Bhava en rati — zevende nectarregen
De bloemknoppen die gevormd zijn aan het bhakti-plantje bij asakti, worden volwassen en komen tot bloei en verschijnen als zonnestralen bij opgaande zon. De bhava-bloem ruikt zo heerlijk, dat het Madhusudana, (Krishna, als doder van de demon Madhu, onwetendheid) uitnodigt om te verschijnen. Krishna’s drie krachten, sac-cid-ananda (eeuwig, kennis, gelukzaligheid) staan op het punt van verschijnen. Genietend van de zoetheid van de Heer — madhurya — raakt de toegewijde door het dolle. Verdwijnt deze golf van gelukzaligheid, dan plonst hij in diepe treurnis. Heeft hij bhava volledig bereikt, dan probeert hij deze symptomen voor anderen te verbergen. Het is echter wel zo, dat een stralend gezicht deze rijkdom verraadt, want het gezicht is de spiegel van de geest.
Naar gelang hun bhava, onderscheiden we vijf types, zoals de sappen van de mango, de broodvrucht, suikerriet en grapefruit van elkaar verschillen. 1. santas, neutrale bewonderaars; 2. dasas, dienaren; 3. sakha, vrienden; 4. pitrs, ouders; 5. preyasis, geliefden. Zij gedragen zich 1. vredig; 2. hartelijk; 3. als vriend; 4. als ouders; 5. vol echtelijke liefde.
De sruti definieert de Heer als de essentie van rasa, rasa-svarupa. Wanneer de jiva, het levend wezen, die rasa bereikt, is hij vol gelukzaligheid. Hoewel er in elke rivier, beek en vijver water is, is de oceaan het grote reservoir. Eveneens is er rasa in elke avatar (incarnatie) van de Heer, maar deze bereikt zijn absolute hoogtepunt in Vrajendra-nandana, Krishna, de zoon van de Koning van Vraja.