Tridandisvami Sri Srimad Bhaktivedanta Narayana Gosvami Maharaja
[Geachte lezers,
Vrijdag 29 oktober 2021, is de goddelijke verschijningsdag van Sri Radha-kunda. Ter ere van deze heilige dag, sturen we de volgende uitleg over Sri Radha-kunda uit Srila Narayana Gosvami Maharaja’s Vraja Mandala Parikrama Boek:]
Sri Radha-kunda ligt in Bahulavana, en om deze reden is er een gebruik om op de dag van Bahulastami een bad te nemen in Sri Radha-kunda. Een enorme groep mensen nemen op die dag een bad in Sri Radha-kunda.
De Padma Purana zegt:
yatha radha priya visnoh tasyah kundam priyam tatha
sarvagopisu sevaika visnoratyantavallabha
“Van alle gopi’s is Srimati Radhaji het meest dierbaar aan Sri Krsna, en is Ze Zijn voornaamste prana vallabha. Evenzo is Radhaji’s dierbare kunda Hem ook zeer dierbaar.”
De Varaha Purana verklaart:
sarvapapaharastirtham namaste harimuktidah
namah kaivalyanathaya radhaKrsnabhidhayine
“O Sri Radha-kunda! O Sri Krsna Kunda! Jullie vernietigen alle zondes en belonen gefocuste prema. I buig keer op keer voor jullie neer.” De Purana’s staan vol met ontelbare beschrijvingen van de glories van deze twee kunda’s.
In Vraja-vilasa-stava (tekst 53), bidt Srila Raghunatha dasa Gosvami:
sri-vrindavipinam suramyam api tac chriman sa govardhanah
sa rasa-sthalikapy alam rasamayi kim tavad anyat sthalam
yasyapy amsa-lavena narhati manak samyam va mukundasya tat
pranebhyo ‘py adhika-priyeva dayitam tat kundam evasraye
“Zelfs Sri Vrindavana, dat uiterst verrukkelijk is vanwege plekken zoals de rasa vervulde rasa-sthali, of Sriman Govardhana, die de arena is van de nectargelijke rasa waar het meest vertrouwelijke amoreuze spel en vermaak (keli-krida) van het Goddelijke Koppel plaatsvindt, zijn niet gelijk aan ook maar een schaduw van een deeltje van de glories van Sri Radha-kunda, om maar niet te spreken van andere spel-en-vermaakplaatsen binnen Braja Mandala. Ik neem beschutting van deze Sri Radha-kunda, die dierbaarder is tot Sri Mukunda dan Zijn eigen leven.”
Sri Radha-kunda ligt in een dorp genaamd Arita Gaon, ongeveer vijf kilometer ten noord-oosten van Govardhana en tweeëntwintig kilometer van Mathura en Vrindavana. Aristasura was een dienaar van Kamsa die de gedaante van een stier aannam en Krsna aanviel met de intentie Hem te doden. Echter, in plaats daarvan doodde Krsna hem op deze plek.
Sri Radha-Krsna Yugala verrichten Hun middag (madhyahnik) lila-vilasa bij Sri Radha-kunda. Hier verrichten Zij vrijelijk en zonder enige obstructie een verscheidenheid aan amoreuze bezigheden. Dit is nergens anders mogelijk. Daarom wordt Radha-kunda gezien als de allerhoogste plaats van bhajana, superieur zelfs aan Nandagaon, Barsana, Vrindavana en Govardhana. Deze meest vertrouwelijke plek, overstelpt met opperste bhava’s, was onthuld door Sri Caitanya Mahaprabhu Zelf, die begiftigd is met de bhava (gevoelens) en kanti (schittering) van Sri Radha. Eerder kwamen Sri Madhavendra Puri, Sri Lokanatha Gosvami en Sri Bhugarbha Gosvami ook naar Braja, waar ze allerlei spel-en-vermaakplekken van Krsna onthulden; maar niet deze vertrouwelijke plek, die werd gemanifesteerd door Sri Gaurasundara Zelf, die Sri Radha en Krsna gecombineerd is.
