programma’s, vertegenwoordigt echte dienst aan Sri Mayapura.
Upadesavali (6)
* * *
[Het volgende fragment was gesproken door Srila Bhaktisiddhanta Sarasvati Thakura Prabhupada tot een gepensioneerde belastingcommissaris, Sri Amarendranatha Pala Chaudery, bij Cataka-parvata in Jagannatha Puri, Sri Purusottama-dhama. Later werd het gedrukt in zijn wekelijkse Gaudiya (Jaar 14, nr. 37), en een vertaling van dit artikel verscheen in “The Rays of the Harmonist”, dat door Srila Gurudeva’s discipels wordt uitgegeven onder zijn leiding.]
In Gaudiya Matha verrichten degenen die prediken door devotionele boeken te schrijven of artikelen voor tijdschriften en dagbladen zeker krsna-kirtana. Zij doen dit door middel van brhad-mrdanga, waar het openen van een postkantoor en een drukpers onder valt. Zij verrichten krsna-kirtana door tentoonstellingen te organiseren. Sommigen houden zich bezig met krsna-kirtana via hun eigen ideale, voorbeeldige gedrag. Om er zeker van te zijn dat deze krsna-kirtana niet verloren gaat in de ether, wordt ze opgenomen en gepresenteerd als devotionele literatuur. Zo zullen mensen in toekomstige tijdvakken ook in staat zijn om deze krsna-kirtana te horen.
Krsna-kirtana: De Wortel van Succesvolle Sadhana
Rays of the Harmonist, Karttika 2008
[Srila Bhaktisiddhanta Sarasvati Thakura Prabhupada’s nadruk op boekpublicatie en verspreiding wordt ook verheerlijkt in het arati lied dat voor hem geschreven is door de Guru Maharaja van Srila Gurudeva, Sri Srimad Bhakti Prajnana Kesava Gosvami Maharaja. In de biografie van zijn Guru Maharaja gaf Srila Gurudeva de volgende betekenis van het zesde vers van dit arati lied:]
sarva-vadya-mayi ghanta baje sarva-kala
brhat-mrdanga vadhya parama rasala
srila Prabhupada Arati (6)
[Krsna-kirtana, vergezeld door karatala’s, bellen en andere instrumenten, weerklinkt voor altijd in alle richtingen, maar eigenlijk is het de drukpers, die bekend staat als brhad-mrdanga, die de allerhoogste rasa verspreid.]
De bel is erg belangrijk in de arcana van sri vigraha. Het is noodzakelijk om de bel, die sarva-vadya-mayi (het totaal van alle muzikale geluiden) is, te rinkelen, terwijl men wierook, ghee-lamp en andere ingrediënten offert. De rol van de bel, die eeuwig blijft rinkelen in deze buitengewone arati, is ook behoorlijk uniek. Deze bovenzinnelijke bel is krachtige hari-katha. Het hele leven van Srila Bhaktisiddhanta Sarasvati Thakura was doordrongen van hari-katha; sterker nog, hij is de belichaming van hari-katha. Zijn hari-katha hield nooit op, nog niet voor een ogenblik. Het vloeide automatisch, zelfs wanneer hij onschuldige kinderen en bijen zag. Zijn hari-katha was zo krachtig en effectief dat iedereen die het hoorde onmiddellijk geïnspireerd werd door bhakti.
Kirtana is ook essentieel tijdens de arcana. Srila Jiva Gosvami heeft in zijn Bhakti-sandarbha geschreven, “Yadyapy anya bhakti kalau karttavya tada kirtanakhya bhakti samyogenaiva—als iemand andere takken van bhakti uitvoert, dient hij tegelijkertijd harinama-sankirtana te verrichten. In Kali-yuga zal sadhana die onafhankelijk van sankirtana verricht wordt geen vrucht dragen.” Aldus is het van essentieel belang om kirtana te verrichten terwijl men arcana doet. Sankirtana wordt in verschillende soorten onderverdeeld zoals nama-kirtana, rupa-kirtana, guna-kirtana en lila-kirtana. Van deze types is nama-kirtana de beste van allemaal: tara madhye sarva sreatha nama-sankirtana.
