NAVADVIPA – INDIA, 14 MAART 2006
Na de voltooiing van Heer Sri Krishna’s spel-en-vermaak in Vrindavana en Dvaraka in Dvapar-Yuga, was Hij in diepe gedachten. Hij overwoog: “Ik ben naar de materiële wereld gegaan en heb de gevoelens en relaties van dasya (dienaarschap), sakhya (vriendschap), vatsalya (ouderlijke liefde) en madhurya-rasa (echtelijke liefde) geproeft. Ondanks dit gedaan te hebben, toch was ik niet volledig tevreden.” Sri Krishna was niet volledig tevreden omdat Hij drie onvervulde verlangens had:
sri-radhayah pranaya-mahima kidrso vanayaiva- svadyo yenadbhuta-madhurima kidrso va madiyah saukhyam casya mad-anubhavatah kidrsam veti lobhat tad-bhavadhyah samajani saci-garbha-sindhau harinduh
“Verlangend om de pracht van Radharani’s liefde te begrijpen, de wonderbaarlijke kwaliteiten in Hem die Zij alleen proeft door Haar liefde, en het geluk dat Zij voelt wanneer ze de zoetheid van Zijn liefde realiseert, verscheen de Allerhoogste Heer Hari, rijkelijk begiftigd met Haar emoties uit de schoot van Srimati Saci-devi, zoals de maan verscheen uit de oceaan. (Sri Caitanya-caritamrta Adi-lila 1.6)
Krsna probeerde heel hard het karakter van Srimati Radhika’s genegenheid voor Hem te begrijpen. Na het bereiken van prema is er sneha (smeltend hart), dan maan (nukkig humeur) en dan pranaya (een gevoel van eenheid met eigen geliefde). Pranaya betekent zeer diepe genegenheid. Na pranaya komt raga, anuraga, bhava, mahabhava en uiteindelijk Radhika’s manakya-mahabhava. Krsna probeerde de pracht van Radharani’s pranaya te begrijpen. Haar liefde voor Hem. Hij dacht: “Ik voel geluk bij het zien van Radha, maar als Ze Mij ziet, wordt Ze volledig zot. Wat is het in mij dat ze proeft?” Ik kan de omvang van Mijn zoetheid niet proeven zoals Zij kan.
Krsna heeft vier speciale soorten van zoetheid: de zoetheid van Zijn vorm, de zoetheid van zijn fluitspel, de zoetheid van zijn spel-en-vermaak, en de zoetheid van de liefde die Hij voortbrengt in de harten van de Vrajavasis.
Hoe kan Krsna zijn eigen zoetheid proeven? Hij kan het niet doen. Alleen Srimati Radharani kan zijn zoetheid volledig proeven. Krsna had een verlangen om te begrijpen wat Radhika ervaart. Hij dacht: “Ik ben de meest prachtige persoonlijkheid in de hele wereld. Niemand is mooier dan Ik. Maar Radhika is nog veel mooier dan Ik. En toch is er iets in mij dat haar dol maakt als Ze me ziet. Wat is dat?” Hij kon het niet begrijpen, en aldus ontwikkelde Hij het verlangen om zijn eigen zoetheid te proeven. Om dit te doen, daalde Hij neer and Sri Caitanya Mahaprabhu.