Op een kleine open plek diep in het bos zat een yogi verzonken in meditatie. Met gekruiste benen en gesloten ogen op de grond gezeten was de yogi zo bewegingloos als een standbeeld. Hij genoot van de rust en vrede rondom hem. Zonder te waarschuwen sprong een angstige muis in de schoot van de yogi.
“Red me alstublieft. Een kat zit achter me aan,” piepte hij. Langzaam opende de yogi een oog en toen het andere. Hij tuurde naar beneden naar de muis. “Het is niet mijn taak om katten te vangen,” zei hij. “Alstublieft, meneer, help me alstublieft,” piepte de muis. “Goed dan,” sprak de yogi.
“Je kunt een kat worden.” Daarop wuifde hij zijn hand, sprak een toverformule uit, en de muis werd een kat. Meteen stoof de kat weg, terug het woud in.
Een paar dagen later zat de yogi, zoals altijd, vredig te mediteren. Deze keer kroop er een kat uit de bosjes, meelijwekkend miauwend. “Red me alstublieft! Er zit een woeste hond achter me aan.”
De yogi zei: “Ik herken je. Jij bent de muis die ik een paar dagen geleden in een kat veranderd heb.”De kat miauwde nog luider.
“Wel, wel, wat zullen we deze keer doen?” Toen sprak hij opnieuw een toverformule uit en veranderde de kat in een grote blaffende hond. De hond rende het oerwoud in, en de yogi zette zijn meditatie voort. Een paar dagen later keerde de hond terug, in een zeer angstige toestand. Hijgend en jankend rende hij naar de yogi toe. “Help me alstublieft. Er zit een grote tijger achter me aan.”
De vriendelijke yogi had begrip voor de benarde toestand van de doodsbange hond. Hij antwoordde: “Oh je bent zo’n angstig schepsel. Houd op met dat gebeef. Jij zult ook een tijger zijn. Wees niet bang meer.” Daarop sprak hij een toverspreuk uit en de hond veranderde in het gevaarlijkste dier van het woud.
Maar in plaats van weg te gaan, stapte de tijger trots in het rond, zijn nieuwe lichaam bewonderend. Hij likte zijn geel-zwart gestreepte jas met zijn lange tong, en nam vol tevredenheid zijn messcherpe klauwen in ogenschouw.
Toen de yogi de tijger naar hem zag loeren, zei hij: “Zo, tijger, wat wil je nu gaan doen?”
Met een sluwe glimlach antwoordde de tijger: “Ik wil je opeten.” Hij maakte aanstalten om te springen.
De yogi was hem voor. Met uitgestrekte vinger sprak hij opnieuw een toverspreuk uit. “Ondankbare schurk! Wordt maar weer een muis!”