De mrdanga is een ander onmisbaar onderdeel van sankirtana. De bijdrage van de brhad-mrdanga, de drukpers, is van het grootste belang bij de arati die door Srila Prabhupada wordt verspreid. Het geluid van een gewone mrdanga is zeer beperkt, maar de bhakti literatuur die door de brhad-mrdanga wordt gepubliceerd reikt tot elke hoek van de wereld. Die literatuur gaat het hart binnen van sadhaka-bhakta’s en laat ze dansen in de extase van harinama-sankirtana. Het geluid van deze brhad-mrdanga houdt nooit op. Het verrijst eeuwig in de harten van de toegewijden, en blijft ze inspireren. Alle glorie en overwinning aan de arati van Srila Prabhupada, die deze brhad-mrdanga heeft opgericht!
Sri Srimad Bhakti Prajnana Kesava Gosvami — Zijn Leven en Leer, deel 7, Srila Prabhupada Arati
Srila Bhaktivinoda Thakura Verspreidde Zijn Literatuur
In het jaar 1838, verscheen Srila Saccidananda Bhaktivinoda Thakura zegenrijk in een goed-opgeleide en beschaafde familie in het dorp Vira-nagara, dat in buurt ligt van Navadvipa-dhama in West-Bengalen. Door ongeveer honderd gezaghebbende boeken over de wetenschap van bhakti samen te stellen in Sanskriet, Bengali, Hindi, Engels en andere talen, luidde hij een nieuw tijdperk in voor de Gaudiya Vasinava lijn en herstelde haar vergane glorie weer in ere. De Gaudiya Vaisnava’s zullen voor eeuwig in zijn schuld staan vanwege deze grote inspanning. In het moderne tijdperk heeft Srila Bhaktivinoda Thakura wederom de bhakti-bagiratha, de stromende rivier van zuivere toewijding, aan het stromen gebracht, en hierom staat hij bekend als de Zevende Gosvami.
Bhakti-tattva-viveka, Voorwoord
* * *
Weet je wat Srila Saccidananda Bhaktivinoda Thakura deed? Hoewel hij een zeer verheven functionaris van de regering was, hij was namelijk de magistraat van het district in Puri, ging hij van dorp naar dorp met nagar-sankirtana. Hij richtte talrijke nagara-sankirtana’s en nama-hatta’s op in alle dorpen van Bengalen, en zei persoonlijk over zichzelf, “Nama-hatta jhadu-dara—Ik ben een straatveger van de nama-hatta markt.”
Hij schreef meer dan honderd boeken. Ik dacht voorheen, “Waar zijn er honderd boeken?” Maar nu zie ik dat hij duizend boeken heeft geschreven. Waarom heeft hij dit gedaan? Hij deed dit voor ons. Al zijn liederen en literatuur is onze rijkdom; als je zulk geloof hebt, ga dan door met zingen en lezen. zelfs door één van zijn liedjes te zingen, kan onze gehechtheid aan deze wereld heel gemakkelijk verdwijnen.
Birmingham, U.K.: 21 juni, 2001
[Het volgende citaat is van Srila Bhaktivedanta Svami Maharaja:]
Bhaktivinoda Thakura verspreidde zijn literatuur. In 1896 stuurde hij zijn eerste boek, De Leer van Heer Caitanya [Lord Caitanya – His Life en Precepts], naar de McGill universiteit, en ik heb dat boek gezien. Dat was ook het jaar waarin ik geboren werd, 1896.
Kamergesprek
Vrndavana, India: 15 oktober, 1972
Srinivasa Acarya Verspreidt Boeken
Srinivasa Acarya was de diksa discipel van Srila Gopala Bhatta Gosvami, en hij was voornamelijk opgeleid door zijn siksa-guru, Srila Jiva Gosvami. Hij introduceerde vele melodieën voor kirtana’s, en hij was zo’n verheven toegewijde dat onze Srila Rupa Gosvami en de andere Gosvami’s van hem afhankelijk waren. Zij gaven hem de opdracht: “Ga in Bengalen prediken, en verspreid alle literatuur die door ons geschreven is [Srila Rupa Gosvami, Srila Sanatana Gosvami, Srila Jiva Gosvami, en de andere Gosvami’s].” Samen met zijn metgezellen, Srila Narottama Dasa Thakura en Srila Syamananda Prabhu, pikte hij hun bevel en boeken op, op weg naar Bengalen.
Onderweg plunderden enkele rovers de wagen waar alle boeken in zaten. De rovers dachten dat ze een kist vol juwelen hadden gestolen, omdat een astroloog tegen de leider van de rovers had gezegd dat de kist vol rijkdom en kostbaarheden zat.