Sri Krsna doodde Aristasura overdag. Diezelfde nacht kwam Hij hier samen met Zijn geliefde Sri Radhika en de andere sakhi’s. Sri Krsna stond te popelen om Srimati Radhika te omhelzen, maar zodra Hij Haar probeerde te pakken, deed Ze een stap terug. Hem plagend zei Ze, “Vandaag heb Je een stier gedood, die tot de familie van koeien behoort. Daarom heb Je de zonde begaan van het doden van een koe. Raak alsjeblieft Mijn zuivere lichaam niet aan.”
Krsna antwoordde glimlachend, “Priyatame! Het was een asura die Ik gedood heb, die sluw de gedaante van een stier aan had genomen; dus hoe kan de zonde Mij zelfs maar aanraken?”
Srimatiji hield vol, “Wat hij ook maar was, hij had de gedaante van een stier aangenomen toen Je hem doodde. Vandaar dat de zonde van het doden van een koe Je zeker heeft getroffen.” De sakhi’s steunden Haar verklaringen.
Sri Krsna vroeg hoe Hij kon boeten voor deze zonde. Glimlachend antwoordde Srimatiji, “De enige boetedoening is om een bad te nemen in alle tirtha’s die er op aarde te vinden zijn.” Toen Hij dit hoorde, schiep Sri Krsna een grote kunda door eenvoudigweg met Zijn hiel op de grond te trappen. Toen riep Hij alle tirtha’s van de hele planeet er naar op. Ontelbare tirtha’s kwamen onmiddellijk ten overstaan van Krsna in hun gepersonifieerde gedaantes. Krsna vroeg hen de kunda te betreden in de vorm van water. In een oogwenk vulde de kunda zich met zuiver, heilig water. Sri Krsna name en bad in die kunda en probeerde weer Srimatiji aan te raken. Maar Srimati Radhika wilde nu een kunda vol met water manifesteren die groter en meer voortreffelijk was dan die van Krsna, in antwoord op de opschepperij van Haar Priyatama. Zij en Haar sakhi’s groeven daarom dichtbij onverzettelijk een zeer aantrekkelijke kunda uit met hun armbanden. Er verscheen echter nog geen druppeltje water in. Krsna grapte dat ze water uit Zijn kunda konden nemen, maar Srimatiji samen met Haar ontelbare sakhi’s bereidden zichzelf voor om met kleipotten water te gaan halen uit Manasi Ganga. Sri Krsna gaf een teken aan de tirtha’s dat ze erop aan moesten dringen dat Srimatiji en Haar sakhi’s hun kunda op zouden moeten vullen door water uit Zijn kunda te nemena. De gepersonifieerde tirtha’s stemden Srimati Radhika tevreden door vele gebeden op te zeggen aan Haar en de sakhi’s. Srimati Radhika gaf ze toen toestemming om Haar kunda te betreden. De stroom water die in Krsna Kunda was gestroomd, vulde ook onmiddellijk Radha-kunda. Met veel genoegen nam Sri Krsna een bad en verrichtte water lila’s (jal-vihara) met Srimati Radhika en de sakhi’s in deze dierbare kunda.
Deze twee kundas manifesteerden zich om middernacht op Krsnastami (de achtste dag van de donkere maan) in de maand van Kartika. Honderden en duizenden mensen nemen daarom om middernacht op deze dag die bekend staat als Bahulastami.
De Padma Purana verklaart:
govardhana girau ramye radha-kundam priyam hareh
kartika bahulastamyam tatra snatva hareh priyah
naro bhakto bhaved vitatsthatasya tasya pratosanam
“Stralend mooie Sri Radha-kunda bevindt zich aan de voet van Govardhana Heuvel. Gelovige mensen die daar een bad nemen op Krsnastami in de Kartika maand ontvangen prema-bhakti vervuld met de seva van Sri Radha-Kunjabihari Sri Hari.”
De Padma Purana verklaart ook:
dipotsave kartike ca radha-kunde yudhisthira
drisyate sakalam visvam bhrityair visnu-parayanaih
“Op de dag van Dipavali in de maand van Kartika, kunnen de ekantika (gefocuste) bhakta’s of Sri Radha-Krsna het hele universum en de volledige Braja Mandala in Sri Radha-kunda waarnemen.”
