Door de genade van God, door de Goddelijke Wil en door de werking van de universele wetten die dit leven beheren, worden twee zielen in een huwelijk samengebracht. Dat is de betekenis van het huwelijk. Door het samenkomen van deze twee zielen, bestuurt God een belangrijk proces waar aan door de twee zielen gewerkt dient te worden en dat is het delen van deze spirituele impuls tussen hen beiden. Alles wat ze verdiend hebben met hun vroegere activiteiten, wat ze geleerd hebben en hun spirituele vermogens dienen de echtgenoot en echtgenote met elkaar te delen. De echtgenoot en de echtgenote horen hun gezamenlijk spirituele leven te verrijken en beide dienen hand in hand te gaan richting de Allerhoogste verwerving van het Goddelijke Bewustzijn. Dat is de ware innerlijke betekenis van het familieleven. Het huwelijk is heilig. Er dient niet lichtzinnig mee te worden omgegaan.
Dit dient niet op een alledaagse manier beschouwd te worden. Het huwelijk is een verbond dat bestemd is voor meer dan louter fysiek genot of zelfs meer dan voor het belangrijke doel om nageslacht te verwekken (hoewel dit ook een doel van het huwelijk is). Het nageslacht van man en vrouw hoort zich ook spiritueel te ontwikkelen, omdat zij andere zielen zijn die naar deze aardse planeet komen om hun eigen evolutie voort te zetten. Het is daarom het gewijde doel van man en vrouw om in een ideaal thuis te voorzien. Een juiste eerste impuls te geven aan de zielen die naar hen toekomen als kinderen.
Deze kinderen dienen voor een tijdje onder hun hoede te worden genomen tot ze volwassen worden en de wijde wereld ingaan. De groei en ontwikkeling van deze kinderen zal in overeenstemming zijn met hun eigen spirituele aard, spirituele evolutie en met hun eigen karma dat ze met zich mee hebben gebracht. Moeder en de vader kunnen hen een hoop van hun eigen levenservaring meegeven ten bate van de eerste spirituele ontluiking van hun kinderen. Zover totdat de kinderen het stadium bereiken waarbij ze zelf voor hun spirituele evolutie verantwoordelijkheid kunnen dragen.
Wanneer gezonde spirituele ideeën op jonge leeftijd in de jonge geest worden geplant, zullen ze vast en zeker in een later stadium ontspruiten en zegeningen aan deze kinderen geven. Als de kinderen grootgebracht worden met respect voor de regels van het celibaat en kuisheid zullen zij die regels ook hanteren totdat zij getrouwd zijn. Zo zullen echtgenoot en echtgenote deze regels dienen na te leven; wat zal leiden tot strikte matiging binnen het huwelijksleven.
Het huwelijksleven dient gebaseerd te zijn op zelfbeheersing, niet op mateloosheid. Op die manier dient de vrouw haar man als de enige partner te beschouwen en omgekeerd. De vrouw hoort geen andere man te hebben en de ze hoort niet aan een andere man te denken, maar hoort toegewijd te zijn aan haar echtgenoot; geen gedachten aan enige andere man dient in haar op te komen. De rest van de mensheid hoort ze te zien als haar kinderen —zij is de grote Moeder. De echtgenoot dient de gelofte te volgen die Sri Rama had gemaakt —de gelofte van de enkele echtgenote. Dat betekent dat de gedachte van een andere vrouw nooit in hem op zal komen. Voor hem is zijn echtgenote de enige vrouw en hun huwelijksverbintenis is heilig. Op deze manier wordt de hele familieopzet heilig en gewijd en gaat het innerlijke leven van de geest onverstoord door. Er is niets in het uitwendige leven van deze ziel dat het spirituele leven kan beschadigen en niets in het familieleven of in zijn of haar persoonlijke leven dat het spirituele leven kan belemmeren of blokkeren.
En zo leven zowel man als vrouw samen in perfectie harmonie, en gaan hun levens, op de twee vleugels van uitwendige activiteit en inwendige vroomheid, naar de ultieme gezegende toestand van het hoogste Godsbewustzijn —Goddelijke Realisatie. Zegening wordt hun deel, in en door hun familieleven, waar ze ook zijn.
Hare Krishna,
Jagatmohini Devi Dasi