De drie toegewijden werden gek van gescheidenheid van het gemanifesteerde hart van de gosvami’s—Hun geschriften. Srinivasa Acarya stuurde toen allebei zijn metgezellen naar Bengalen, en zei tegen hen, “Ik zal hier blijven totdat ik de locatie van de boeken heb achterhaald.”
De plaatselijke koning was de leider van de roversbende, maar hij was ook een toegewijde. Hoewel hij roofde en plunderde, luisterde hij ook naar geschriften, zoals voornamelijk Srimad-Bhagavatam. Er was een bhagavata-pandita in zijn raad die het Srimad-Bhagavatam hardop voorlas en uitlegde.
Srinivasa Acarya, die erg eenvoudig gekleed was, ging daar op een dag heen toen er een bhagavata-lezing plaatsvond. Hij ging nederig zitten bij die bijeenkomst en luisterde naar de pandita van het hof. Nadat de lezing van die dag voorbij was, verzocht Srinivasa, “Mag ik een toelichting geven op wat de pandita heeft uitgelegd?”
De koning zei, “O ja, heel goed; u mag iets over deze onderwerpen uitleggen.” De pandita had over Gopi-gita gesproken, maar hij was niet in staat om het erg diep uit te leggen.
Srinivasa Acarya stond toen op en begon het uit te leggen, huilend en tevens het publiek aan het huilen makend. Hij gaf dezelfde uitleg zoals gegeven door Srila Visvanatha Cakravarti Thakura, Srila Sanatana Gosvami en Srila Jiva Gosvami in hun betekenisverklaringen van het Srimad-Bhagavatam.
De koning benaderde Srinivasa Acarya onmiddellijk en offerde dandavat-pranam, smekend, “Ik wil diksa initiatie nemen van u, en ik wil Srimad-Bhagavatam horen.”
Srinivasa aanvaardde de koning en gaf hem initiatie. Toen bood de koning aan, “Ik wil u wat guru-daksina schenken. Wat u wilt, kan ik u schenken.”
Srinivasa antwoordde, “Oh, is dit een belofte? Zo ja, probeer er dan alstublieft voor te zorgen dat onze wagen vol boeken weer terug komt.”
De koning riep onmiddellijk uit, “Oh, die heb ik! Ik heb hem! Mijn astrologen zeiden tegen mij, ‘Er komen drie toegewijden uit Vrndavana, met ontzettend veel juwelen—meer dan juwelen zelfs.’ En dat is waarom wij de kist stalen. Toen we de kist openden konden we niet zeggen op wat voor manier het juwelen waren. Maar nu dat ik van u heb gehoord, weet ik dat ze zoveel meer zijn dan juwelen.”
Juwelen kunnen geen bhakti schenken. Ze kunnen ons niet helpen. Die boeken kunnen ons duizend maal meer helpen dan juwelen. Jullie komen hier alleen maar dankzij de genade van die boeken.
Op deze manier waren Sri Caitanya-caritamrta, de boeken van Srila Jiva Gosvami, Srila Sanatana Gosvami, Srila Rupa Gosvami en al de literatuur van de andere Gosvami’s gered.
Dit was Srinivasa Acarya, een zeer verheven toegewijde.
Lezing op de Verschijningsdag van Srinivasa Acarya
Badger, Californië: 15 mei, 2003
Srila Jiva Gosvami Kopieerde Boeken met de Hand
Sri Caitanya Mahaprabhu, de Allerhoogste Godspersoon Sri Krsna Zelf die de schoonheid en intrinsieke gemoedsgesteldheid van Srimati Radhika heeft aangenomen, kwam naar deze wereld, maar het was Srila Rupa Gosvami die de meest innerlijke gevoelens van Zijn hart in deze wereld heeft gesticht. Als Srila Rupa Gosvami niet was gekomen, hadden we misschien Mahaprabhu’s identiteit niet gekend.
Srila Jiva Gosvami diende Srila Rupa Gosvami, en het krediet voor het publiceren van Rupa Gosvami’s literatuur behoort hem toe. Door Rupa Gosvami’s literatuur te publiceren, schepte hij zijn meest innerlijke verlangen. In die tijd was het erg moeilijk om boeken te publiceren omdat de schrijvers al hun boeken met pen moesten schrijven, aangezien er geen drukpersen waren. Jiva Gosvami schreef met zijn eigen handschrift iedere kopie van ieder boek van Srila Rupa Gosvami.