Een tijd later, toen Sri Krsna naar Dvaraka was vertrokken, verdwenen beide kunda’s. Terwijl hij de spel en vermaakplekken van Braja openbaarde, herstelde Maharaja Vajranabha (Sri Krsna’s achterkleinzoon) deze twee kunda’s weer in hun oorspronkelijke staat onder begeleiding van Sandilya en andere rsi’s. Vijfduizend jaar later verdwenen ze echter weer. Toen Sri Caitanya Mahaprabhu naar deze plek kwam, vroeg Hij aan de lokale bevolking naar Radha-kunda en Syama Kunda, maar ze konden Hem niet van informatie voorzien. In plaats daarvan, vertelden ze Hem over de twee velden genaamd Kali Khet en Gauri Khet die voor ze lagen, die een klein beetje water bevatten. Mahaprabhu sprak Kali Khet eerbiedig aan als Syama Kunda en Gauri Khet als Radha-kunda en bracht hen toen Zijn pranama. Toen, terwijl Hij in ze baadde, raakte Hij overstelpt. Hij verloor al Zijn geduld en riep uit, “Ha Radhe! Ha Krsna!,” en viel flauw. De plaats waar Hij ging zitten wordt nu Tamala Tala genoemd. Het wordt ook Mahaprabhu’s baithaka (zitplaats) genoemd.
Buiten Mahaprabhu’s baithaka (zitplaats)
Na de verdwijning van Sri Caitanya Mahaprabhu, kwam Sri Raghunatha dasa Gosvami van Jagannatha Puri en verrichtte bhajana bij Radha-kunda. Op een dag kwam de Mongoolse keizer Akbara langs dit pad met zijn enorme leger. Het hele leger, inclusief de olifanten, paarden en kamelen had erg veel dorst. Akbara vroeg aan Dasa Gosvami, “Is er ergens een meer in de buurt?” Dasa Gosvami gebaarde hem water te nemen van Kali Khet en Gauri Khet. De keizer dacht, “Dit water is zelfs niet genoeg voor een enkele olifant. Hoe zal het ooit de dorst kunnen lessen van mijn hele leger?” Echter, na de herhaaldelijke verzoeken van Dasa Gosvami, moedigde Keizer Akbara zijn manschappen aan om te drinken. Tot zijn grote verbazing dronk het hele leger samen met de paarden, olifanten en kamelen tot ze genoeg hadden gehad, en toch nam het water in deze twee vijvertjes nog niet in het geringste af. De verbazing van de keizer kon geen grenzen.
Nadat hij daar een tijdje bhajana had verricht, kwam de gedachte in Sri Raghunatha dasa Gosvami op om deze twee kunda’s te herstellen. Toen hij zich echter de transcendentale glories van Sri Radha-kunda herinnerde, begon hij zichzelf te verwijten dat hij zo dacht. Precies op dat moment kwam er een rijk persoon uit Badrikasrama aan op die plek, die op zoek was naar die opperste verzaker Sri Dasa Gosvami. Hij bracht zijn dandavat pranamas (ter aarde geworpen eerbetuigingen) aan de voeten van Gosvamiji en zei, “Ik ben net teruggekeerd van een pelgrimstocht naar Badarikasrama. Bhagavan Sri Badri-Narayana heeft me naar u toe gestuurd. Op Zijn bevel bied ik u aan om alle kosten te dekken die benodigd zijn om deze twee kunda’s tot hun prachtige vormen te herstellen. Wees zo vriendelijk om mijn aanbod aan te nemen.” Sri Dasa Gosvami was in de wolken. Eerst weigerde hij het aanbod, maar later gaf hij era aan toe, omdat hij wist dat dit het verlangen was van Sri Sri Radha-Krsna. Aldus begon hij het met de reconstructie van de twee kunda’s.
