Onderstaande tekst is een fragment uit een gesprek met Sri Srimad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupada dat gehouden werd tijdens een ochtendwandeling op 3 februari 1975, op Hawaï.
Ramesvara: Ik hoorde dat sommige toegewijden er de filosofie op nahouden dat je, zolang je Hare Krishna chant je terug kan gaan naar de spirituele wereld, zelfs al geef je je onafhankelijkheid niet op.
Srila Prabhupada: Hoe bedoel je?
Ramesvara: Veel toegewijden die buiten de tempel zijn gaan wonen denken dat ze enkel door Hare Krishna te chanten naar de spirituele wereld kunnen gaan. Ze geven echter hun onafhankelijkheid niet op.
Srila Prabhupada: En wat is jouw filosofie?
Ramesvara: Het lijkt me enigszins hypocriet, want het chanten van Hare Krishna houdt in dat je tot Krishna bidt om eeuwig bezig te zijn in zijn dienst en volledig van Hem afhankelijk te worden. Dat proberen we dan ook uit te leggen, evenals het feit dat we alle leerstellingen en instructies moeten volgen en zowel de mangala arati als de ochtend- en avondlezing moeten volgen.
Srila Prabhupada: En doen ze dat dan ook, of niet?
Guru-krpa: Nee, ze volgen zelfs de regulerende principes niet.
Srila Prabhupada: Dus?
Ramesvara: Ze denken dat ze door uitsluitend te chanten terug naar de spirituele wereld zullen gaan, dat dat voldoende is.
Srila Prabhupada: Maar wat betekenen de tien overtredingen dan? Als iemand zonder overtredingen chant, dan is het goed, maar als hij overtredingen maakt, zal het geen effect hebben. Er zijn tien overtredingen. Is hij absoluut vrij van overtredingen? Dan is het goed. Als hij overtredingen maakt, zal het geen vruchten afwerpen. Het zal vruchten afwerpen, maar het zal lang duren, omdat je om te beginnen vrij moet zijn van overtredingen. Daarna zul je toegelaten worden.
Zij maken dus overtredingen. Hoe kunnen ze dan volmaakt worden? Hij maakt overtredingen door de regulerende principes niet te volgen. Dat betekent dat hij denkt: ‘Wat ik ook doe, het zal door het chanten van de Naam rechtgezet worden.’ Is het niet zo?
Guru-krpa: Ja. Dat is een van de overtredingen.
Ramesvara: Dat is hun filosofie.
Srila Prabhupada: Dat is hun filosofie en het is de grootste overtreding: namnad balad yasya hi papa-buddhih: ‘Ik kan rustig doorgaan met mijn zondige activiteiten, want door het chanten van de Hare Krishna-mantra zal het wel rechtgezet worden.’ Dat is de grootste overtreding. Leg ze dat uit.
Guru-krpa: Dan zullen ze zeggen: ‘Mijn chanten heeft dus geen zin meer? Moet ik dan maar ophouden?’ Dat is wat ze zeggen.
Srila Prabhupada: Nee, het is niet zinloos. Maar het is net als het aanmaken van een vuur terwijl je er tegelijkertijd water op gooit — zo zal het erg lang duren. Als je een vuur wil maken, zorg je dat het droog is en droog blijft. Op die manier zul je al snel succesvol zijn. Als je dus overtredingen begaat en tegelijkertijd chant, zul je door het effect van het chanten uiteindelijk dat niveau bereiken, maar het zal tijd kosten. Wanneer je snel naar de spirituele wereld overgebracht wilt worden… net zoals je snel een vuur wil aansteken, je zult het droog moeten houden. Wanneer je enkel nat hout op het vuur legt, zal het vuur niet erg krachtig worden. Maar het vergt tijd. Dan zal het vuur oplaaien, dan zal het droog worden. Maar het zal… Om succesvol te zijn is het beter om er droog hout op te leggen. Dat is het proces. Het chanten van Hare Krishna zal niet tevergeefs zijn, maar het zal enige tijd duren. Namnad balad yasya hi papa-buddhih. Omdat hij denkt: ‘Zolang ik de Hare Krishna-mantra chant, kan ik alles doen, iedere zondige activiteit, en het zal rechtgezet worden.’ Dat is de grootste overtreding, niet gewoon een overtreding, maar de allergrootste overtreding. Namnad balad yasya hi papa-buddhih.
