gauravirbhava bhumes tvam nirdesta saj-jana-priyah
vasinava-sarvabhaumah sri-jagannathaya te namah
Ik breng mijn respectvolle eerbetuigingen aan Srila Jagannath Das Babaji, die de leider van de vaisnava gemeenschap is en die de plaats aangewezen heeft waar Heer Caitanya verschenen is.
Het leven van Srila Jagannath Das Babaji
De exacte datum van de verschijningsdag van Jagannath Das Babaji is niet bekend, maar men heeft uitgerekend dat hij geboren moet zijn rond het jaar 1759. Het is algemeen aanvaard dat hij tenminste 144 jaar oud werd. Hij verscheen in een erg rijke familie van hoge komaf in het district Tangail, Oost Bengalen. Als kind was zijn sterke interesse in het spiritueel leven duidelijk aanwezig. Na het afronden van zijn opleiding verliet Jagannath zijn huis en ging naar de heilige stad Vrindavan.
De straatvegers van Vrindavana
Ondanks dat hij opgroeide in een familie uit een hoge klasse, was Jagannath een extreem nederig persoon. Toen hij in Vrindavan verbleef nam hij op een keer brood aan van een simpele straatveger. Vaisnava’s die dit zagen bekritiseerden hem hierom. Babaji legde hen als volgt uit: Alle toegewijden verlangen er hevig naar om het stof van Vrindavan op hun lichaam te smeren. Deze straatvegers zijn de dienaren van dit stof, dus waarom zou men het prasad dat zij aanbieden niet aannemen? Heer Krishna heeft hun gevraagd hier geboorte te nemen. Vroeger waren zij grote heiligen. Met deze nederige realisatie, won hij de harten van de Vaishnavas.
De professionele Bhagavatam-spreker
Jagannath Das Babaji predikte recht door zee. Op een dag was er een professionele Bhagavatam spreker die kwam om hem te zien. De Bhagavatam spreker stond bekend als een groot zanger, waardoor hij veel volgelingen aantrok. Babaji legde de man uit: ‘Hij die geld verdient door het Srimad Bhagavatam te spreken, is niet beter dan vrouwen die zichzelf verkopen aan mannen: Zijn prediken stal het hart van de man. Hij gaf zijn manier van leven op en werd een erg oprecht toegewijde zonder interesse voor materiële zaken.
Zijn relatie met Bhaktivinoda Thakur
Jagannath Das Babaji ontmoette Srila Bhaktivinoda Thakur voor het eerst in 1881 in Vrindavan. Jagannath was toen rond de 105 jaar oud. Bhaktivinoda Thakur, alhoewel reeds geïnitieerd, was zo onder de indruk van zijn instructies, dat hij hem aannam als zijn shiksha guru. Rond het jaar 1887 verhuisde Jagannath naar Amalajoda, een klein dorpje vlakbij Mayapur. Hij werd vaak bezocht door Bhaktivinoda Thakur, die daar in de buurt werkte in Krishnanagar. Ze hielden er van om over Krishna te praten, Krishna katha. Een tijdje later verhuisde Jagannath naar Navadvip. Daar woonde hij met zijn trouwe dienaar Bihari Das in een strohut vlakbij Surabhi-kunja in Godrum. In die tijd ontwikkelde hij een hechte vriendschap met Bhaktivinoda Thakur, die daar in de buurt was gaan wonen.
De kleine Puppies
Op een keer kwam er een zwerf hond in Navadvip en bleef dicht bij Jagannath’s hut. De hond was zwanger en gaf na enige tijd geboorte aan vijf kleine puppies. Wanneer Babaji prasad nam, kwamen de vijf puppies en zaten rond zijn bord. Nadat hij zijn maaltijd had beëindigd, gaf hij hun wat over was (zijn maha-prasad).