Srila Jiva Gosvami was de meest geleerde persoon van die tijd, en hij behield de erfenis van Srila Rupa Gosvami. Omdat hij altijd met hem was, was hij in staat om zoveel commentaren op zoek naar rupanuga-vaisnavisme te schrijven. Als we hem niet hadden, zouden alle boeken van Srila Rupa Gosvami verloren zijn gegaan. Hij predikte ook, en dan vooral tot Sri Syamananda Prabhu, Sri Narottama dasa Thakura en Sri Srinivasa Acarya. Probeer het dienen van het doel van Caitanya Mahaprabhu’s missie te beoefenen zoals hij dat deed.
Lezing op de Verdwijningsdag van Srila Jiva Gosvami
Oahu, Hawaï: 16 januari, 2002
De Oorspronkelijke Verspreider, Srila Vyasadeva
Wat is vyasa? De lijn die de tegenovergestelde zijdes van de omtrek van een cirkel aanraakt door in een rechte lijn over het middelpunt te gaan wordt diameter, of vyasa, genoemd. Wat is de betekenis? Krsna is het middelpunt van alles. Niet alleen deze ene wereld, maar zoveel universums, honderden miljoenen universums, bevinden zich allemaal in deze cirkel. Vyasa raakt Krsna aan en gaat naar al de ontelbare uiteinden van het materiële bestaan. Wie is Vyasa? Hij die de glories van Krsna tot iedereen predikt en iedereen leert: “Je hoort Krsna te dienen; anders zal niemand in staat zijn je te redden uit deze eindeloze kringloop van geboorte en leed.” Vyasa is hij die altijd Krsna aan het dienen is van het ene punt naar het andere, overal in deze materiële wereld.
Singapore, 11 februari, 2001
* * *
Vandaag gaan we guru-puja, oftewel vyasa-puja in acht nemen. Allereerst is het noodzakelijk te weten wat guru-puja is en wat vyasa-puja is. Eigenlijk zijn ze allebei hetzelfde. Sri Krsna Dvaipayana Vedavyasa verdeelde de ene Veda in vieren. Daarna schreef hij Brahma-sutra (Vedanta-sutra) omdat het moeilijk zou gaan worden voor mensen om de essentie van de vier Veda’s te onttrekken.
…De betekenis van de gayatri-mantra is duidelijk onthuld door Srila Vyasadeva in het eerste vers van Srimad-Bhagavatam. Als hij niet gekomen was, ‘zou alles niets zijn geweest.’ Hij onthulde deze gayatri-mantra, evenals de catu-sloki (vier kernverzen) van Srimad-Bhagavatam en hun uitleg, en hij onthulde vooral de hoogste liefde van de mahabhava van Srimati Radhika. Hij onthulde de betekenis van Vedanta-sutra, wat het Srimad-Bhagavatam is, hij openbaarde alle Purana’s, en vooral het Mahabharata. De essentie van al deze geschriften is hetzelfde.
Srila Vyasadeva onderwees eerst zijn vier discipels—Jaimini, Vaisampayana, Paila en Angira—en hij onderwees in het bijzonder zijn meest dierbare, Srila Sukadeva Gosvami. Sukadeva Gosvami was niet alleen zijn zoon, maar ook zijn meest dierbare discipel. Srila Vyasadeva openbaarde al zijn kennis in het hart van Srila Sukadeva Gosvami, die het vervolgens overal predikte. Alle acarya’s, en ook hun discipels in onze hele guru-parampara zijn zoveel verschuldigd aan degenen die in de lijn van Srila Vyasadeva zitten.
Het is daarom van essentieel belang om de betekenis van vyasa te weten. Stel, er is een cirkel. Als er vanuit om het even welk punt van de omtrek een rechte lijn wordt getrokken die via het middelpunt naar de andere kant van de cirkel gaat, wordt het vyasa (diameter) genoemd. De diameter is altijd recht, en dekt alle 360 graden van de cirkel. Ze deelt de cirkel altijd door de helft, en maakt die cirkel daarbij 180 graden. Dit is vyasa.
