Het Wondermiddel
door: Sri Srimad Bhakti Raksaka Sridhara Gosvami Maharaja
De Ziekte
Verdoemd zijn degenen die erg staan te popelen om fouten in anderen te vinden en die geen tijd hebben om gebreken in zichzelf te vinden. De keerzijde van je noodzaak is niet om tekortkomingen in anderen te vinden, maar om hun goede eigenschappen te vinden. Waarom sta je jezelf toe om je bezig te houden met vitterij? Er is ruimschoots gelegenheid om goedheid in de toegewijden te vinden. Waarom houd je jezelf niet bezig in die associatie?
De Diagnose
Waarom bestaat de neiging om fouten in anderen te vinden? Zou er een persoon kunnen zijn die meer onvolmaakt is dan jezelf? Waarom houd je jezelf alleen maar bezig met het zien van het lagere in plaats van jezelf in het hogere te verankeren? Als je ditdoet, zul je merken dat de toegewijden van hogere kwaliteit zijn dan jezelf. Waarom niet op die afdeling letten? Waarom ga je, helaas, naar de lagere afdeling met je aandacht teneinde fouten te vinden? Aan de ene kant zijn er prachtige bloemen en aan de andere kant is er vuilnis. Waarom onderzoek je het vuilnis in plaats van alle prachtige bloemen?
De Behandeling
Jijzelf staat in de getuigenbank. Jij bent de crimineel. Jij bent de dader. Waarom zou je naar het afval kijken als er daar zoveel mooie bloemen zijn? Je ziet het onrecht maar je ziet geen gerechtigheid? Waarom niet versmelten met het positieve gedeelte? Als een hand werkt en de andere is verlamd, zou ik dan alleen maar aandacht moeten schenken aan het aangetaste deel, en niet aan de hand die nog wel werkt? Natuurlijk moet ik voor de verlamde hand zorgen, maar ik moet ook gebruik maken van datgene wat over volledige vaardigheid beschikt. Waarom kijk je altijd naar het voelen van de pijn van het aangetaste deel en ben je dit voortdurend aan het prediken, terwijl je de gezonde delen negeert?
Aan de ene kant is er het goede—God is daar. Waarom ga je dan naar Satan en houd je enkel met satanische personen gezelschap, terwijl er goddelijke personen zijn? Waarom niet naar God’s kant gaan? Aan de ene kant is er de hemel en aan de andere kant is er de hel. God heeft geen gebreken; maar door de tekortkoming van Satan moeten we lijden? Die redenering bevat geen logica. Je lijdt door je eigen misdragingen—dat is de ware logica. Noch God, noch Satan is daar verantwoordelijk voor. Concentreer je daarom op je eigen zelf, bid tot de Heer en probeer je afzijdig te houden van Satan.
Kapitaal Bezit
Je bent in het bezit van een marginale positie. Je gelimiteerde vrije wil is je kapitaal. Je zou dat altijd moeten besteden aan de goddelijke kant, en het weg moeten nemen van de satanische kant. Dit beperkte kapitaal dat je hebt, daar dien je een zaak mee te beginnen. Maar je denkt dat je pas een zaak zult beginnen wanneer je flink wat kapitaal hebt. Dit is verbeelding! Om het even welk kleine beetje kapitaal dat ik heb, daar zal ik mijn zaak mee beginnen. Mijn aandacht, mijn energie, zal me helpen in de toekomst.
Het Beste Profijt van Beperkt Bewustzijn
Dus, wat voor bewustwording we ook maar hebben tijdens het bewustzijn, dat zullen we gebruiken door onszelf onder de hoede te plaatsen van goddelijke personen; alleen dan is er waarde van toewijding voor God. Degenen die weten wat toewijding tot God waard is, zij zijn onze naaste verwanten. Zij zullen deze innerlijke bewustwording waarderen, en zij zullen voor ons toegewijde zelf zorgen—sadhu-sanga. Wanneer medicijnen of onze eigen pogingen ons niet kunnen genezen, adviseert de doctor ons om iets te veranderen. Dan komt de lucht en het water vanzelf om te helpen onze gezondheid te verbeteren. Zo ook verbetert de atmosfeer rondom heilige personen onze spirituele gezondheid. We dienen in elk geval altijd in het gezelschap van toegewijden uit dezelfde sampradaya, dezelfde lijn–te blijven, maar met superieure toegewijden, zodat we de lagere positie innemen. Zulke associatie is uiterst wenselijk voor eenieder die er naar streeft om spirituele vooruitgang te boeken.