Siddha-svarupa: Het is erg moeilijk om iedereen die buiten de tempel woont in één categorie onder te brengen. Sommige mensen zijn zo, maar er zijn veel mensen die buiten wonen en die zich strikt aan de regulerende principes houden en zij zijn….
Srila Prabhupada: Huh?
Siddha-svarupa: Zij houden zich strikt aan de regulerende principes, chanten hun ronden en doen iedere ochtend en avond thuis een arati. In plaats van te vechten denk ik dat we enkel moeten proberen iedereen te inspireren om te chanten en de regulerende principes te volgen.
Srila Prabhupada: Nee, dat is… Of je nu in de tempel woont of erbuiten, je moet de regulerende principes volgen. Dan zul je succesvol zijn. Het doet er niet toe of je in de tempel woont. Grhe thako vane thako, ‘ha gauranga bo ‘le dako. Het is niet zo dat iedereen in de tempel moet wonen. Als hij het niet eens is met zijn Godbroeders, zijn vrienden, dan kan hij apart gaan wonen. Maar hij moet de regels en bepalingen volgen. Dat is nodig. Maar als je met de toegewijden leeft, dan gebeurt dat automatisch.
Siddha-svarupa: Gemakkelijk.
Srila Prabhupada: Daarom wordt aanbevolen om samen met toegewijden te leven. Maar als je het niet eens kan worden met de toegewijden, als je er een eigen mening op nahoudt, dan nog mag je geen eigen mening hebben over het proces. Dat moet gevolgd worden. Het idee dat ‘Ik kan doen wat ik wil. Ik ben onafhankelijk en ik zal chanten om het goed te maken,’ dat is geen goed idee. Het is goed in die zin dat hij ooit tot bezinning zal komen. Maar op het moment is het chanten niet erg krachtig. Het vuur in nat hout brandt niet zo krachtig. Het zal alleen wel voor rook zorgen. Maar zodra je er droog hout op legt, zal het onmiddellijk oplaaien. Dat is intelligentie. Er zijn vele voorbeelden. Een patiënt lijdt aan een ziekte en de dokter zegt: ‘Dit is wat je moet doen en dit is wat je niet moet doen.’ Als hij het ‘Dit is wat je niet moet doen,’ goed opvolgt, zal hij beter worden. Maar als hij zich onder behandeling van een dokter stelt en tegelijkertijd allerlei onzin uithaalt, hoe kan de behandeling dan succes hebben?
Het zal lang duren. Dat is wat er in het Caitanyacaritamrta gezegd wordt: papi jane aparadha achaya pracura. Papi jane aparadha achaya… Het uiteindelijke doel is chanten zonder overtredingen. In het begin maken we overtredingen, maar door te chanten, door oefening, raken we langzamerhand vrij van overtredingen. Dit is noodzakelijk, dat we vrij van overtredingen zijn.
Toegewijde(3): Srila Prabhupada, ik heb veel moeite mijn geest te beheersen als ik chant. Hij dwaalt voortdurend af.
Srila Prabhupada: Wat is dat zogenaamde ‘beheersen van de geest’? Het enige wat je moet doen is chanten en horen, dat is alles. Je moet chanten met je tong en dat geluid moet je weer horen, dat is alles. Wat heeft de geest daarmee te maken?