Sri Radha-kunda openbaarde zich erg gemakkelijk in de vorm van een elegant vierkant. Daarna werd begonnen aan de constructie van Syama Kunda, met het idee om het ook een vierkante vorm te geven. Om dit te bewerkstelligen, was het nodig dat er enkele bomen aan de oever gekapt moesten worden. Die nacht, terwijl, Sri Dasa Gosvami bhajana aan het verrichten was, sukkelde hij eventjes in slaap. In zijn droom, zag hij vijf personen voor zich staan. “Wij zijn de vijf Pandava’s,” zeiden ze. “Wij aanbidden hier Yugala-Kisora in de vorm van bomen, dus kap ons alstublieft niet om. Laat in plaats daarvan de vorm van de kunda gebogen zijn.” Om deze reden liet Sri Dasa Gosvami de bomen niet omhakken en liet in plaats daarvan de vorm van de kunda bochtig zijn, net zoals Sri Krsna’s gedaante. Hij maakte alleen de kunda dieper en liet haar ghata’s goed gerepareerd worden. Beide kunda’s hebben vandaag de dag nog steeds deze vormen, en er zijn zo nu en dan slechts een paar reparaties uitgevoerd.
Sri Giriraja Govardhana strekt zich uit van noord naar zuid en heeft de vorm van een pauw. Zijn staart in het zuiden wordt Puchari genoemd, en de twee ogen van zijn gezicht in het noorden worden Sri Radha-kunda en Sri Syama Kunda genoemd.
In Krsna-bhavanamrta beschrijft Srila Visvanatha Cakravarti Thakura Sri Radha-kunda en Sri Syama Kunda op een erg verrukkelijke en bekoorlijke wijze: “Hoewel Brajendranandana Sri Krsna de bron is van alle persoonlijke manifestaties, de oorsprong is van alles en toch Zelf zonder oorsprong is, en hoewel Hij akhila rasamritamurti (de verpersoonlijking van alle nectargelijke luimen) en sarva-saktiman (de bron van alle sakti’s) is, is Hij dienstbaar aan de prema van mahabhava svarupa Srimati Radhika, de allerhoogste van al Krsna’s geliefden. Hij vestigt altijd de glories van Zijn priyatama Sri Kisoriji als zijnde superieur aan die van Hemzelf. Sri Radha-kunda en Syama-kunda zijn niet verschillend van desvarupa van Sri Radha en Syamasundara, maar desalniettemin geeft Krsna Zelf meer faam aan Sri Radha-kunda.”
In het noordelijke deel van Sri Radha-kunda bevindt zich de kunja van Sri Lalita-devi, Lalitanandada, welke de vorm heeft van een gouden lotus met acht bloemblaadjes. In het noord-oosten ligt Visakhanandada, de met juwelen ingelegde kunja van Visakha Sakhi, welke de vorm heeft van een lotus met zestien bloemblaadejes. In het oosten ligt Citranandada, de kunja van Citra Sakhi, die een verbazingwekkende verscheidenheid aan vormen en kleuren vertoont. In het zuidoosten ligt de van Indulekha Sakhi Indulekhanandada. Deze heeft de vorm van een lotus met acht bloemblaadjes en is gemaakt van diamanten. In het zuiden ligt de kunja van Campakalata Sakhi, Campakalatanandada Kunja, welke de vorm heeft van een gouden lotus, en in het zuidwesten ligt de lotusvormige kunja van Rangadevi, Rangadevi-sukhada, welke is ingelegd met blauwe saffieren. Tungavidyanandada is de kunja van Tungavidya Sakhi. Deze kunja ligt in het westen en ziet eruit als een lotus die uit rode robijnen is vervaardigd. In het noordwesten ligt Anandada of Sudevi-sukhada Kunja, de lotusvormige kunja van Sudeviji, welke is ingelegd met smaragden. In het centrum van Sri Radha-kunda ligt Anangamanjari-anandada Kunja, gevormd als een lotus met zestien bloemblaadjes die zijn ingelegd met maanstenen. Deze kunja staat ook bekend als Svanandasukhada Kunja, en is de kunja van Ananga Manjari. Ze is verbonden met de oever middels een brug gemaakt van maanstenen.