De kern van het advies dat door Srila Rupa Gosvami wordt gegeven in Bhakti-rasamrta-sindhu luidt als volgt: “We dienen om te gaan met degenen die superieur aan ons zijn maar zich in dezelfde lijn van Krsna bewustzijn bevinden. Zij dragen dezelfde opvatting van de spirituele Waarheid met zich mee, maar zij zijn superieur aan mij. Als ik mezelf zelfs maar als een veger bezighoud in dat kamp, zal het zeer waardevol zijn voor mijn toekomstige spirituele leven.”
Jouw Vrije Wil is Verantwoordelijk
“Ik ben verantwoordelijk voor alle onwenselijke dingen in mij—dat is een feit. Mijn zwakke vrije wil heeft me omlaaggetrokken naar deze huidige onwenselijke omgeving en niemand anders is daar verantwoordelijk voor.” Dit feit dien je te realiseren. Als je dit negeert, dan ben je in maya , begoocheling, illusive. Wanneer je deze positie oprecht realiseert, dan zullen je donkere dagen ten einde komen. Wanneer je voelt dat alleen jijzelf verantwoordelijk bent voor al deze ellendige dingen, dan zullen zich goede dagen voor je aandienen. Dit is het feit. Het is niet slechts een opvatting om een of ander doel te bereiken. Het is geen denkbeeldig begrip waar men gebruik van maakt om uit de huidige toestand te geraken. Zo is het niet; het is een feit. Het is voor iedereen, of men nu goed of slecht is—hij is verantwoordelijk. Noch God, noch Satan is verantwoordelijk.
Als ik me plotseling in de gevangenis bevind, wie is er dan verantwoordelijk? Er zijn zoveel daders, zoveel onbetrouwbare personen, zoveel dieven in de gevangenis. Als ik me te midden van hen bevind, wie is er dan verantwoordelijk? Ik heb die positive verworven. Er is ook goddelijke omgang maar waarom word ik in plaats daarvan in de gevangenis gezet waar ik overal waar ik maar kijk daders zie? Waarom ben ik hier? Waarom bevind ik me niet in goddelijk omgang? Wie is er verantwoordelijk? Wie?
Doordringen tot de Grondoorzaak
Op deze manier dien ik te trachten te begrijpen dat ik er verantwoordelijk voor ben dat ik hier ben. Eerst hoort er de diagnose te zijn, daarna de behandeling en verpleging. Verpleging en behandeling is goed, maar het moet de diagnose volgen. De diagnose is, “Ik ben de dader!” en de medicijnen moeten dienovereenkomstig toegediend worden. Een grondige medische behandeling zal nuttig zijn, geen oplapping. De grondige, volledige behandeling is als volgt:
tat te ‘nukampam su-samiksamano
bhunjana evatma-krtam vipakam
hrd-vag-vapurbhir vidadhan namas te
jiveta yo mukti-pade sa daya-bhak
Mijn lieve Heer, iemand die oprecht op U wacht om Uw oorzaakloze genade aan hem te schenken, terwijl hij al die tijd geduldig de reacties op zijn voorgaande misdaden ondergaat en U respectvolle eerbetuigingen aanbiedt met heel zijn hart, woorden en lichaam, is zeker geschikt voor verlossing, want het is zijn rechtmatige claim geworden.* (Srimad–Bhagavatam 10.14.8)
* Vertaling A. C. Bhaktivedanta Swami Prabhupada, Copyright Bhaktivedanta Book Trust
Dit is het magische geneesmiddel voor vitterij. Srimad–Bhagavatam raadt het system van een magisch geneesmiddel aan. Dit is de eigenlijke diagnose. Prediking dient te gebeuren op basis van deze waarheid, anders is alles maar lukraak. De prediking van het Srimad-Bhagavatam is op deze manier—diepe penetratie tot de grondoorzaak van de ziekte.
Droomloze slaap teweeggebracht door verzaking? Dat is niet de conclusie die wordt geaccepteerd door het Srimad-Bhagavatam. Het Srimad-Bhagavatam heeft het heilzame biologische leven geaccepteerd. Het is onvermijdelijk dat we moeten leven met wat bepaalde parafernalia. Volledige afzondering, het betreden van samadhi of de droomloze slaap is ook niet de conclusie van het leven. Dat is een tijdelijk arrangement. Maar blijvende aanpassing moet voor Hem zijn—alles voor Hem.
