SPECIALE KRACHT
Er was eens een deugdzame brahmana die Kasyapa heette. Hij had alle geschriften onder de knie gekregen en was een expert in het uitleggen van die geschriften. Niet geneigd om een andere plicht te verrichten, was hij dagelijks verzonken in het aanbidden van Heer Narasimha en hield hij zich altijd bezig met het verrichten van yajna. Iedere ochtend en avond bracht hij offers in het heilige vuur en hij toonde altijd de juiste gastvrijheid aan de brahmana’s en gasten bij zijn huis.
Zijn vrouw heette Savitri. Zij was een hoogstaande dame, werd vereerd voor haar deugdzaamheid, en ze leidde een vlekkeloos leven in dienst van haar echtgenoot. Vanwege haar kuisheid en toewijding was ze begiftigd met het vermogen om dingen te weten te komen die zich buiten het bereik van haar zintuigen bevonden.
GROTE BRAHMACARI
Er was ook een wijze brahmana genaamd Yajnasharman die in het land van Koshala woonde. Hij had een toegewijde en religieuze vrouw genaamd Rohini die begiftigd was met gunstige eigenschappen en een onbevlekt karakter.
Na een tijd baarde Rohini een zoon. Yajnasharman verrichtte alle aangeraden zuiveringsceremonies voor zijn zoon, zoals voorgeschreven in de Veda’s. De jongen werd Devasharman genoemd. Toen hij acht jaar oud was verrichtte zijn vader zijn heilige draad ceremonie en zette hem aan tot studie van de Veda’s.
Nadat Devasharman de Veda’s onder de knie had, stierf zijn vader.
Toen Yajnasharman stierf, waren zowel de zoon als de moeder erg getroffen. Devasharman verrichtte de begrafenisceremonies voor zijn vader in overeenstemming met de instructies van heilige personen, en daarna besloot hij naar verschillende pelgrimsoorden te reizen. Devasharman’s roem als grote brahmacari verspreidde zich geleidelijk aan over het hele land. Hij had geen woonplaats en doolde altijd van de ene plek naar de andere. Zichzelf in leven houdend door aalmoezen te bedelen, was hij altijd bezig met het reciteren van Vedische mantra’s en het verrichten van offerandes. Ondertussen, nu haar echtgenoot dood was en haar enige zoon als een asceet leefde, had Devasharman’s moeder Rohini geen bron van inkomsten en was vreselijk aan het lijden.
TOT AS VERBRAND
Gedurende zijn zwerftochten, kwam Devasharman op een dag aan bij de oever van een rivier, waar hij een bad nam. Nadat hij zijn kleding op de grond had gespreid om te drogen, ging hij in meditatie zitten. Precies op dat moment kwamen er plotseling een kraai en een kraanvogel en gingen er met zijn kleding vandoor. Toen hij dit zag, werd Devasharman kwaad en schold hij naar ze. De vogels lieten toen het kledingstuk op de grond vallen, poepten erop, en vlogen weg. Devasharman keek ze vol furie aan en de vogels verbrandden onmiddellijk tot as. Verrast door dit schouwspel, concludeerde Devasharman dat er niemand in de wereld zijn gelijke was wanneer het op boetdoening aan kwam.
Trots op de kracht van zijn ascese, verliet Devasharman de rivier om aalmoezen te zoeken in een nabijgelegen dorp. Hij kwam naar het huis waar de toegewijde vrouw Savitri en haar echtgenoot Kasyapa woonde. Devasharman kwam aan hun deur en verzocht Savitri om hem aalmoezen te geven. Echter, Savitri was net op dat moment het middagmaal van haar echtgenoot aan het opdienen. Hoewel ze Devasharman bij de deur zag staan, bleef ze stil en aandachtig voor haar man. Nadat haar man had gegeten, waste ze zijn voeten met warm water. Alleen daarna kwam ze naar de deur om de brahmacari aalmoezen te geven.
Omdat hij zo lang had moeten wachten, was Devasharman erg kwaad. Hij keek keer op keer woedend naar de toegewijde vrouw met roodgloeiende ogen. Toen ze zag hoe hij zich aan het gedragen was, lachte Savitri en zei, “O woedende wijze! Ik ben niet de kraai noch de kraanvogel die dood neervielen op de oever van de rivier op kracht van uw woede. Indien u aalmoezen van me wilt accepteren zult u zich fatsoenlijk moeten gedragen.”
Devasharman nam de door Savitri gegeven aalmoezen aan, en verliet stilletjes die plek.
Terwijl hij terug liep naar de rivier dacht hij keer op keer, “Hoe is het mogelijk dat zij al van de dood van de kraai en de kraanvogel af wist?” Devasharman liet zijn bedelschaal achter bij de rivier en keerde terug naar het dorp.
