In Genesis 1.29 zegt God zelf: “Zie, Ik geef u al het zaaddragend gewas op de hele aarde met alle bomen die zaadvruchten dragen, die zullen u tot voedsel dienen”. Een uitspraak die duidelijk wijst op een vegetarisch dieet.
Het Oude Testament (Exodus 20.13) gebiedt eveneens:
” Gij zult niet doden.” Deze welbekende uitspraak wordt van oudsher verkeerd geïnterpreteerd; als zou het uitsluitend betrekking hebben op moord. De oorspronkelijke Hebreeuwse tekst luidt echter lo tirtzach. In The Complete Hebrew English Dictionary van Reuben Alcalay wordt vermeldt dat met het woord tirtzach, vooral in het klassiek Hebreeuws, “elke vorm van doden” bedoeld wordt en niet noodzakelijkerwijs alleen maar het doden van een mens.
Een ander argument: het gebruikte woord is doden, dat betrekking heeft op alle vormen van doden. Is het mogelijk dat God niet intelligent genoeg is het juiste woord te gebruiken, nl. “moorden” als Hij alleen mensen had bedoeld?
Food for the Spirit van Steven Rosen vermeldt: “Vele geleerden hebben bevestigd dat priesters en politici de oorspronkelijke christelijke geschriften tijdens het Concilie van Nicea (325 na Christus) door middel van omissie en interpolatie volledig gewijzigd hebben om ze op die manier aanvaardbaar te maken voor Keizer Constantijn, die toendertijd zwaar tegen de geschriften gekant was. Het was hun doel Constantijn tot het christendom te bekeren en deze religie zo de algemene geloofsovertuiging van het Romeinse Keizerrijk te maken.”
Aartsdeken Wilderforce schreef: “Sommigen zijn zich er niet van bewust dat de manuscripten van het Nieuwe Testament na het Concilie van Nicea aanzienlijk veranderd zijn. In zijn Introduction to the Textual Criticism of the Greek Testament vertelt professor Nestle ons dat de kerkelijke autoriteiten bepaalde geleerden, die “correctores” genoemd werden, benoemden en ze feitelijk opdroegen de teksten ven het geschrift te corrigeren ten gunste van wat als orthodox beschouwd werd.
In het voorwoord op zijn vertaling van The Gospel of the Holy Twelve geeft Dominee G.J.R. Ousley hier het volgende commentaar op: ” Deze “correctores” hadden als taak zo nauwkeurig mogelijk bepaalde leerstellingen van onze Heer uit de Evangeliën te verwijderen die ze niet van plan waren te volgen — namelijk die tegen het eten van vlees en drinken van sterke drank….
Steven Rosen: “Het Nieuwe Testament komt keer op keer naar voren met voorbeelden waarin Jezus om vlees vraagt die vleeseters graag als een bevestiging zien van hun eigen diëtische voorkeur. Een nauwkeurige studie van liet oorspronkelijke Grieks toont echter aan dat Jezus eigenlijk helemaal niet om vlees vroeg. Hoewel de vertalingen van de Evangeliën 19 keer “vlees” vermelden, zou “voedsel” een meer accurate vertaling zijn.” Hieronder volgt een lijst met Griekse woorden met een nauwkeurigere vertaling:
Broma: voedsel (Marcus 7.19,Lucas 3.11, 9.13 en Johannes4.34)
brosimos – dat wat gegeten kan worden (Lucas 24.41) brosis – voedsel, of
eten als handeling (Johannes 4.32, 6.27, 6.55, Lucas 12.42)
prosphagion – iets te eten (Johannes 21.5)
trophe – voeding (Mattheus 3.4, 6.25, 10.10; Lucas 12.23, Johannes 4.8)
phago – eten (Mattheus 25.35, 25.42, Lucas 8.55). Elke keer duidt het
oorspronkelijke Grieks op voedsel in het algemeen
Het Griekse woord voor vlees is kreas, en dit wordt nergens in verband met Jezus Christus gebruikt. In het Nieuwe Testament staat nergens een directe aanwijzing dat Jezus vlees gegeten heeft. Dit komt tevens overeen met de beroemde voorspelling van Jesaja over de verschijning van Jezus (Jesaja 7.14-15): “Daarom geeft de Heer Zelf u een teken: Zie de maagd zal vrucht dragen en een zoon baren en zij zal hem noemen: Immanuel. Boter en honing zal hij eten, zodat hij weet het kwade te versmaden en het goede te verkiezen.”
Jezus zegt in het Evangelie van Vrede: ” En het vlees van geslachte dieren in zijn lichaam zal zijn graf worden. Want Ik zal u naar waarheid verkondigen: wie doodt, doodt zichzelf, en wie het vlees van geslachte dieren eet, eet het lichaam van de dood.”
Er zijn natuurlijk ook passages in de Bijbel te vinden waarin God de mensen toestemming gaf vlees te eten, zoals bijvoorbeeld in het geval van Noach en tijdens de Exodus. Maar deze gevallen waren bijna altijd uitzonderingen en moeten niet uit context gehaald worden om het eten van vlees vanuit een religieus standpunt te rechtvaardigen. Na de zondvloed bevond Noach zich in een crisissituatie. Omdat vrijwel alle vegetatie vernietigd was gaf God Noach een concessie, niet een
gebod, om vlees te eten (Genesis 9.3). In Foodfor the Spirit zegt Steven Rosen: ” Men dient in dit geval wel te onthouden dat het ideale dieet, waarvan God: zei dat het “erg goed” was, eerder gegeven was (Genesis 1.29-31). Die uitdrukking “erg goed” werd nooit gebruikt in verband met enig vleesbevattend dieet. Het is zelfs zo dat God ons er in het volgende vers (Genesis 9.4) opnieuw aan herinnert dat we ideaal gezien geen vlees zouden moeten eten, en het daaropvolgende vers stelt duidelijk dat degenen die dieren doden op hun beurt zelf gedood zullen worden door diezelfde dieren.