Blijvende Aanpassingen
“Ik ben voor Hem en niet voor mezelf. Hij is ook zo heilig, zo inschikkelijk en zo goed. Ik ben voor Hem en dat is mijn beste vooruitzicht. Mijn beste vooruitzicht ligt bij Hem—het Absolute Goede, het Natuurlijke Geheel—en ik kan dat niet verlaten. Ik kan me niet bezighouden met mijn afzonderlijke doel. Mijn doel moet onderdeel zijn van het Geheel; zo’n aanpassing is noodzakelijk. Dus als ik in een heilige atmosfeer dien te verblijven, waarom zou ik dan terughoudend en voorzichtig zijn om mijn eigen tekortkomingen te aan het licht te brengen?
Noch uitbuiting noch verzaking kan een permanente oplossing schenken. Toewijding. De basis van toewijding is dat het oog niet gebrekkig is.
karmany evadhikaras te / ma phalesu kadacana
ma karma-phala-hetur bhur /ma te sango ‘stv akarmani
Bhagavad–gita (2.47)
Dit betekent, “je volledige aandacht dient gericht te zijn op het uitvoeren van je eigen taken zonder je om de omgeving te bekommeren. Dat is Mijn bevel. Hier dien Ik aandacht aan te schenken. Je hoort je volledige aandacht te schenken aan het uitvoeren van je eigen taken.” En als alle eenheden geheel verbonden zijn om hun eigen taak te vervullen, dan zal het hemels zijn. Maar wij vinden liever gebreken in de omgeving. “Zij zijn dieven en ik zal ook een dief worden.” Zou dat de conclusie moeten zijn?
De Oven van Zuivering
Alles hier is onwenselijk. Het is zelfs mogelijk dat ik de omvang van onwenselijkheid in mij niet ken. Er bevinden zich vele dingen ondergronds en die zullen geleidelijk aan naar de oppervlakte komen. Dan zal ik denken, “Oh! Al deze onwenselijke dingen bevinden zich in mij?” zij moeten verwijderd worden en dan zullen de ware juwelen tevoorschijn komen. Het goud dient in het vuur geworpen te worden. Als het metaalmengsel verdwijnt dan zal het ware goud zichtbaar zijn. Nu wordt het zuivere goud gemengd met een of andere legering.
Dus “sterf om te leven”—werp jezelf in het vuur. Op dit moment is je zogenaamde ego vermengd met een legering en die legering moet vernietigd worden door het vuur van leed. Vuur betekent lijden, en de gouden edelstenen zullen dan tevoorschijn komen. De legering is geen onderdeel van je lichaam of ziel; het is verworven. De svarupa van de innerlijk ziel zal dan tevoorschijn komen. Dus, als je een echt, correct, nobel en heilig leven wilt leven, dan moet datgene wat je nu denkt te zijn sterven.
“Geneesheer, genees uzelf”
En prediking zal onderdeel zijn van je aanpassing. Als deze omgeving niet geschikt is, dan zal ik een andere omgeving proberen die wellicht meer bij mij past. Dat is een kleinigheid. Een kleine, gedeeltelijke aanpassing kan op verschillende wijze variëren van plaats tot plaats. Hoe dan ook, de hoofdlijn moet zijn, “Geen klachten over de omgeving.” Een slechte ambachtsman ruziet met zijn gereedschap; de oorsprong is hij—de ambachtsman. Dus het heeft geen zin om over ze te ruziën. Voorheen was het eten; en in zijn omgang werd het ontlasting. Dus, zullen we prediken tegen de onrechtvaardigheid van de omgeving? Nooit.
Wat noodzakelijk is zul je vanbinnen voelen—niet als een genot, maar als een plicht—en alleen als het van boven komt, als je wat inspiratie krijgt voor het doel van de hogere opvatting, en niet voor je persoonlijke motief. Als je uit eigenbelang gaat bekritiseren, dan zal die tekortkoming naar je terugkomen. Het zal binnengaan in jou. Maar als je voor zuivering en niet uit afgunst hulp zoekt van het hogere, zul je gezuiverd raken. Anders kun je jezelf op het volgende moment in dezelfde positie bevinden. Ik ben kwetsbaar. Ik bekritiseer iets als zijnde zo slecht, maar op het volgende moment kan ik in zo’n abominabele positie terechtkomen, en zo datgene wat ik net heb bekritiseerd worden. Ik ken de wegen van de oneindige omgeving niet; ik ben een pop die speelt in de handen van het oneindige.