Ramesvara: Srila Prabhupada, het lijkt onfortuinlijk dat wanneer de toegewijden niet in de tempels kunnen wonen, zij voor een of andere karmi moeten werken enkel en alleen om zichzelf te onderhouden. Daardoor hebben ze geen tijd om op sankirtana te gaan. Het is zo’n genade om onderdeel te mogen uitmaken van het sankirtana-team en daarom lijkt het me zo onfortuinlijk dat zij daar geen tijd voor hebben.
Srila Prabhupada: Nee, als ze willen dienen in het sankirtana-team moeten ze in de tempel wonen.
Ramesvara: Wij proberen ze voortdurend aan te moedigen om weer terug naar de tempel te komen.
Srila Prabhupada: Ja, maar als hij geen onderdeel uitmaakt van het sankirtana-team, houdt dat nog niet in dat zijn spiritueel leven daardoor gehinderd wordt. Hij moet de regulerende principes volgen. Hij mag dan misschien niet in staat zijn om met het sankirtana-team mee te gaan, maar toch moet hij het proces volgen, zich aan de regels houden. Dat is noodzakelijk. Maar als hij buiten de tempel woont en daardoor alle regulerende principes vergeet en maar doet waar hij zin in heeft, dan maakt hij alles kapot.
Toegewijde (1): Srila Prabhupada, gaat het sneller als iemand in de tempel woont en op sankirtana gaat?
Srila Prabhupada: Dat ligt aan hem. Als iemand in de tempel woont en zijn geest houdt zich bezig met andere zaken, hoe zal hem dat dan verder helpen?
Bali Mardana: De toegewijden in de tempel prediken graag dat iedereen die buiten de tempel woont naar de hel gaat.
Srila Prabhupada: Over het algemeen.
Bali Mardana: Maar zelfs de toegewijden die het proces wel volgen; dat is iets wat ze graag prediken.
Srila Prabhupada: Nee, dat is niet waar. Net zoals in de zakenwereld. Wanneer je zaken doet op de beurs, doe je goede zaken, maar buiten de beurs niet. Op de beurs zijn er namelijk veel kopers en verkopers, waardoor je gemakkelijk een koper kan vinden als je wilt verkopen en gemakkelijk een verkoper kunt vinden wanneer je wilt kopen. Dat is… Daarom is er een beurs. Dat is de manier. Als we samen leven in de beurs van toegewijde dienst, dan kan jij mij helpen en ik jou. Op deze manier gaan onze zaken goed. Het kan zijn dat je 300 kilometer bij de beurs vandaan woont — je zult dan weinig zaken kunnen doen.
Toegewijde: Je zal je kansen mislopen.
Srila Prabhupada: Ja. Daarom is het nuttig. Als je zaken wilt doen, moet je de eerste de beste kans, de allergrootste kans, benutten. Dat is intelligentie. En als we denken ‘Oké, ik zal het langzaam aan doen. Over zevenhonderd levens zal ik volmaakt worden,’ dat is iets heel anders.
Bali Mardana: Het is riskanter om buiten te leven.
Srila Prabhupada: O zeker. Waarom openen jullie anders zoveel centra en regelen wij alles zodat wij de mensen kunnen vertellen: ‘Wij zullen jullie van onderdak en voedsel voorzien. Hier zijn de faciliteiten. Jullie kunnen hier wonen. Doe wat je kan. Slaap niet, maar werk.’ Dat is onze filosofie. Satam prasangat. En zoals Rupa Gosvami zegt: sato vrtteh sadhu-sange sadbhire bhaktih prasidhyati —’Wanneer je in het gezelschap van sadhu toegewijden, leeft, zal het snel vruchten afwerpen.’ Maar als je onder deze gewone mensen leeft, zal alles wat je bezit binnen korte tijd verdwijnen. Er is nog een vers dat zegt dat het beter is in een kooi te leven omringd door vuur, dan te midden van niet-toegewijden. Dat is beter.
Bali Mardana: Of met personen die gehecht zijn aan vrouwen.
Srila Prabhupada: Ja. Niet-toegewijde betekent dat ze te gehecht zijn aan vrouwen. Dat is een simpel feit.
