Hoe Eenheid Bereikt Kan Worden
Een ons welbekende toegewijde heeft me gevraagd om iets over het bovenstaande onderwerp te schrijven. Dit is mijn nederige voorlegging aan hem, hoewel ik vind dat het buiten mijn jurisdictie gaat om hierover te schrijven, aangezien de toegewijden het voorwerp van mijn aanbidding zijn. Ik denk echter dat het door het verlangen van de Allerhoogste Heer komt, dat die toegewijde zijn verlangen tegenover mij heeft uitgesproken ten gunste van mijn eeuwige welzijn. Het kan de bedoeling van de Heer zijn. Ik dien voor de genade van de toegewijden te bidden zodat ik gered kan worden van mijn ernstige wereldse gehechtheid. Ik dien deze mogelijkheid aan te grijpen om mijn ter aarde geworpen eerbetuigingen aan de lotusvoeten van alle toegewijden te brengen, zodat ze mij de zegening kunnen schenken om mijn korte levensduur te spenderen aan dienst tot Heer Krishna en Zijn toegewijden.
Allereerst wil ik mijn ontelbare ter aarde geworpen eerbetuigingen brengen aan de lotusvoeten van mijn meest vereerbare Gurudeva, aan onze Paramgurudeva, aan alle meest vereerbare Vaisnavas in de lijn van onze parampara, alsmede de vereerbare shiksha Gurus, en smeek ik hun om mij te vergeven voor enige serieuze overtredingen die ik tegen hun lotusvoeten begaan kan hebben. Heer Krishna, Die eeuwig, vol kennis en vol gelukzaligheid is ─ Die transcendentale Allerhoogste Persoon, daalt neer via het kanaal van leermeesters, ofwel Gurus. Onvoorwaardelijke, volledige overgave tot dit kanaal der leermeesters is de enige manier om de Absolute Gelukzaligheid te kunnen realiseren. Geen enkel mens kan toegang tot het transcendentale domein verkrijgen door middel van hun materiële zintuigen, noch door hun mentale en intellectuele vermogen─ kort gezegd, door middel van het proces van beklimming.
Om het bevel te gehoorzamen van een Vaisnava, voor wiens genegenheid ik dankbaar ben, zal ik proberen de leerstellingen van mijn meest vereerbare Gurudeva (Srila Bhakti Dayita Madhava Goswami Maharaj) en Paramgurudeva (Srila Bhakti Siddhanta Sarasvati Goswami Thakur) te herinneren met betrekking tot het huidige onderwerp, in de hoop hun genade te mogen ontvangen, welke me naar dienst aan Sri Guru-Gauranga-Radha-Krishna kan brengen.
Allereerst overwegen we de belangrijke instructies van Srila Bhakti Siddhanta Saraswati Goswami Thakur; het waren zijn laatste instructies, gegeven aan Zijn discipelen, voor Zijn verdwijning op de 23 december, 1936 in de Sri Gaudiya Math, Bhagbazar, Calcutta:
‘Ik ben vele personen tot last geweest. Aangezien ik gedreven ben om de onmisleidende waarheid te spreken, en personen heb verzocht om God (Sri Hari) oprecht en zonder dubbelzinnigheid te aanbidden, kunnen vele personen me zelfs tot hun vijand hebben beschouwd. Door ze te inspireren om enthousiast en oprecht toegewijd te zijn aan Sri Krishna zonder heimelijke verlangens en bedrieglijkheid, zullen ze op een dag kunnen begrijpen waarom ik ze zo heb lastiggevallen.
Iedereen zou de leerstellingen van Sri Rupa en Raghunatha met groot enthousiasme moeten verspreiden en overdragen. Ons hoogste en ultieme doel in het leven is om de heilige stofdeeltjes van alle toegewijde opvolgers van Srila Rupa Goswami te worden. Jullie allemaal zouden intiem met elkaar verbonden moeten blijven met hartgrondige trouw aan de geïncarneerde gedaante van genade─ Gurudeva (de absolute tegenhanger van de Allerhoogste Heer), met het doel om Hem kenbaar te maken, Die identiek is aan Absolute Onverdeelde Kennis. Iedereen zou alleen in deze meest vergankelijke wereld op een of andere manier met beperkte middelen zien te leven met het doel om Sri Hari te aanbidden. Geef Hari-bhajan nooit op, ondanks honderden calamiteiten, honderden uitbranders en honderden pesterijen en kwellingen. Wees niet ontmoedigd als je ziet dat de meeste geconditioneerde zielen de boodschap van onvervalste zuivere toewijding tot Sri Krishna niet kunnen waarderen. Geef het horen en reciteren van ‘Krishna-katha’ nooit op, want dit is het leven en de enige rijkdom van een ware toegewijde. Chant altijd Harinam , zijnde nederiger dan een grasspriet en verdraagzamer dan een boom.