Op het volgende moment is het mogelijk dat ik van een menselijke geboorte naar een geboorte als hond, kat of insect ga. Zij dalen neer in het mentale stelsel. Dus, uit geen kritiek. Wees niet hongerig naar het vinden van fouten in anderen. Maar als er enige tekortkoming in je opkomt, dan
mag je het voorleggen aan het hogere: “Ik heb zoiets dergelijks gehoord. Of het nu echt is of niet, ik weet het niet. Probeer me alstublieft te helpen.”
Geen afgunstigheid, geen competitieve geest dat ik goed ben en hij slecht. Geen kwetsende onderliggende motieven, anders zal ik zelf moeten lijden. Dus, “Geneesheer, genees uzelf” voordat je anderen tracht te genezen. Dit is je primaire taak; dan zul je pas echt in staat zijn om anderen te genezen.
Slecht Temperament Staat in de Weg
Tot besluit is mijn advies dat je zou moeten proberen om onderdanig te zijn tegenover de Vaisnava toegewijden. Onderdanigheid tot hen zal je spirituele verdienste bevorderen. We zullen ook bidden, “O Heer, mijn slechte temperament staat in de weg van mijn omgang met de toegewijden; verwijder het alstublieft.” Associatie met de toegewijden van de Heer is een primaire noodzaak. Het verbetert onze positie met het hogere, dus zullen altijd in gebed tot de Heer blijven, “O mijn Heer, dit slechte temperament in mij, dit onnadenkende denken en dit gevoel betreffende de buitenwereld verstoort mijn omgang met de hogere Vaisnava toegewijden. Zij zijn de ware bron van het verbeteren van onze innerlijke rijkdom. Dus zuiver me alstublief door al deze neigingen in mijn geest, die de toegewijde afdelingen niet beminnen, uit mijn gedachten te zetten.”
We zullen altijd proberen om in zo’n positie te zijn dat de dienaren van de Heer gesteld zullen zijn op ons gezelschap en onze dienst. Ze zullen gebruik maken van mij, want dit is mijn voornaamste noodzaak. Als ze niet gesteld zijn op mijn aanwezigheid vanwege een of andere besmetting in mij, dan zal het een verlies betekenen voor mijn spirituele leven. Zo zullen we berouw moeten tonen.
mat-samo nasti papatma /naparadhi ca kascana
parihare ‘pi lajja me / kim bruve purusottama
Lieve Heer, laat me U erover inlichten dat er niemand dat er niemand zondiger is dan ik, noch is er een overtreder zoals ik. Zelfs al zou ik mijn zondige activiteten willen vermelden, dan zou ik me onmiddellijk schamen. Wat te zeggen van ze op te geven! (Vijnapti Pancaka 1)
bhumau skhalita-padanam / bhumir evavalambanam
tvayi jataparadhanam / tvam eva saranam prabho
Net zoals de grond de enige steun is voor degenen wier voeten zijn uitgegleden, zo ook bent U alleen de enige beschutting, zelfs voor degenen die U hebben beledigd. (Vijnapti Pancaka 3)
“als we uitglijden en op de grond vallen, dan is de grond het enige hulpmiddel waarmee we weer op kunnen staan; we kunnen de grond niet verlaten.” We zullen oprecht bidden, “O Heer, ik ben een fout aan het began met betrekking tot U, ik ben U aan het negeren; maar ik heb geen ander alternatief om uit deze ongunstige situatie te komen. Behalve via Uw hulp, kan ik mezelf niet corrigeren. Onder geen voorwaarde kan ik U verlaten, mijn Heer. Als ik een fout bega tegen U, een overtreding bega tegenover U, kan ik nog steeds alleen maar gezuiverd worden door Uw hulp. Ik heb geen ander alternatief. Vergeef me alstublieft en help me zodat ik gered kan worden door Uw meest vertrouwelijke metgezellen, want zonder hun genade zal ik niet in staat kunnen zijn om Uw domein van Goddelijke Liefde te betreden. Het is enkele door de toegewijden dat ik kan gaan. Ik heb geen ander alternatief. Er zijn zoveel tussenpersonen. Als ik teleurgesteld raak door een tussenpersoon, dan kan ik met een zachtaardig temperament een andere proberen zonder veel tegen te spreken tegen die vorige persoon.”
