Toen hij in Sri Navadvipa Dhama aankwam, was de jaarlijkse parikrama onderweg en voegde hij zich bij de groep. Op Phalguni Gaura Purnima, 1947, gaf Paramaradhyatama Srila Bhakti Prajñana Kesava Gosvami Maharaja hem harinama en diksa. Vanaf dat moment stond hij bekend onder de naam Sri Gaura-Narayana. Daarna, zijn belangstelling voor het horen van harikatha opmerkend, betrok Srila Gurudeva hem in zijn dienst. Al gauw schonk Srila Gurudeva hem ook de titel Bhaktabhandava, hetgeen ‘vriend van de toegewijden’ betekent, omdat hij alle Vaisnava’s altijd op zeer aangename wijze diende.
Als Srila Kesava Maharaja ergens heen ging om te prediken of andere speciale taken te vervullen, liet hij zich altijd door Sri Gaura-Narayana vergezellen. Bij één zo’n gelegenheid liet Srila Gurupadapadma hem Gurudeva’s geliefde dienaar, Sri Anangamohana Brahmacari, verzorgen toen deze ziek werd. Maar nadat Anangamohana deze wereld verlaten had, hield Gurudeva Sri Gaura-Narayana opnieuw bij zich.
Met Srila Guru Maharaja door het gehele subcontinent te reizen en te prediken, gaf hem een uitstekende gelegenheid om hari-katha te horen. Sri Gurudeva was ook erg blij om hem in bhakti-tattva te kunnen onderrichten.
Hij had de zeldzame gelegenheid om met Srila Gurudeva parikrama te doen van alle belangrijke pelgrimsoorden in noord, zuid, oost en west India en over de heerlijkheid van de dhama’s te horen. Vooral van betekenis waren Sri Brajamandala, Sri Gaura-mandala en Sri Ksetra-mandala, hetgeen de heilige plaatsen zijn van Sri Krishna en Sri Gaurasundara, die schittert met de gemoedsstemming en luister van Sri Radha.
Op een keer, toen Srila Gurudeva in het gezelschap van één van zijn Godsbroeders zat, zat Sri Gaura-Narayana ook vlakbij. Paramaradhyatama Sri Gurudeva keek in Sri Gaura-Narayana’s richting en zei: “Ik wil jou de rode kleding van sannyasa geven. Ik heb veel niet-Bengali Indiërs gezien; zij begrijpen de grote diepzinnigheid van Sriman Mahaprabhu’s verheven bhakti-siddhanta niet, met name wat betreft prema-tattva. Maar jij hebt je deze gemoedsstemmingen op een zeer ongekunstelde wijze eigen gemaakt. Sri Rupa, Sri Sanatana en veel van onze Gaudiya Vaisnava’s verbleven vele dagen in Braja, maar ze konden niet één bhakta uit Noord-India vinden die zich Sriman Mahaprabhu’s innerlijke gemoedsstemmingen kon eigen maken. Je bent zeer fortuinlijk.”
Wenend viel Sri Gaura-Narayanaji neer aan de lotusvoeten van zijn guru en zei vol nederigheid: “Ik wijdt me volledig aan uw lotusvoeten. Ik neem overal afstand vande gehechtheid van mijn moeder, de genegenheid van mijn vader, de liefde van mijn vrouw en de vriendschap van mijn vriendenen offer dit aan uw lotusvoeten. U kunt me naakt houden, gekleed in een lendendoek, in witte kleding, in rode kleding, of u kunt me sannyasa geven. Houd me op de manier die gunstig voor me is. Nu behoor ik alleen nog aan u toe.”
Bij het horen van deze woorden schoten ook Sri Gurudeva’s ogen vol tranen. Hij keek Sripada Sanatana Prabhu aan, die Sri Gaura-Narayana’s woorden ook gehoord had, en was sprakeloos. Wat Srila Gurudeva hierna besloot, was alleen aan hem bekend. Hij was even stil en vervolgde toen zijn hari-katha. Enige tijd later, op Gaura Purnima in 1952, ontving Sripada Gaura-Narayana Dasadhikari tridanda- sannyasa en werd bekend als Sri Srimad Bhaktivedanta Narayana Maharaja.
In 1954 stelde Srila Kesava Maharaja hem aan als hoofd van de pas geopende tempel in Mathura genaamd Sri Kesavaji Gaudiya Matha. Srila Narayana Maharaja begon een deel van het jaar in Mathura door te brengen en het andere deel in Bengalen, in beide gebieden veelomvattende taken vervullend. Dit zette zich voort voor de periode van veertien jaar. Hij werd ook door Srila Kesava Maharaja benoemd tot vice-president van zijn instituut, de Sri Gaudiya Vedanta Samiti, en tot hoofdredacteur van zijn publicaties in Hindi en het maandblad Sri Bhagavat Patrika.
In 1968 verliet Srila Kesava Maharaja deze wereld, en Srila Narayana Maharaja verrichtte alle vereiste rituelen voor zijn samadhi (begrafenis). In deze periode begon Srila Narayana Maharaja, als een nederige dienaar van de Sri Gaudiya Vedanta Samiti, ook met het organiseren van de jaarlijkse Karttika Vraja Mandala Parikrama, wat hij tot op de huidige dag is blijven doen.