Evenzo raakt deze Vyasa, Srila Vyasadeva, alles in de wereld. Srila Vyasadeva onthulde de Allerhoogste Godspersoon, hij onthulde Radhika, en hij onthulde alle andere kennis. Zo zijn we hem tot in het oneindige verschuldigd. Onze hele guru parampara staat bij hem in het krijt, en het is om deze reden dat de mantra van vyasa-puja luidt:
narayana namaskrtya
naram caiva narottamam
devim sarasvatim vyasam
tato jayam udirayet
(Srimad-Bhagavatam 1.2.4)
[Voor het van deze Srimad-Bhagavatam, welke het exacte middel van verovering is, dient men respectvolle eerbetuigingen te brengen aan de Persoonlijkheid Gods, Narayana, aan Nara-narayana rai, het bovenaardse menselijke wezen, aan moeder Sarasvati, de godin van kennis, en aan Srila Vyasadeva, de schrijver. *]
Dit is de mantra om Vyasa, die de oorsprong van vyasa-puja is, te aanbidden. Narayanam namaskrtya. We offeren eerst pranama aan Narayana, die Krsna Zelf is. Vervolgens, naram caiva. Sommigen zeggen dat naram ca in dit verband voor Arjuna staat, en dat geen kwaad, maar over het algemeen betekent het hier Nara-narayana Rai. Dan, devim sarasvatim, dat is Sarasvati-devi, de goding van scholing en kennis. Vyasam tato jayam udirayet betekent, ‘en dan aan Srila Vyasadeva’. Door op deze manier pranama te offeren, kan men vervolgens Mahabharata, Srimad-Bhagavatam, Vedanta-sutra en alle Purana’s lezen of uitleggen.
Een ware discipel weet dat zijn bonafide gurudeva als Krsna is, zoals geschreven staat in alle sastra’s. srila Vyasadeva onthulde Srila Suta Gosvami’s woorden in zijn Srimad-Bhagavatam:
yam pravrajantam anupetam apeta-krtyam
dvaipayano viraha-katara ajuhava
putreti tan-mayataya taravo ’bhinedus
tam sarva-bhuta-hrdayam munim anato ‘smi
(Srimad-Bhagavatam 1.2.2)
[Ik offer pranama aan Sri Sukadeva Gosvami, die de harten van alle wezens binnen kan gaan. Toen hij van huis wegging zonder de zuiverende processen zoals het aanvaarden van de heilige draad of het verrichten van voorgeschreven plichten zoals het dienen van zijn ouders te hebben ondergaan, riep zijn vader Vyasa uit, “O mijn zoon!” Alsof ze verzonken waren in ditzelfde gevoel van gescheidenheid, echode de bomen in antwoord op zijn roep.]
Gurudeva is sarva-bhuta-sthitam (hij bevindt zich in ieders hart), net zoals Krsna. Krsna is overal, en evenzo kun je nooit iets verborgen houden voor je Gurudeva. Je wilt zoveel dingen verbergen, zoals je lust en wereldse verlangens, maar Gurudeva weet zelfs meer dan Krsna, omdat hij zo nauw verwant is met Krsna. Je kunt hem niet bedriegen. Als je probeert hem te bedriegen zul je jezelf bedriegen—dus probeer dit niet te doen. Onthul je hart aan de lotusvoeten van je gurudeva, dan kun je weten hoe je hem kunt plezieren.
Param-pujyapada Srila Bhaktivedanta Svami Maharaja kende en volgde het bevel van zijn gurudeva op, en hij predikte die missie over de hele wereld. Hij is overal geweest—in jungles, in het midden van oceanen, bovenop bergen en in gevaarlijke plaatsen zoals middenin moerassen.
…Op deze dag [vyasa-puja], buigt een discipel of acarya neer aan de lotusvoeten van Sri Gurudeva, waar hij alle soorten kennis verkregen. Je dient vooral te weten dat tattva-jnana, kennis van gevestigde filosofische waarheden, niet voldoende is. Waar zal het gemoed om te huilen zoals de gopi’s huilden vandaan komen? Srimati Radhika huilt altijd, bedwelmd door krsna-prema. Krsna weeklaagt en lijdt voor Haar, maar Hij wordt niet zo krankzinnig. Er zijn vele manifestaties van Radha dansend met Krsna, maar voor Radhika is er maar één Krishna. Vyasadeva is Narayana Zelf, en Hij heeft dit alles onthuld.
Vyasa-puja Lezing
Alachua, Florida: 1 februari, 2003
Vertaling: Janaki Natha Dasa