Uit een met de hand geschreven dagboek van Sri Srimad A.C. Bhaktivedanta Swami Maharaja
Krishna-bewustzijn betekent helder bewustzijn.
Materieel bestaan betekent wazig bewustzijn.
Het lichaam als het zelf zien, betekent wazig bewustzijn.
Men moet eerst zichzelf te begrijpen, alvorens vooruitgang te maken in Krishna-bewustzijn.
De natuurlijke positie van het levend wezen is die van eeuwige dienaar van Krishna, of God. God, of Krishna, betekent de Allerhoogste Persoon en de Allerhoogste oorzaak van alle oorzaken.
Het vergeten van onze relatie met God, of Krishna, is het begin van wazig bewustzijn.
De vedische geschriften zijn er om het oorspronkelijke heldere bewustzijn van het levend wezen weer op te wekken.
De vedische geschriften zijn de volgende: a. De vier Veda’s; b. de Upanisads (waarvan er minstens 108 zijn); c. de Vedanta filosofie; d. de 18 Purana ‘s; e. de Ramayana (de originele van Valmiki); f. de Mahabharata en g. ieder boek dat deze grondbeginselen volgt.
De Bhagavad-gita is een onderdeel van de Mahabharata.
De oorspronkelijke Veda is de Atharva-veda, die later in vieren werd gedeeld, zodat men de verschillende onderdelen apart kan begrijpen.
De Mahabharata wordt de vijfde Veda genoemd en is bedoeld voor de minder intelligente klasse mensen, die meer van geschiedenis houden dan van filosofie.
De Bhagavad-gita maakt onderdeel uit van de Mahabharata en is de essentie van alle vedische kennis voor de minder intelligente klasse van mensen in dit tijdperk.
De Bhagavad-gita wordt de bijbel van de hindoes genoemd, maar is in werkelijkheid is het de bijbel voor de gehele mensheid.
In the Bhagavad-gita worden de volgende onderwerpen besproken:
a. wat is een levend wezen;
b. een levend wezen is niet het lichaam, maar een spirituele ziel;
c. deze ziel zit gevangen in een stoffelijk lichaam;
d. het lichaam is onderhevig aan geboorte,dood, ouderdom en ziekte;
e. de spirituele ziel is eeuwig en kent geen geboorte en evenmin dood, maar blijft zelfs na de vernietiging van het stoffelijke lichaam bestaan;
f. het levend wezen verhuist van het ene lichaam naar het andere. Maar het kan dit proces stopzetten en een eeuwig gelukzalig leven vol kennis verwerven door middel van Krishna-bewustzijn.
Wat is God? a. God is een persoon. Hij is de leider van alle andere verschillende personen, namelijk: de devi- en devta’s, mensen, dieren, vogels, insecten, bomen en waterdieren.
b. Al deze levende wezens zijn zonen van God en zijn daarom alle dienaren van God.