Het wieden van het onkruid dat het bhakti-plantje bedreigt
Het ongewenste kruid kan voortkomen uit
- 1. onwetendheid; 2. vals ego; 3. gehechtheden; 4. haat; 5. angst voor de dood.
- Uit vrome werken: 1.het verlangen om van het resultaat te genieten en 2. het verlangen naar bevrijdingAnarthas kunnen ook voortkomen uit nama-aparadhas, dat wil zeggen: overtredingen tegen de Heilige Naam, zoals onder andere denken dat men kan doorgaan met zondigen en dat het chanten van de Heilige Naam dat dan wel recht zet. Met andere woorden: misbruik van de Heilige Naam maken. De tien overtredingen tegen de Heilige Naam zijn:
- Kwaad spreken over de toegewijden die hun leven wijden aan het verkondigen van de heilige namen van de Heer.
- Denken dat de namen van Heer Siva of Heer Brahma gelijk zijn aan de namen van Heer Vishnu of er onafhankelijk van zijn.
- Zich niet houden aan de aanwijzingen van de geestelijk leraar.
- Zich spottend uitlaten over de vedische geschriften of geschriften die daarop gebaseerd zijn.
- De heilige namen van de Heer op de een of andere manier interpreteren of bekladden.
- Denken dat de heerlijkheid van het chanten van Hare Krishna op fantasie berust.
- Doorgaan met zondige activiteiten en denken dat men door het chanten van Hare Krishna geen terugslagen meer zal krijgen.
- Denken dat het chanten van Hare Krishna tot de gelukbrengende activiteiten behoort die in de veda’s beschreven worden onder de noemer “zelfzuchtig streven” (karma-kanda).
- Ongelovigen in vertrouwen nemen over de heerlijkheid van de heilige namen.
- Niet volkomen in het chanten van de heilige namen geloven en aan het materiële leven gehecht blijven, ook al heeft men al het desbetreffende onderricht van de geestelijk leraar goed begrepen. Het is ook een overtreding om onaandachtig te chanten.Bedenk dat seva-aparadha, overtredingen die men begaat in het kader van toegewijde dienst, nama-aparadha kan worden als men er nonchalant mee omgaat, zodat vooruitgang wordt belemmerd. Een overtreding is bijvoorbeeld met de rug naar het altaar zitten, gebedskralen op onreine plaats neerleggen.Al deze oorzaken van lijden (klesa’s, pijnen) kunnen verholpen worden door alle onderdelen (anga’s) van bhakti, maar de Heilige Naam is de eerste en beste medicijn (op voorwaarde van oprecht gebruik).
In tegenstelling tot alle andere vormen van yoga, waar elke imperfectie het bereiken van resultaat verhindert, is op het pad van bhakti-yoga geen mislukking te vrezen als men niet alle soorten bhakti kan verrichten; zijn einddoel is niet verloren.
Als men geen duidelijk waarneembare vooruitgang maakt, kan men, door voortdurend de Heilige Namen te chanten, de nama-aparadhas neutraliseren. Andere procedures zijn echter noodzakelijk indien men in vol bewustzijn overtredingen maakt.
Overtredingen tegenover de guru en de vaisnava Sadhu-ninda
Mocht je toevallig bitter of boosaardig geweest zijn tegen een vaisnava (vereerder van Vishnu) dan moet je berouw tonen. “Oh, ik ben zo’n laaghartig iemand, ik heb een overtreding begaan tegen een heilig persoon.” Val aan zijn voeten, betuig hem eer en respect, prijs hem enz. Is de vaisnava nog niet tevreden gesteld, bewijs hem dan diensten die hij verlangt, voor langere tijd. Soms is een aparadha zo pijnlijk dat de boosheid van de vaisnava nog niet verdwijnt. Zoek dan je heil in constant nama-sankirtana. Op de lange duur zal de kracht van de Heilige Naam bevrijden van deze belediging . Men moet echter niet denken zichzelf te kunnen rechtvaardigen door te redeneren: de Padma Purana verklaart: namaparadha-yuktanam-namamy eva haranti agam (de heilige naam alleen is voldoende om de zondaar te bevrijden). En dan denken: “Waarom zal ik mezelf vernederen om mijn herhaalde eerbetuigingen te brengen aan de vaisnava die ik kwaad heb gedaan en hem diensten gaan bewijzen? Ik zoek wel bescherming in de Heilige Naam.” Ook moet men niet denken dat de sadhu-ninda onderscheid maakt tussen vaisnava’s (volledig gekwalificeerd of niet). Je kunt je overtreding niet minder maken door op gebreken in die toegewijde te wijzen.
Soms begaat men een ernstige overtreding tegenover een maha-bhagavata (grote ziel), maar die wordt niet boos vanwege zijn verheven natuur. Toch moet je aan zijn voeten vallen en zoeken naar een weg om hem te plezieren, om jezelf te zuiveren. Hoewel de vaisnava vergeeft, het stof van zijn voeten tolereert geen belediging en hij overhandigt de vrucht van het kwaad aan de schuldige persoon.
Men kan echter niet de gebruikelijke regels toepassen op de maha-bhagavata, die soms zelfs ondoorgrondelijke genade kan schenken aan de overtreder. Sri Nityananda toonde genade aan de zondige Madhai, die het voorhoofd van Heer Caitanya zodanig verwondde, dat er bloed vloeide. Guru-aparadha, respectloosheid voor de guru, moet op dezelfde manier worden bekeken.