We koesteren het verlangen om dit lichaam, dat gelijkstaat aan inerte massa van materie en een product van de materiële energie van de Heer is, op te dragen als offerande aan de Sankirtan–yajna van Sri Krishna Chaitanya Mahaprabhu en Zijn persoonlijke metgezellen. We verlangen niet naar het verkrijgen van de wereldse naam en faam om een vermaarde man van actie (Karmabir), of een god van vroomheid (Dharmabir) te worden, maar we worden liever het stof van de lotusvoeten van Srila Rupa Goswami, welke onze echte rijkdom en onze ‘be-all and end-all’ is. Het zuivere devotionele kanaal van de stroom der opvolgers van Srila Bhaktivinode Thakur zal nooit gestopt worden. Jullie allemaal zouden de gelofte moeten afleggen om deze zuiver devotionele stroom van gedachten met nog meer ernst en volharding te verspreiden om het verlangen van Srila Bhaktivinode Thakur te vervullen. Onder jullie bevinden zich vele waardige en bekwame personen die bevoegd zijn dit te doen─
Adadanas trinam dantair idam yace punah punah
Srimad-rupa-padambhoja-dhulih syam janma-janmani
We bidden herhaaldelijk door gras tussen onze tanden te houden─ ‘We willen alleen de stofdeeltjes van de lotusvoeten van Rupa Goswami worden in elke geboorte’.”
Zolang we in de ban zijn van de ketenen der tijdelijke relaties van deze wereldgevangenis, zullen er onvermijdelijk talrijke ongemakken en moeilijkheden zijn, maar we zouden noch verdwaasd moeten raken door deze strubbelingen, noch moeten denken dat het doel van ons leven bestaat uit het trachten deze ongunstige situaties te verwijderen. Het is noodzakelijk voor ons om een duidelijke voorstelling te hebben van wat onze doelstelling zal zijn gedurende ons verblijf in deze wereld, en hoe ons eeuwige leven zal zijn na het verwijderen van alle wereldse tekortkomingen en moeilijkheden. Het is ook handig als we een oplossing hebben voor welk soort problemen we ook maar tegen het lijf kunnen lopen in deze wereld met betrekking tot aantrekking en afkeer; dat wil zeggen, om het even wat we ook maar willen en niet willen. In die mate we ons afzijdig houden van de lotusvoeten van Sri Krishna, in die mate zullen we in de ban zijn van wereldse aantrekking en afkeer. We kunnen de transcendentale zoetheid van de liefdevolle dienst aan Sri Krishna realiseren, wanneer we geschikt zijn om het reciteren van de transcendentale Heilige naam─ ‘Sri Krishna’, die voorbij het wereldse domein van aantrekking en afkeer is, te kunnen beoefenen. Krishna-katha lijkt op het eerste gezicht verbijsterend en ingewikkeld te zijn. Alle zogenaamde menselijke wezens spannen zich min of meer, bewust of onbewust in, om de obstakels die onze realisatie van het Eeuwige Doel belemmeren, te elimineren. Onze enige noodzaak is om toegang te hebben tot het zalige transcendentale verblijf, dat alle gevoelens van conflict transcendeert.