Yasodanandana: In Bombay gebruikte u een keer dit vers uit het Caitanya-caritamrta: sadhu-sanga, sadhu-sanga…
Srila Prabhupada: sarva-sastre kaya, lava-matra sadhu-sanga sarva-siddhi haya. Persoonlijk heb ik in mijn leven niet meer dan tien keer de kans gehad om met mijn geestelijk leraar te praten, niet meer. Het kan zelfs minder zijn geweest dan dat. Maar ik heb geprobeerd zijn instructies uit te voeren, dat is alles. Ook al was ik een grhastha.
Bali Mardana: U bent een veel betere leerling dan wij.
Srila Prabhupada: Dit is het proces. Jullie zingen iedere dag: guru-mukha-padma-vakya, cittete koriya aikya. Dat is het proces. Waar je ook woont, als je je strikt aan de instructie van de geestelijk leraar houdt, blijf je volmaakt. Maar creëren of verzinnen we ideeën die tegen de instructie van de guru ingaan, dan zijn we verdoemd, hel. Yasya prasadat. Als de guru denkt: ‘Ik wilde deze persoon meenemen terug naar huis, terug naar God, maar nu keert hij zich tegen me. Hij volgt niet meer, aprasadat, dan is hij niet tevreden, dan is alles afgelopen.
Bali Mardana: Vaisnavaparadha.
Srila Prabhupada: Ja.
Toegewijde (1): Srila Prabhupada, waaraan ontleent iemand zijn autoriteit…
Srila Prabhupada: De guru is de autoriteit.
Toegewijde: Nee, dat weet ik, maar voor zijn andere activiteiten, buiten de regulerende principes en het chanten van de zestien ronden. Er zijn zoveel andere activiteiten die iemand op een dag uitvoert. Waaraan ontleent hij zijn autoriteit als hij, laten we zeggen, niet in de tempel woont?
Srila Prabhupada: Ik kan je niet volgen. De autoriteit is de guru. Dat heb je aanvaard.
Bali Mardana: Voor alles.
Jayatirtha: Stel dat ik een baan buiten de tempel heb. Ik woon buiten de tempel, maar ik geef niet 50% van mijn inkomen. Is het werk dat ik doe dan gebaseerd op de autoriteit van de guru?
Srila Prabhupada: Op dat moment hou je je niet aan de orders van de guru. Dat is overduidelijk.
Jayatirtha: Dat houdt dus in dat alles wat we op die dag deden, al ons werk…dat betekent dat ik de orders van de guru niet heb gevolgd. Dan is het ongeautoriseerd werk.
Srila Prabhupada: Ja. Als je de orders van de guru niet volgt, kom je onmiddellijk ten val. Zo gaat dat. Waarom zingen jullie anders yasya prasadad bhagavat-prasado. Het is mijn plicht om de guru tevreden te stellen, anders ben ik nergens. Als je er dus de voorkeur aan geeft om nergens te zijn, kun je net zo ongehoorzaam zijn als je wilt. Maar als je je positie wilt behouden, zul je de instructie van je geestelijk leraar strikt op moeten volgen.
Toegewijde (1): Wij kunnen al uw instructies begrijpen door eenvoudigweg uw boeken te lezen.
Srila Prabhupada: Ja. Hoe dan ook, volg de instructie. Dat is het vereiste. Volg de instructie. Het doet er niet toe waar je verblijft. Je bent veilig. Volg de instructie. Dan zul je overal veilig zijn. Het doet er verder niet toe. Zoals ik jullie al verteld heb, ik heb mijn Guru Maharaja in mijn hele leven niet meer dan tien dagen gezien, maar ik volgde zijn instructie op. Ik was een grhastha, ik heb nooit in de Matha, in de tempel, gewoond. Het is praktisch. Zo veel Godbroeders hebben destijds aangeraden dat ‘Hij zou de leiding moeten hebben over de tempel in Bombay, en dit, en dat.’ Guru Maharaja zei: ‘Het is beter dat hij buiten de tempel blijft wonen. Dat is goed, en als de tijd rijp is zal hij doen wat nodig is.’