Op een dag raakte Bihari erg geïrriteerd door de puppies en verstopte ze toen het tijd was voor prasad. Babaji merkte op dat de puppies er niet waren, dus hij riep Bihari en vroeg, `Bihari, was is er met de puppies gebeurd?’ Eerst weigerde Bihari te vertellen waar hij hen verstopt had, maar toen zei Babaji, “Ik zal geen prasad nemen voordat jij me vertelt waar ze zijn”.
Omdat hij zijn spiritueel leraar geen ongenoegen wilde brengen, bracht hij de puppies terug, en Babaji voedde zowel de moeder als de vijf puppies met prasad uit zijn eigen hand. Hij vertelde dat deze honden geen gewone honden zijn, maar inwoners van de heilige dhaam en heel speciale toegewijden.
De geldpot
Van tijd tot tijd kwamen er mensen die Jagannath Das Babaji donaties aanboden. Alhoewel hij het geld niet voor zichzelf collecteerde, bewaarde hij het in een oude pot van klei. Soms legde Bihari stiekem wat geld apart voor Babaji’s persoonlijke benodigdheden. Babaji wist dit, alhoewel hij het niet kon zien. Vriendelijk vroeg hij Bihari, ‘Waarom neem je het geld?’
Bihari lachte, maar Babaji ging door,`Ik weet dat je twaalf rupies genomen hebt’ Bihari gaf het geld direct terug. Hij wist dat zijn guru-maharaja zijn eigen plan had om het te gebruiken. Op een dag spendeerde hij tweehonderd rupies aan rasagullas voor alle koeien van Navadwip.
Zijn oude dag
De tijd vroeg zijn tol aan Babaji’s lichaam, maar niet aan zijn geest. Door zijn hoge leeftijd boog zijn lichaam voorover, hierdoor liep hij met heel veel moeite. Ook kon hij zijn oogleden niet meer openen. Door Krishna’s genade droeg zijn dienaar Bihari, die een gezond lichaam had, hem overal op zijn schouders in een bamboe mand. Wanneer ze voor de Deity stonden, tilde Bihari voorzichtig zijn oogleden op, zodat hij darshan kon nemen.
Jagannath Das Babaji hield erg van het chanten van de namen van de Heer. Soms chantte hij zonder te stoppen, drie dagen lang, zonder te slapen of te drinken. Als hij een kirtan hoorde, sprong hij uit zijn mand en begon te dansen. Hij ervoer groot spiritueel geluk en de ledematen van zijn lichaam werden langer. Sommigen zeggen dat hij er exact uit zag als de dansende Heer Chaitanya.
Op een dag werd Jagannath uitgenodigd door Bhaktivinoda Thakur om naar een plaats te gaan waarvan hij vermoedde dat het de geboorteplaats van Heer Chaitanya was. Toen ze arriveerden, sprong Babaji dansend en chantend uit zijn mand. Dit bevestigde het vermoeden dat dit de geboorteplaats van Heer Chaitanya was.
Het initiëren van discipelen
Veel toegewijden benaderden Jagannath Das Babaji om zijn discipel te worden. Om hun oprechtheid te testen vroeg hij hun eerst om wat service te doen. De meeste van hen renden weg, omdat ze nog niet klaar waren. Op deze manier kon hij zien wie klaar was om zijn discipel te zijn. Op een keer kwam er een man en vroeg om initiatie, maar Babaji weigerde. De man was zo vastberaden, dat hij voor drie dagen buiten Babaji’s strohut bleef wachten, zonder ook maar iets te eten. Op de vierde dag vroeg Babaji aan Bihari om de man binnen te brengen en gaf hem initiatie.
Zijn laatste activiteiten
Jagannath Das Babaji stond bekend als een van de grootste toegewijden van zijn tijd. Hij was geïnitieerd door Sri Madhusudan Das Babaji, de kleinsdiscipel van Srila Baladev Jagannath Das Babaji. Op 146 jarige leeftijd verliet hij zijn lichaam en ging terug naar Heer Krishna’s verblijfplaats. Daar dient hij als Rasika-manjari.