We hebben geen gehechtheid of onthechting met wie dan ook in deze wereld. Alle arrangementen in deze wereld zijn kortstondig; van voorbijgaande aard. Het is van essentieel belang voor iedereen om het Hoogste Doel te verkrijgen─ Absolute gelukzaligheid. Laat ieder van jullie gezegend zijn met het verkrijgen van dienst tot de Originele Absolute Tegenhanger─ de geïncarneerde gedaante van de Allerhoogste Heer door middel van de attributen van eendracht en op Hem gerichte toewijding. Laat de heilige stroom van gewijde devotionele gedachten van de metgezellen van Srila Rupa Goswami onafgebroken doorstromen. We zouden onder geen enkele omstandigheden onverschillig moeten zijn tegenover Sri Krishna sankirtan–yajna, welke ons de zevenvoudige voorname verworvenheden kan schenken. Wanneer er een toename aan devote toewijding voor sankirtan gemanifesteerd wordt, zullen we alle verworvenheden bereiken. Laat ieder van jullie de leerstellingen van Sri Rupa-Raghunatha met groot enthousiasme en onbevreesd karakter verspreiden, terwijl absolute beschutting gezocht wordt bij de persoonlijke metgezellen van Sri Rupa Goswami.
Vervolgens zullen we een toespraak van mijn meest vereerbare Gurudeva, Zijne Goddelijke Genade Srila Bhakti Dayita Madhav Goswami Maharaj, in overweging nemen, die gegeven was tijdens de ‘International Spiritual Summit Conference’, welke gehouden werd op 22 oktober 1968, in de Birla Academie voor Kunst en Cultuur in Calcutta:
‘Ik wil de organisatoren van dit symposium hartelijk welkom heten, in hun pogingen om een onpartijdige en liberale aanpak naar de verschillende zienswijzen van religieus geloof in deze wereld te verkennen en om uit te zoeken hoe een wereldverbond van verschillende religiën, of een eenheid van hart onder de menselijke wezens bevorderd kan worden. Er zijn twee manieren van aanpak:
(1) de oprechte, werkelijke en praktische aanpak, welke relateert aan de eigenlijke staat van gesteldheid en aard van de menselijke wezens, en (2) een idealistische benadering met weinig tot geen praktische waarde, waarbij men zich slechts inlaat met de luxe van het uiten van pretentieuze en hoogdravende woorden.
Als we in alle oprechtheid een werkelijk en blijvend effect willen bereiken, zullen we dapper de feiten moeten confronteren. Het is een feit dat er geen 100 procent gelijkwaardigheid bestaat onder individuen, aangezien zij bewuste eenheden zijn met onafhankelijkheid op het gebied van denken, voelen en willen. Het individu bereikt, als gevolg van zijn verschillende handelswijzen, een aparte omgeving en parafernalia. Elk individu heeft zijn eigen bijzondere natuur waarmee hij zich onderscheidt van een ander, dus ligt het voor de hand dat individuen zullen verschillen van mening en smaak; dit is heel natuurlijk. Het is echter onnatuurlijk om dwangmatig te trachten individuen te kooien in één gemeenschap, geloof of specifieke ideologie. Dienovereenkomstig is de cultivatie van verdraagzaamheid tegenover de zienswijze van anderen dan ook essentieel voor het bereiken van wereldvrede en eenheid.
De Indiase religieuze leiders bleken zo’n inzicht en verdraagzaamheid te hebben, aangezien er in India vele onafhankelijke zienswijzen zijn ontstaan die tegelijkertijd hebben gefloreerd. Een gebrek aan verdraagzaamheid maakt ons sektarisch, en dat karakter motiveert ons om anderen onder dwang te doen bekeren, wat voor opschudding en onrust zorgt in de wereld. Religie behoort gelijke ruimte te geven aan alle individuen, voor hun spirituele ontwikkeling naar gelang hun eigenschappen.