Nadat de toegewijde Savitri haar maaltijd had genuttigd en haar echtgenoot weg was gegaan, kwam de brahmacari naar haar woning en zei, “O gezegende vrouw, zeg me alstublieft hoe u deze mystieke kracht, die van dingen weten die buiten het bereik van de zintuigen liggen, hebt verworven?”
SCHERPZINNIG ADVIES
Die kuise en toegewijde vrouw Savitri antwoordde, “O brahmana, luister alstublieft aandachtig naar het antwoord op deze vraag. De mystiek kracht die ik bezit is het resultaat van zorgvuldige en consistente inachtneming van de voorgeschreven plichten van een kuise vrouw. Dienst aan haar echtgenoot is de vastgestelde plicht van vrouwen.
O hoogdenkende, ik heb die plicht altijd nageleefd. Wat heet, ik weet niets anders. Ik heb deze kracht verworven omdat ik, dag en nacht, zonder het te betwijfelen, volledige genoegdoening heb geschonken aan mijn man, wachtend op hem met liefde en toewijding.
“Als u het interessant vindt om te horen, dan zal ik u nog iets vertellen. Uw vader was een brahmana die van aalmoezen leefde. U nam lessen van hem over de Veda’s. Toen hij stierf verrichtte u zijn begrafenisceremoniën. Daarna kwam u hier, uw oude en weduwe moeder veronachtzamend. Die arme, beklagenswaardige vrouw is nu zonder hulp terwijl u er alleen geïnteresseerd in bent om uzelf te voeden! Uw moeder heeft u gedragen in haar schoot. Nadat u geboren werd heeft ze u gevoed en verzorgd en heeft ze u grootgebracht met liefde en genegenheid. Ze heeft alles voor u gedaan inclusief het opruimen van uw ontlasting. U hebt haar in de steek gelaten en bent ascese gaan beoefenen in het woud. O brahmana, schaamt u zich niet? Wat hoopt u te bereiken door rond te dolen in het woud?
“Vanwege het leed van uw moeder komt er een vieze geur uit uw mond. Het beetje kracht en macht dat u bezit, heeft u enkel vanwege uw vader, die allerlei samskara’s heeft uitgevoerd in uw leven.
“O kwaadgezinde zondaar! Pas geleden heeft u zonder reden twee onschuldige vogels tot as verbrand. Als gevolg hiervan zijn al uw heilige baden, uw bezoeken aan verschillende heilige plaatsen en al uw meditatie en offerandes voor niets geweest. O brahmana, die persoon die zijn moeder in een arme en beklagenswaardige toestand terecht laat komen, leeft tevergeefs, daar waar hij die vol waardering zit voor zijn moeder en die haar altijd beschermt met toewijding krijgt alle beloningen in deze wereld en in de toekomst.
“U dient onmiddellijk naar uw moeder te gaan en haar leven redden. Haar bescherming is uw grootste boetedoening. Geef uw woede op, want het vernietigt alle verdiensten die verzameld zijn in deze wereld en de volgende. U dient te boeten voor de zonde van het doden van de vogels. O brahmacari, wat ik tegen u gezegd heb is correct. Als u geïnteresseerd bent in ultiem geluk dient u mijn advies te volgen.”
Na zo de zoon van de Brahmana te hebben geadviseerd, zweeg de toegewijde vrouw.
Devasharman zei toen tegen Savitri, “O gezegende dame, vergeef me alstublieft voor het kwaad dat ik u heb aangedaan door u woedend aan te kijken. U heeft me verteld wat goed voor me is. O deugdzame dame, nadat ik ben teruggekeerd om voor mijn moeder te zorgen, welke taken zal ik verrichten om het allerhoogste doel te bereiken?”
TRIDANDI SANNYASA
de toegewijde vrouw Savitri antwoordde, “Luister aandachtig. Ik zal u nu vertellen welke taken u dient te verrichten. U dient uw moeder te onderhouden door te bedelen, en u dient ook de voorgeschreven boetedoening voor de zonde van het doden van de twee vogels te verrichten.
“In het land van Kosala is er een meisje geboren in een brahmana familie dat voorbestemd is om uw vrouw te worden. Wanneer naar huis terugkeert, zal haar vader haar aan u aanbieden. U dient dat aanbod te accepteren op dat moment. Zij zal geboorte schenken aan een babyzoon die uw familielijn zal voortzetten.
punar-mrtayam bharyayam bhavita tvam tridandakah
sa yaty asrama dharmena yathoktyanusthitena ca
narasimha-prasadena vaisnavam padapapsyasi
“Met het overlijden van uw vrouw dient u de orde van tridandi-sannyasa op u te nemen. Mits u oprecht de disciplines van de sannyasa asrama volgt, zult u door de genade van Heer Narasimha-dev zeker het verblijf van Heer Vishnu bereiken.