Toegewijden: Jaya! Haribol!
Srila Prabhupada: Dat is wat hij zei. Op dat moment begreep ik niet wat hij verwachtte. Natuurlijk, ik wist dat hij wilde dat ik ging prediken.
Yasodanandana: Ik vind dat u dat op grootse wijze hebt gedaan.
Toegewijden: Jaya Prabhupada! Haribol!
Srila Prabhupada: Ja, op grootse wijze, omdat ik de instructie van mijn geestelijk leraar nauwkeurig volgde, dat is alles. Anders heb ik geen kracht. Ik heb niet aan magie gedaan, toch? Heb ik goud tevoorschijn getoverd? Toch heb ik betere leerlingen dan de guru die wel goud tevoorschijn tovert.
Yasodanandana: Voordat u kwam, waren er al eerder vele andere guru’s geweest, maar geen van hen hebben iemand tot een zuivere toegewijde van Krishna gemaakt.
Srila Prabhupada: Hoe zouden ze dat kunnen? Hoe kan iemand die geen zuivere toegewijde van Krishna is dat doen? Krishna-sakti vina nahe nama pracara: ‘Zonder bekrachtigd te zijn door Krishna is niemand in staat iemand tot een toegewijde van Krishna te maken.’ Het is niet… Op kunstmatige wijze kun je zoiets niet doen. Hij mag er dan een show van maken dat hij goud tevoorschijn tovert, maar hij kan geen toegewijde van Krishna maken. Dat is onmogelijk.
Jayatirtha: Het doel van deze Gemeenschap is dus de toegewijden te laten zien hoe ze vierentwintig uur per dag bezig kunnen zijn volgens uw instructies.
Srila Prabhupada: Ja, dat is elkaar helpen. Wanneer ik fouten maak, kan ik mezelf corrigeren door jou als voorbeeld te nemen. Dat is het idee. Niet dat het een soort utopie voor dwazen is, allemaal dwazen bij elkaar. Zo is het niet. Er moet een ideale levenswijze zijn, die op zijn minst door de leiders, de tempelpresidenten gevolgd wordt. Dat is bevorderlijk voor iedereen. Maar wat als ze allemaal dwazen zijn? Dan is het een utopie van dwazen. Als er in een groep blinden op zijn minst iemand is met één oog, dan kan die alle blinden leiden. Maar als ze allemaal blind zijn, dan is het een utopie van dwazen. Op de een of andere manier hebben we nu enig aanzien. De mensen mogen ons graag. Wij moeten dat niet verpesten met persoonlijke zinsbevrediging. Dat is mijn verzoek. Als we dit instituut strikt volgens de instructie in stand kunnen houden, dan zullen veel mensen er van kunnen profiteren. Wanneer ze ons gedrag en ons karakter zien, zullen ze ook zo worden. Apani acari prabhu jiveri siksaya. De leider moet ideaal zijn.
Toegewijde (1): We moeten ons leven wijden aan het prediken van de boodschap van Heer Caitanya.
Srila Prabhupada: Ja, prediken, prediken, je zult een volmaakte prediker worden. Predik alleen wat je van Krishna en je guru gehoord hebt, dat is alles. Voeg er niets aan toe en verwijder ook niets. Zolang je dat doet ben je veilig. Als je er echter je eigen verzinsels aan toevoegt in de trant van: `Ik ben onafhankelijk en kan doen waar ik zin in heb en zolang ik chant is alles goed,’ dan is die toevoeging onzin. Het is niet de waarheid. Dat is het gevaar — een onervaren iemand die zijn eigen hersenspinsels introduceert. Soms zeggen ze zelfs, `Prabhupada heeft het gezegd.’ Nog meer misleiding!