Indiase heiligen hebben de natuur van menselijke wezens ondergebracht in drie brede groepen: Sattvika, Rajasika, en Tamasika. ‘Sattvika’ mensen zijn wijs, oprecht, gul en geweldloos. Zodoende hebben zij een altruïstische mentaliteit en bewijzen ze ‘ongeïnteresseerde dienst’. ‘Rajasika’ mensen zijn egoïsten. Ze zijn echter ook actief en doen goede dingen voor anderen met de beweegreden om er iets voor terug te krijgen ter zelfverheerlijking. Ze zullen kwaad wat hun wordt aangedaan niet tolereren en hebben een wraakzuchtige mentaliteit. ‘Tamasika’ mensen zijn lui, door en door egoïstisch en zijn gewelddadig van karakter. Ze zijn ongenuanceerd in hun jacht naar genot. Ze veronachtzamen de belangen van anderen volledig en zullen alles doen om hun zelfzuchtige verlangens te vervullen. Zodoende variëren ‘Sattvika’, Rajasika’ en ‘Tamasika’ mensen van smaak, gewoontes en aard. Er zijn drie soorten religie voorgeschreven voor deze drie groepen, naar gelang hun geschiktheid, om ze de gelegenheid te geven zich geleidelijk spiritueel te kunnen verheffen. Deze drie vormen van leringen zijn gerelateerd aan het ogenschijnlijke zelf, en zijn zodoende veranderlijk.
Er zijn echter nog hogere gedachten van religieus bestaan, die deze drie kwaliteiten te boven stijgen en relateren aan de eeuwige, natuurlijke functie van het werkelijke zelf. Als we kwantiteit willen hebben, zullen we kwaliteit moeten opofferen, en als we kwaliteit willen hebben, zullen we kwantiteit moeten opofferen. Beiden kunnen niet tegelijkertijd verworven worden. Echter, het voornaamste punt wat hier opgemerkt dient te worden, is dat er verdraagzaamheid onder de verantwoordelijken van de verschillende religieuze zienswijzen moet zijn, en respect voor andermans zienswijze in het algemeen. Men zou gelijkwaardige gelegenheid aan iedereen moeten bieden, voor de spirituele verheffing vanuit hun respectievelijke status. Een ander punt dat hier opgemerkt dient te worden is dat we het geduld moeten opbrengen om het onderliggende karakter van verschillende religieuze stromingen te begrijpen, en ons niet slechts moet inlaten met het redetwisten over de ritualistische aspecten van religies, welke voor zeker zullen verschillen in de verschillende delen van de wereld in overeenstemming met de veranderingen van klimatologische omstandigheden en omgevingen.
Vandaag de dag zien we een gebrek aan discipline woekeren in elke kring van het menselijk leven: van politiek, economisch tot zelfs het onderwijs. Jeugdige opstandigheid is een van de meest serieuze problemen vandaag de dag. Het is extreem moeilijk om voortgang te boeken met constructief werk als mensen neigen naar ongehoorzaamheid. Om de verstorende neigingen en ongehoorzaamheid aan te kunnen pakken, behoeft het een radicale behandeling van de geest van de mensen. Hier voelen we de noodzaak van morele en spirituele waarden in het menselijk leven. Er zijn twee manieren om een ziekte te behandelen- pathologisch en symptomatisch. Met een pathologische behandeling wordt allereerst de oorzaak van de ziekte vastgesteld, en vervolgens een voorschrift gegeven ter genezing van de ziekte. Het proces van de symptomatische behandeling mag dan wel gemakkelijker zijn, maar het heeft geen blijvend effect. Het kan slechts tijdelijke verlichting geven, terwijl men via de behandeling volgens het pathologische proces blijvende verlichting teweegbrengt.
Om de oorzaak van de onrust te kunnen vaststellen, dienen we eerst de betekenis van het zelf vast te stellen. Het is mijn emfatisch geloof dat onwetendheid aangaande ons werkelijke zelf de oorzaak is van onrust, onenigheid en zorg. Het werkelijke ‘ik’ is niet dit tijdelijke fysieke omhulsel. Het is iets anders dan deze grofstoffelijke en subtiele lichamen. We beschouwen een lichaam als een persoon zolang we er bewustzijn in waarnemen. Op het moment dat het lichaam is verstoken van bewustzijn, verliest het haar persoonlijkheid. De ‘ik’ van het lichaam is slechts ‘ik’ zolang het bewuste wezen (d.w.z. het wezen dat denkt, voelt en wilt) aanwezig is in het lichaam. Zodra het ‘ik’ afwezig is in het lichaam erkennen we het niet meer als ‘ik’, maar als ‘niet ik’. Derhalve kunnen we concluderen dat die entiteit wiens aanwezigheid en afwezigheid het lichaam respectievelijk ‘mij’ en ‘niet mij’ maakt, het persoon moet zijn. Deze bewuste entiteit (de ziel) wordt aangeduid als ‘atman’ in de Indische geschriften. Atman is onvernietigbaar. Het heeft geen begin en geen eind. Als we een diepe duik nemen in het onderwerp kunnen we onze oorsprong herleiden naar het Absolute Bewuste Principe, die we God noemen, de bron van oneindige bewuste eenheden. God wordt uitgedrukt als ‘Sat-Cid-Ananda’, d.w.z. Hij is vol bestaan, vol kennis en vol gelukzaligheid. Individuen zijn spikkeltjes van de stralen die uit Hem emaneren en zodoende zijn zij één van Zijn eeuwige en gelijktijdig bestaande krachten. Individuen kunnen niet onafhankelijk leven. Ze zijn allen onderling verbonden en gelijktijdig bestaand, hoewel ze hun individuele eigenschappen behouden.