“Omdat u het aan me gevraagd heeft, heb ik al deze dingen voorspeld. Als u niet in mijn woorden gelooft, dan mag u doen wat u wilt.”
De brahmana Devasharman zei, “O toegewijde vrouw, ik zal onmiddellijk naar huis gaan om voor mijn moeder te zorgen. O zegenrijke, wanneer ik daar aankom zal ik precies volgens uw advies handelen.”
Nadat hij dit gezegd had, ging Devasharman onmiddellijk op weg naar huis. Daar aangekomen, vrij van woede en begoocheling, zorgde hij met al zijn kunnen voor zijn moeder. Hij trouwde en werd gezegend met een zoon. Toen zijn vrouw overleed ging hij leven als een ronddolende bedelmonnik. Hij behandelde kiezels, stenen en goud op een gelijkwaardig niveau en door de genade van Heer Narasimhadev bereikte hij het spirituele verblijf van de Heer.
* * *
Men kan zich afvragen hoe het kwam dat de brahmacari verplicht was om voor zijn oude moeder te zorgen. Aangezien hij zich had toegewijd aan religieuze doeleinden en strikt de geloftes van brahmacarya volgde, zou hij dan niet vrij moeten zijn van deze verplichting zoals de volgende bepaling uit Srimad Bhagavatam (11.5.41) aangeeft?
devarsi-bhutapta-nrnam pitènam
na kinkaro nayam rni ca rajan
sarvatmana yah saranam saranyam
gato mukundam parihrtya kartam
“Iemand die alle wereldse relaties volledig heeft opgegeven en volkomen beschutting heeft genomen van de lotusvoeten van de Heer; die ons verlossing schenkt en die degene is die het waard is om beschutting van te nemen, is niet langer een schuldenaar of dienaar van iemand, inclusief de halfgoden, voorouders, wijzen en andere levende wezens, familieleden en leden van de menselijke samenleving.”
Het dient echter opgemerkt te worden dat dit gebod van het Bhagavatam alleen van toepassing is op die personen die volledig beschutting hebben genomen. Hoewel de brahmacari Devashar-man een zeer vroom leven leek te leiden, waren zijn activiteiten nog steeds op het materiële platform. Zijn bezigheid was materiële vroomheid middels het verrichten van religieuze activiteiten en het bezoeken van pelgrimsoorden. Hij had zijn huis niet achtergelaten op zoek naar de Allerhoogste Heer, noch had hij de associatie van transcendentalisten opgezocht, noch had hij beschutting genomen van een bonafide geestelijk leraar. Hoewel hij zichzelf als vrij van verplichtingen aan deze wereld zag, was het toch ongepast voor hem om zijn religieuze moeder in de steek te laten omdat zijn bezigheden slechts extern waren.
Aangezien zijn activiteiten zich nog steeds op het materiële platform bevonden, was het enige resultaat wat hij ervan ontving een toename van zijn valse prestige. Deze trots ontvouwde zich verder tot woede, die hem vervolgens aanzette om de twee vogels te doden.
Devasharman had wat geloof in vrome, religieuze activiteiten, en dus had hij karma-adhikara, oftewel de kwalificatie om te handelen volgens het Vedische systeem van religiositeit. Maar hij had geen geloof in overgave aan de Heer, en dus was hij verstoken van bhakti-adhikara, oftewel de kwalificatie voor het verrichten van krsna-bhakti.
als degenen die karma-adhikara bezitten de principes van varnasrama-dharma niet volgen, dan raken ze verwikkeld in zonde. Om deze reden adviseerde de kuise en alwetende huisvrouw hem om terug te keren naar huis.
Krishna heeft Uddhava onderwezen (Bhag. 11.20.9):
tavat karmani kurvita na nirvidyeta yavata
mat-katha-sravanadau va sraddha yavan na jayate
“Zolang men niet onthecht is van baatzuchtige activiteiten en materieel genot, en zolang men geen vertrouwen heeft in toewijding aan Krishna, te beginnen met het proces van het horen en chanten van Zijn glories, dient men te handelen naar gelang de religieuze principes van karma of varnasrama.”
In het volgende hoofdstuk van het elfde canto (11.21.2) zegt Krishna opnieuw:
sve sve ‘dhikare ya nistha sa gunah parikirtitah
viparyayas tu dosah syad ubhayor esa niscayah
“Verankerd zijn in de positie waarvoor men gekwalificeerd is, is vroom. Het tegenovergestelde, een positie aannemen waarvoor men niet gekwalificeerd is, is onverantwoordelijk en wordt als goddeloos beschouwd. Dit is de uitgesproken conclusie.”
Door te handelen naar gelang zijn positie binnen het Vedische systeem van varnasrama dharma, ontwikkelde Devasharman geleidelijk aan echte onthechting. Daarna nam hij sannyasa en bereikte uiteindelijk het spirituele verblijf van de Heer.