Het is beter dat we onszelf als gebrekkig beschouwen. Om de schuld op anderen af te schuiven wordt uiteindelijk niet als erg voorspoedig of waardevol beschouwd. We moeten trachten te leren onszelf de schuld te geven. Dat wat van buitenaf komtgaat mij niets aan. De Heer kan zien, en Hij ziet alles. Hij ziet wie verantwoordelijk is. Maar ik zal niet proberen om de schuld op een ander af te schuiven. Dat zal niet lonend zijn.
“Ik ben Verantwoordelijk voor deze Schandelijke Toestand”
Ik zal groeien als ik fouten in mezelf kan vinden en niet tegen anderen klaag over de omgeving. De omgeving dient beschouwd te worden als binnen Zijn rechtsgebied, en het is ook werkelijk zo. Ik houd me alleen bezig met het zien van de tekortkoming in mezelf. Als ik succes behaal, zal ik trachten het toe te schrijven aan anderen—aan de genade van de toegewijden. Als er enige mislukking is, dan zal ik proberen om de oorzaak bij mezelf te zoeken. Via dit process kunnen we echte waardevolle vooruitgang boeken en dat is het meest universele proces van vooruitgang—om gebreken te vinden in onszelf. Ik ben verantwoordelijk voor deze schandelijke toestand, maar als er enig goeds is dan komt dat van Hem. Hij is al-goed. Hij bekijkt de omgeving en is volledig in controle. Dus dit bevindt zich in Hem; in de partij van God. Een partij, mijzelf; een andere partij, die van God. Hij bestuurt iedereen en Hij is zich bewust van al hun activiteiten.
Deze positie zou erg raadzaam zijn. Als ik zonder naar de gebreken van anderen te kijken mezelf kan onderzoeken en kan ontdekken dat de fout bij mij ligt, niet bij hun, dan is dit de sleutel tot succes in het spirituele leven. Srimad–Bhagavatam heft ons geadviseerd om deze kant op te gaan. Je zult gedijen, maar wanneer je gebreken in anderen vind dan zul je een verliezer worden.
Dit vers uit Srimad–Bhagavatam (tat te ‘nukampam su–samiksamano) is erg effectief, erg waar en veilig in alle opzichten. Het is ook Zijn genade om in staat te zijn te zien dat de omgeving altijd behulpzaam is, zelfs bij bestraffing. Wanneer een moeder haar kind straft, komt het vanuit haar bewakerskant—maar het is voor het bestwil van het kind.
Je Zult Gezuiverd Worden in Dit Proces, Te Zijner Tijd
Over het geheel genomen zijn de Heer en Zijn parafernalia niet wraakzuchtig. Toch komt de straf; om je te corrigeren. Ze zijn volledig op de hoogte van je gebreken en je ware belang. Zij zijn al-toegenegen. Jij bent verantwoordelijk. In dit processzul je te zijner tijd gezuiverd raken tot in de hoogste graad. Dus ga niet met de omgeving ruziën. De omgeving waarmee je op dit moment geconfronteerd wordt is een product van je eigen karma. Dus de omgeving wordt voortgebracht door je eigen handelen. Je kunt er geen aanklacht tegen indienen aangezien jezelf verantwoordelijk
bent. Dit is de waarheid. Als je in dit leven zo’n waarheid kunt accepteren in je sadhana, dan zul je in een mum van tijd gedijen omdat goddelijke genade zich zeer intens tot je aangetrokken zal voelen.
om tad visnoh paramam padam sada
pasyanti surayo diviva caksur atatam
tad viporaso vipanyavo jagrvamsah
samindhate visnor yat paramam padam
De sura’s (zuivere toegewijden) zien altijd de allerhoogste verblijfplaats van Bhagavan Sri Visnu, net zoals het onbelemmerde oog de zon aan de hemel ziet. (Rg Veda)
Zijn waakzame oog, net als de zon, ziet alles en hij is alwetend. Zijn gezaghebbende oog boven onze hoofden is altijd op zoek naar ons. We zullen in staat zijn om Zijn zoete aandacht, Zijn goddelijke genade, erg spoedig tot ons aan te trekken als we dit miraculeuze proces van het zien van de gebreken in onszelf—onszelf de schuld geven en niet de buitenomgeving—aannemen.