Evenzo liggen rondom Sri Syama-kunda de kunja’s van de sakha’s. In het noordwestelijke deel van de kunda ligt een heerlijke plek die veraardigd is uit diamanten, smaragden en andere edelstenen, waar Srimati Radhika dagelijks een bad neemt. Ten noorden van deze plek ligt Subalanandada Kunja, de kunja die Subala Sakha aan Srimati Radhika heeft aangeboden. Sri Radha-Krsna verrichten hier Hun spel en vermaak van rust (sayana-vihara). In het noordelijke deel van Syama Kunda ligt de kunja van Madhumangalaji, Madhumangalanandada, welke is ingelegd met witte juwelen. Hij heeft deze kunja aan Lalitaji aangeboden. Hier genieten Sri Yugala-Kisora van allerlei soorten grapjes en gelach. Ujjvala Sakha’s Ujjvalanandada Kunja in het noordoosten is gemaakt van rode juwelen, en hij heeft deze aan Visakha Sakhi gegeven. In het oosten ligt Arjuna Sakha’s Arjunanandada Kunja, die uit blauwe saffieren bestaat. Hij heeft deze kunja aan Citra Sakhi geofferd. Gandharvanandada Kunja in het zuidoosten vertoont een verscheidenheid aan kleuren en vormen, en behoort toe aan Gandharva Sakha. Hij heeft deze kunja aan Indulekha Sakhi geofferd. In het zuiden ligt Vidagdhanandada Kunja, behorend tot Vidagdha Sakha, welke gemaakt is van groene smaragden. Hij heeft deze kunja aan Campakalata gegeven. Hier spelen Yugala-Kisora het spel van chaupada. Bhringa Sakha’s Bhringanandada Kunja ligt in het zuiwesten, en hij heeft deze kunja aan Rangadevi gegeven. In het westen ligt Daksasanandananda Kunja gemaakt van verschillende soorten juwelen. Kokila Sakha’s Kokilanandada Kunja ligt ook in het westen. Hij heeft deze kunja aan Sudevi gegeven. Aan de sangama (ontmoetingsplaats) van de twee kunda’s bevindt zich een platform bestaande uit allerlei soorten juwelen. Deze plek wordt ook wel de Yogapitha van Krsna-lila genoemd.
Ten zuiden van Sri Kunda bevinden zich met juwelen ingelegde schommels die aan de takken van campaka bomen hangen. Ten oosten hangen met edelstenen ingelegde schommels aan de takken van kadamba bomen. Ten westen hangen schommels gemaakt van juwelen aan de takken van mango bomen, en ten noorden hangen er met juwelen ingelegde schommels aan de takken van bakula bomen. Rasika Sri Krsna speelt op deze schommels samen met Srimati Radhika en de andere sakhi’s.
Kalpataru bomen van mango, broodvrucht, kadamba, bakula enzovoorts, welke volhangen met een overvloed aan bloemen en vruchten, omringen zowel Radha-kunda als Syama-kunda. De stammen van deze bomen worden vastgehouden door platformen van allerlei edelstenen. Alle seizoenen dienen Sri Yugala eeuwig onder leiding van het lenteseizoen. Vrnda-devi treft op allerhande manieren alle maatregelen voor de seva van het Goddelijke Koppel. De kaketoe’s kwelen en de pauwen dansen en maken het zoete “ke-ka” geluid. Blauwe en rode lotussen en verschillende soorten ketaki bloemen dartelen op de golven van de sri kunda’s terwijl bedwelmde, zoemende bijen erboven zweven. Koninklijke zwanen, cakravaka’s en kraanvogels spelen in het water met hun partners, terwijl ze zoete geluiden maken. Verschillende soortenvogels reciteren liefdesgedichten op de taken van bomen, en schenken zo plezier aan Sri Radha-Krsna Yugala. Herten en hindes zwerven rond in de aantrekkelijke nabijgelegen kunja’s. Op Srimati Radhika’s meest intieme vriendinnetjes na, kan niemand ooit dit woud betreden.
Vertaling: Janaki Natha Das