Het is al vermeld dat verschillen tussen individuen onvermijdelijk zijn aangezien zij bewuste eenheden zijn. Het probleem is nu om een basis voor akkoord en belang te vinden voor de oplossing van deze verschillen. Een gevoel van gemeenschappelijk belang kan worden gecultiveerd onder individuen als zij weten dat ze onderling verbonden zijn, dat ze onderdelen zijn van het ene Organische systeem, en de zonen en dochters zijn van de Ene Vader. Hier ligt dan de opdracht van alle religies; om de mensen te leren dat alle wezens van alle werelden nauw met elkaar verbonden zijn. Hoewel standvastigheid, of vast geloof in God (ook wel ‘nishtha’ genoemd) volgens een bepaald geloof en een bepaalde geschiktheid, bevorderlijk is voor de gezonde spirituele ontwikkeling van elk individu, is religieuze onverdraagzaamheid welke vijandigheid opwekt zeer afkeurenswaardig, aangezien het tegen het echte belang van individu en samenleving indruist. Echte religie predikt liefde voor elkaar.
Heer Sri Krishna Chaitanya Mahaprabhu verspreidde de cultus van alles omhelzende Goddelijke Liefde, welke universele broederschap op een transcendentaal vlak met zich meebrengt. Volgens Hem ligt vergeetachtigheid aangaande onze eeuwige relatie met de Allerhoogste Heer, Sri Krishna, ten grondslag aan al onze kwellingen en onheil. Sri Krishna is de God van alle goden, de Allerhoogste persoon in het bezit van volledig bestaan, kennis en gelukzaligheid. Hij is zonder begin en is toch het begin van alles, de hoofdoorzaak van alle oorzaken. Het woord ‘Krishna’ betekent ‘Hij die iedereen aantrekt en iedereen pleziert met zijn wonderbaarlijke schoonheid, luister, vrijgevigheid en oppermacht’. Dit duidt op de hoogste opvatting van God met alle perfecties. Hij is het doel van Alle liefde. Dus, herinnering van Krishna, ofwel God, is het goddelijke geneesmiddel van alle kwaad. De makkelijkste en meest effectieve manier om God te herinneren is het chanten van de Heilige Naam, wat door iedereen, in elke plaats of op elk moment, ongeacht iemands sociale status, geloofsovertuiging, religie, leeftijd, gezondheid, economische status of geleerdheid tot uitvoering kan worden gebracht.’
Srila Bhakti Ballabh Tirtha Goswami Maharaja
(ed.:Het is mijn persoonlijke opvatting dat mijn Guru Maharaj hier als eerste de instructies van Srila Bhakti Siddhanta Prabhupada aan ons voorlegt om aan te geven dat om eenheid te bereiken, er eerst eenheid moet heersen onder diegene die de eenheid willen bewerkstelligen. Immers, als wij als Vaisnava’s over eenheid onder de mensheid(en zo alle levende wezens) willen prediken terwijl we die onder elkaar niet hebben, zal onze boodschap weinig effectief kunnen zijn, en niets anders dan hypocrisie zijn, wat juist iets is waar wij scherp tegen gekant zijn. Daarna brengt mijn Gurudeva dan de boodschap van zijn Gurudeva en mijn Paramgurudeva aan de man, en daar wordt op sublieme wijze uiteengezet hoe er onder de mensheid ware eenheid bereikt kan worden. ed.)